Na jarenlang wikken en wegen is er een nieuwe pensioenwet. Er gaan een hoop dingen veranderen. En er zijn ook wat losse eindjes. Pensioen voelt misschien ver weg, maar vooral veertigers moeten in de komende discussie op blijven letten.
1. Waar gaat het om?
Je inkomen als je stopt met werken bestaat vaak uit drie delen. De algemene uitkering (AOW) die iedereen krijgt. Daarnaast je aanvullend pensioen, dat je opbouwt bij een pensioenfonds als je in loondienst werkt. En dan nog de zogeheten 'derde pijler': wat je zelf nog regelt.
Deze stelselwijziging gaat over dat aanvullende pensioen, veruit het grootste deel. Als je dat bij elkaar op zou tellen, gaat het om een bedrag van zo’n 1500 miljard euro.
2. Wat is er besloten met deze nieuwe pensioenwet?
De grootste verandering is dat die grote pot met geld verdeeld wordt in allemaal kleine, individuele potjes. En dat het geld dat jij uit dat potje krijgt sneller meer wordt, als je pensioenfonds veel geld verdient met beleggen. Of juist minder, als de financiële markten in mineur zijn. We schreven eerder over de details die we tot nu toe weten.

Het grootste voordeel is volgens econoom Marike Knoef (Tilburg University) meer transparantie. "Dus mensen weten straks welk stukje van de pensioenpot voor hen gereserveerd is", zegt ze in het RTL Z Nieuws.
4. Hoe wordt de pot verdeeld dan?
Nu de wet er is, kunnen pensioenfondsen met die vraag aan de slag. Voor de verdeling van het geld hebben ze twee oplossingen tot hun beschikking (zoals we hier uitleggen). Samen met hun deelnemers (de mensen die pensioen opbouwen) en vakbonden maken ze een plan. Als dat er eenmaal is, weten we meer over de verdeling van de huidige pensioenpot.
"We zijn al lang bezig met de voorbereidingen, maar vanaf nu kunnen we samen met de sociale partners echt knopen doorhakken", zegt voorzitter Ger Jaarsma van de Pensioenfederatie, de koepelorganisatie voor bijna alle pensioenfondsen in Nederland.
5. Is dit voor mij goed nieuws?
Knoef ziet voor veel groepen voordelen. De risico’s kunnen namelijk beter verdeeld worden met individuele potjes. "Bijvoorbeeld jonge mensen hebben behoefte aan meer risico, met naar verwachting hogere rendementen", legt zij uit. Voor hen kunnen pensioenfondsen dus risicovoller beleggen. "Terwijl bijna-gepensioneerden belang hebben bij stabiliteit." Voor die groep zijn de investeringen voorzichtiger.
6. En voor de groep ertussen in?
Dat is nog een kluif. Want de groep werkenden die nu rond de 45 jaar oud is, gaat in mindere mate profiteren van de voordelen van het nieuwe systeem. En de voordelen van het oude systeem gaan ook aan hun neus voorbij. Dat heeft te maken met het einde van de doorsneesystematiek.
"De pensioenpot blijft even groot."
Die verdwijnt, dus we besparen je al te veel details. Maar hier kwam dat op neer: tijdens je werkende leven betaalde je in de eerste helft van je loopbaan te veel premie en in de tweede te weinig. Onderaan de streep kwam dat uiteindelijk wel uit.
Maar nu het stelsel op de schop gaat, blijft er dus een groep over die eerst te veel heeft betaald. En nooit te weinig. Dat roept om compensatie, waar een bedrag van zeker 60 miljard euro voor nodig is. Wie dat gaat betalen? Ook dat is nog een cliffhanger.
Klinkt spannend…
Hoeveel geld er uiteindelijk op je rekening komt hangt straks af van je eigen inleg, wat er gebeurt op financiële markten en wat er gebeurt met de levensverwachting, legt Knoef uit. "Maar dat is ook zo in het huidige stelsel. De pensioenpot blijft even groot."
Ieder zijn eigen bierglas: in de video hieronder leggen we het pensioen nieuwe stijl nog eens voor je uit.