Prins Bernhard vindt het helemaal niet leuk dat de Partij van de Arbeid zijn naam heeft uitgekozen om een nieuw belastingplan naar te vernoemen. De PvdA wil met een ‘Prins Bernhard-belasting’ huisbazen verplichten meer belasting te betalen. Dat schrijven de sociaal-democraten in hun verkiezingsprogramma.
Prins Bernhard, een zoon van prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven, haalt geregeld het nieuws met zijn ondernemingen. Zo is hij mede-eigenaar van het racecircuit van Zandvoort en het Mediapark.
'Pandjesprins'
Maar ook van een behoorlijke hoeveelheid woningen in Amsterdam. Met zijn aanzienlijke vastgoedportefeuille groeide hij uit tot het gezicht van de huisbazen. Het bezorgde hem de titel ‘pandjesprins’.
En nu draagt een belastingplan van de PvdA zijn naam, en dat is tegen zijn zin, meldt de Telegraaf.
De partij van Lodewijk Asscher heeft in elk geval reuring veroorzaakt, maar wat gaan pandjesbazen concreet merken van zo’n belasting? De prins is namelijk niet de enige die deze zou moet betalen.
Verhuren: lucratieve business
Voor je kunt beginnen met het verhuren van huizen heb je een flinke zak geld nodig om te investeren in vastgoed, maar als dat geregeld is, is de verhuur een aantrekkelijke business. De huurinkomsten zijn in veel gevallen namelijk onbelast. Dat betekent dat je geen belasting hoeft te betalen over het geld dat je huurders maandelijks naar je overmaken.
De PvdA wil dat veranderen. In haar verkiezingsprogramma stelt de partij voor om huisbazen met vijf verhuurpanden of meer altijd belasting te laten betalen over hun huurinkomsten. Dat heeft behoorlijke financiële consequenties voor verhuurders bij wie dat nu nog niet het geval is.
Zij betalen nu alleen belasting over het veronderstelde rendement van je verhuurwoningen. De belastingdienst beschouwt zo’n verhuurwoning namelijk als belegging, niet als inkomsten. Hoeveel je precies moet betalen hangt af van de WOZ-waarde van je bezittingen, met aftrek van eventuele schulden zoals de openstaande hypotheek. Je betaalt maximaal zo’n 1,6 procent van je belastbare vermogen.
Rekenvoorbeeld
Stel, je bent een pandjesbaas met 24 verhuurwoningen in Amsterdam. De gemiddelde WOZ-waarde in de hoofdstad is 418.000 euro. Op elk pand staat nog 50 procent van de hypotheek open.
Nu: vermogensrendementsheffing in box-3
Dat betekent dat je belastbare vermogen 5.016.000 euro bedraagt. De vermogensrendementsheffing komt in dit geval neer op 1,58 procent van dat bedrag: 79.252,80 euro.
Elke verhuurder maakt maandelijks 1.200 euro naar je over. Dat komt neer op 14.400 euro per jaar, per pand. Jaarlijks besteed je 1 procent van de woningwaarde aan onderhoud, wat neerkomt op 4.180 euro. Dat betekent dat je per woning 10220 euro overhoudt. Met 24 panden komt dat neer op 245.280 euro.
Na aftrek van belasting houd je ongeveer 166.000 euro over.
Nu is dat geldbedrag in veel gevallen onbelast, maar als het aan de Partij van de Arbeid ligt komt daar dus verandering in. Iedere huisbaas met meer dan vijf panden wordt gezien als ondernemer en moet over de winst van zijn of haar bedrijf inkomstenbelasting betalen.
Straks? Inkomstenbelasting in box-1
We kennen een progressief schijvenstelsel, waarbij je steeds meer belasting betaalt naarmate je meer verdient. In dit rekenvoorbeeld zou je over 245.280 euro meer dan een ton belasting verschuldigd zijn: 106.943,64 euro.
Na aftrek van belasting houd je ongeveer 138.000 euro over.
Dat is nog steeds bijna vier keer een modaal jaarsalaris, maar wel aanzienlijk minder dan onder het huidige belastingregime.
Verhuurdersvereniging Vastgoed Belang is niet blij met het PvdA-plan. De belangenclub voor verhuurders wijst op het grote tekort aan woningen in de vrije huursector. Het zijn juist de grotere verhuurders die ervoor kunnen zorgen dat er meer woningen bijkomen in het vrije segment.
Maatregelen die het minder aantrekkelijk maken om meerdere woningen te verhuren werken dan averechts, zegt directeur Laurens van de Noort van Vastgoed Belang tegen RTL Z. "Het beeld dat de PvdA schetst zet een hele grote groep nette verhuurders weg als graaiers. Dit lijkt me vooral een verkiezingsstunt."
Lastiger in plaats van makkelijker
De politiek zou beter kunnen kijken hoe verhuurders makkelijker kunnen investeren in nieuwbouw voor de verhuur. De komende tien jaar moeten er een miljoen woningen bijgebouwd worden, zegt Van de Noort. Ook particuliere woningbeleggers kunnen daarbij helpen. "Die hebben echt wel investeringsvermogen, maar de politiek maakt het voor hen juist lastiger in plaats van makkelijker."
(Tekst gaat verder onder tabel.)
Verhuurders zitten in het verdomhoekje
Verhuurders moeten het ontgelden in de plannen van veel politieke partijen. Het kabinet kondigde op Prinsjesdag bijvoorbeeld al een verhoging van de overdrachtsbelasting aan voor verhuurders.
Nu is die nog voor iedereen 2 procent van de koopsom, maar jonge huizenkopers betalen vanaf volgend jaar geen overdrachtsbelasting meer. Beleggers gaan juist 8 procent betalen. Dat moet hen afschrikken van de woningmarkt. Op die manier moet er meer ruimte komen voor mensen die een huis zoeken om zelf in te gaan wonen.
Verder willen partijen het mogelijk maken voor gemeenten om beleggers te weren uit bepaalde wijken, bijvoorbeeld met een zelfbewoningsplicht, of een opkoopverbod.
