Woningen zullen ook dit jaar flink duurder worden, denkt de Rabobank. Gemiddeld bijna 11 procent. Dat is een stuk meer dan de bank eerder dit jaar nog verwachtte.
Dat schrijven economen van de bank in het Kwartaalbericht Woningmarkt. Voor een gemiddeld huis zul je dit jaar zo'n 36.000 euro méér moeten neertellen dan vorig jaar, aldus Rabobank.
Daarmee gaan ze uit van een prijsstijging van 10,9 procent. Voor volgend jaar rekenen ze op een toename met 4,6 procent, zodat de prijs van een gemiddelde koopwoning met nog eens bijna 17.000 euro zal toenemen.
Voor eerst sinds 2001 groei met dubbele cijfers
Dit jaar komt de toename van huizenprijzen naar verwachting dus hoger uit dan de gemiddelde stijging van 7,8 procent in 2020 en van 6,9 procent in 2019. Sterker nog, we zullen uitkomen op de eerste stijging met dubbele cijfers in een heel jaar sinds 2001.
In maart becijferde de Rabobank voor dit jaar nog een plus van 8 procent en voor 2022 een plus van 4 procent.
ABN Amro en ING voorzichtiger
Rabobank gaat uit van een grotere prijsstijging dan andere Nederlandse banken. Zo verhoogde ABN Amro onlangs weliswaar de verwachtingen voor de huizenprijzen, van 5 procent tot 7,5 procent, maar dat is een stuk minder dan waar Rabobank nu vanuit gaat.
Econoom Nederlandse woningmarkt Mirjam Bani, van ING, denkt dat de huizenprijzen dit jaar met zo'n 9 procent zullen toenemen.
Makkelijker lenen
Dat Rabobank de verwachting voor de huizenprijzen naar boven bijstelt, komt doordat in de afgelopen kwartalen het sentiment op de woningmarkt aantrok.
Zo moesten starters een lagere overdrachtsbelasting betalen en werden de leennormen versoepeld. Verder ziet Rabo het positiever in voor de economie als geheel. Zo is de werkloosheid verder gedaald en dan durven consumenten het eerder aan om een huis te kopen.
Bang de boot te missen
Daar komt nog bij dat er minder te kiezen valt, door het 'zeer lage' aantal te koop staande woningen. Bovendien staan huizen minder lang te koop, wat ook bijdraagt aan het gevoel van potentiële huizenkopers om de boot te missen. Daardoor gaan ze nóg agressiever bieden, uit vrees om met lege handen achter te blijven.
In een krappe woningmarkt worden huizen vaker per opbod verkocht en dat leidt dan in zo'n markt tot extra prijsstijgingen, aldus Rabobank.
Ook is het voor doorstromers lastiger om een nieuwe woning te vinden, zodat ze maar blijven zitten in hun oude huis. Dat verergert de krapte ook weer.
Amsterdam: 'maar' +9 procent
In 2021 zullen woningen in het Gooi en in Groot-Amsterdam het minst in waarde stijgen, met 'slechts' 9 procent. Dat is dus wel meer dan het gemiddelde van heel Nederland van vorig jaar.
Flevoland spant in de outlook van de Rabobank de kroon, met een toename van de prijzen met 16 procent. Flevoland is een belangrijke uitwijkregio voor consumenten voor wie de huizenprijzen in onder meer Amsterdam en Utrecht te hoog zijn.
Ook volgend jaar zullen huizen vooral buiten de grote steden in prijs stijgen, aldus de economen van Rabobank. Amsterdamse woningen zullen dan maar 3 procent duurder worden en die in de Kop van Noord-Holland 8 procent.
