De ambassade van Algerije in Den Haag heeft een administratief medewerker na bijna 19 jaar trouwe dienst op staande voet ontslagen, omdat hij niet naar een viering op een nationale feestdag kwam. Dat komt de ambassade duur te staan; het Haagse hof kent de man ontslagvergoedingen van 110.000 euro toe.
Dat blijkt uit een gisteren openbaar geworden uitspraak van het gerechtshof Den Haag.
Feestdag
De man van Algerijnse afkomst werkte sinds 2003 bij de ambassade als administratief medewerker. Daar was hij onder meer verantwoordelijk voor de afhandeling van aanvragen van visa en officiële documenten.
In 2021 verscheen de man niet tijdens drie feestdagen op de ambassade. Het ging om de Nationale Dag van de Chahid op 18 februari, het Feest van de Overwinning op 19 maart en het Feest van de Jeugd en de Onafhankelijkheid op 5 juli.
Ondermijning
Ook tijdens een zogeheten 'meditatieceremonie' op de Dag van de Mujahedin, vrij vertaald Veteranendag, in augustus liet hij verstek gaan.
De ambassade vroeg hem daarop waarom hij niet was verschenen, en liet hem weten dit hoog op te nemen vanwege de 'ernst van de overschrijdingen die de symbolen van Algerije ondermijnen, en de geest van algemene discipline die op de ambassade heerst'.
Corona
Daarop liet de medewerker weten dat hij vanwege zijn diabetes bang was tijdens de evenementen in de ambassade gezondheidsschade op te lopen, omdat daar de corona-voorschriften als anderhalve meter afstand en het dragen van mondkapjes niet altijd werden nageleefd.
Daarop werd de man op staande voet ontslagen. Volgens de ambassade was het niet bijwonen van de nationale evenementen een 'aanval op de Staat'. De werkgever hechtte geen geloof aan de gezondheidsverklaring, omdat de man wel eens zonder mondmasker op de ambassade zou zijn verschenen.
Ontslag op staande voet
Ook zou er rond feestdag een klacht zijn ingediend door een visumaanvrager, die door de medewerker respectloos zou zijn behandeld.
Toen de medewerker niet met het ontslag akkoord ging, kwam de ambassade nog met een nieuwe ontslagreden. De man zou zo'n 6000 euro hebben verduisterd, die door aanvragers voor visa en documenten zouden zijn betaald.
Naar de rechter
Daarop stapte de ambassademedewerker naar de rechter, die hem gelijk gaf. De rechtbank Den Haag oordeelde in december dat de ambassade de man niet op staande voet had mogen ontslaan.
De werkgever moest hem daarom een transitievergoeding van 22.000 euro betalen, een extra schadevergoeding voor onterecht ontslag van 25.000 euro, loon tijdens zijn opzegtermijn van 14.000 euro en juridische kosten van ruim 4000 euro. Prijskaartje voor de ambassade: ruim 65.000 euro.
Ambassade in hoger beroep
De werkgever liet het hier echter niet bij zitten, en ging in hoger beroep. Volgens de Algerijnse ambassade was de man wel degelijk terecht ontslagen. En als het ontslag toch onterecht zou zijn, zouden de toegekende vergoedingen te hoog zijn.
Uit een gisteren openbaar geworden uitspraak blijkt dat het gerechtshof Den Haag gehakt van de werkgever maakte. Evenals de rechtbank komt het hof tot de conclusie dat het niet opdagen voor de feestdagen geen reden is voor ontslag op staande voet.
Dat de man naar aanleiding van zijn eerdere afwezigheid al zou zijn gewaarschuwd, wist de ambassade niet te bewijzen. Ook de klacht van een visumaanvrager was geen reden voor ontslag. Voor de vermeende verduistering van geld is volgens het hof geen enkel bewijs.
Hogere ontslagvergoeding
De rechters zetten daarom geen streep door de ontslagpremies, maar kozen juist voor een aanzienlijke verhoging van de vergoeding voor het onterechte ontslag. In plaats van 25.000 euro wezen de rechters nu 70.000 euro toe. In totaal moet de ambassade de man nu dus ruim 110.000 euro betalen, bijna twee keer zoveel als het oorspronkelijke bedrag.
Het Haagse hof wijst er daarbij op dat de man door het ontslag op staande voet geen aanspraak kon maken op een WW-uitkering. Daarom moest hij noodgedwongen voor een veel lager salaris gaan werken in een distributiecentrum van online supermarkt Picnic.
Volgens het hof kan de man gezien zijn eenzijdige dienstverband en beperkte kennis van de Nederlandse taal waarschijnlijk niet snel aan een even goede baan komen.
