Als geen andere Europese stad heeft Oslo dit millennium haar uiterlijk flink veranderd. Nog altijd worden in architectonische hoogstandjes nieuwe musea geopend en oude havengebieden omgetoverd tot hippe wijken. Alles wordt ze duurzaam mogelijk uitgevoerd.
Door die metamorfose is de Noorse hoofdstad niet alleen een Scandinavische hotspot is geworden, maar mag het dit jaar ook de titel European Green Capital dragen.
Sterke economie, dikke portemonnee
Oslo is een van de snelst groeiende steden van Europa, al blijft de hoofdstad van het rijke land met zo'n 680.000 inwoners relatief klein. De sterke economie, te danken aan de olie-industrie, trekt al jaren op rij veel mensen aan. Dankzij die dikke portemonnee en een groeiende bevolking is Oslo volop in ontwikkeling. Leuk voor de bewoners, maar ook zeker voor bezoekers.
Het hagelwitte Operahuis is sinds 2008 het symbool van de stad. Zowel de locals als toeristen lopen graag het dak op om uit te kijken over het water of een zonsondergang mee te pikken. Ook de voorstellingen zijn goed bezocht, waarbij de ticketprijzen variëren van tachtig euro voor de beste zitplaatsen tot een tientje voor een staanplaats.
Springen in fris fjordwater
Vanaf de Opera wandel je langs het in aanbouw zijnde Munch Museum, dat in de zomer van 2020 open zal gaan. Bij dat reusachtige gebouw ga je de brug over richting de wijk Sørenga. Het gebied deed lange tijd dienst als containerhaven, maar heeft een flinke transformatie ondergaan. Nu wordt er gewoond in luxe appartementen, gewandeld langs het water en gegeten bij een van de restaurants.
Aan het einde van de kade kom je bij het Sørenga Sjøbad, dat vrij toegankelijk is en het hele jaar geopend. Maar eigenlijk springen de Noren op een zomerse dag overal vanaf de kade het frisse fjordwater in. Dat kun je allemaal perfect gade slaan vanaf een van de vele terrasjes aan het water. Wie dan na een paar wijntjes oververhit raakt als de rekening komt - want alcohol in Noorwegen is knetterduur - kan alsnog besluiten af te koelen in het water.
Kunst in parken
Dé toeristische trekpleister van Oslo is het Vigeland Park met 212 beelden van de Noorse beeldhouwer Gustav Vigeland. De beelden, die alle levensstadia van de mens laten zien, en het goed onderhouden park moet je zien. Maar het kan er wel behoorlijk druk zijn. Zeker als er net een paar bussen met Chinezen en Amerikanen zijn gestopt.
Verrassend rustig is het in het tweede beeldenpark van de stad: Ekebergparken. Dit bosrijke park ligt op een heuvel en met een plattegrond kun je er op zoek gaan naar moderne sculpturen, zoals een voluptueuze vrouwenfiguur met de toepasselijke naam Marilyn Monroe of de kerstman van Paul McCarthy. Ook is er een mooi uitzichtpunt en vind je hier het chique restaurant Ekebergenrestauranten, in een opvallend gebouw uit 1929.
Interessant weetje: Edvard Munch kreeg tijdens een wandeling door dit park, terwijl de lucht rood kleurde na zonsondergang en hij over de stad en het fjord uitkeek, een angstaanval die de inspiratie vormde voor zijn wereldberoemde schilderij De Schreeuw.
Selfies bij De Schreeuw
Wie meer wil weten over de bekendste schilder van Noorwegen reist nu nog met de metro in een paar haltes naar de wijk Tøyen, waar het huidige Munch Museum haar allerlaatste exposities presenteert.
In het nieuwe gebouw zal meer ruimte komen voor de grote collectie werken van de gekwelde kunstenaar. Maar tot het zover is, bekijk je de expressieve meesterwerken als Madonna en De Schreeuw in een klein zaaltje, waar beveiligers verveeld toekijken hoe de ene na de andere bezoeker de schreeuw nadoet en daarbij een selfie maakt.
Van museumkunst naar buitenkunst, want in Tøyen kan ook een streetartwandeling gemaakt worden. Rondom het metrostation kom je onder meer een gigantische, kleurrijke mural van de Chileense kunstenaar Inti tegen en een Noors werk waarbij een zelfportret van Munch gecombineerd werd met De Schreeuw.
Van fabrieken tot barren
Een andere wijk om al wandelend te ontdekken is het hippe Grünerløkka, een voormalig industrieel gebied, nu een populaire uitgaanswijk. Naast een hoge concentratie aan barretjes, restaurants en leuke winkels, heeft het levendige gebied rondom het riviertje Akerselva een grote aantrekkingskracht.
De 19e eeuwse fabrieken staan er nog, maar hebben allerlei nieuwe functies gekregen. Er is een flinke strook groen aangelegd en tijdens een wandeling langs het water kom je meerdere cafeetjes tegen. Ook is er de Mathallen Food Hall, waar uit verschillende keukens gekozen kan worden voor een lunch of diner.
Maar met mooi weer is het leuker om op het terras van Nedre Foss Gård neer te ploffen voor een huisgebrouwd biertje. Of iets verderop bij Villa Paradiso, dat ook een fijn terras heeft en volgens veel Noren de beste pizza's van Oslo.
Zeilen langs eilanden
Een leuke manier om te zien hoe groen de omgeving van Oslo is, is vanaf het water. In de haven achter het stadhuis bieden verschillende maatschappijen, waaronder Båtservice Sightseeing toeristische tochtjes over het fjord aan. Tijdens de twee uur durende tocht op een zeilboot, waar de schipper een nogal dramatische muziekje door de speakers laat galmen, vaar je langs kleine groene eilandjes, voorzien van vrolijk gekleurde vakantiehuisjes.
Op het water dobberen veel kleine zeilbootjes van de Noren die graag buiten zijn, want dat is wat de bewoners van Oslo zo bevalt aan hun stad: ze hebben alles wat je van een hoofdstad mag wensen, maar kunnen binnen een half uur midden in de natuur zijn. Of het nou de Nordmarka bossen, het Sognsvann meer of op het fjord is.
Ook leuk om te doen:
- Het Astrup Fearnly Museum heeft een indrukwekkende collectie hedendaagse kunst, met werken van Jeff Koons, Damien Hirst en Francis Bacon
- Ga eiland hoppen met de reguliere ferry voor een picknick of een duik bij Gressholmen and Langøyene.
- Bekijk Vikingschepen in het Vikingskipshuset
- Ga mee op een walking tour die je in 2,5 uur langs heel wat highlights neemt.
Voor dit artikel is onze redacteur naar Oslo gereisd op uitnodiging van Visit Norway. De inhoud van het artikel is redactioneel onafhankelijk bepaald.