Luxemburg heeft geen spannend imago. Dat is deels terecht, maar het wil niet zeggen dat er in de hoofdstad van het groothertogdom niks te doen is. Vooral buiten het oude centrum vind je de verrassingen.
Dankzij de bankensector is Luxemburg een van de rijkste landen op aarde. Maar al die financiële instellingen die (buitenlands) kapitaal beheren, zorgen er ook voor dat de woorden saai en degelijk al snel vallen als het over Luxemburg gaat.
Laten we eerlijk zijn: er zullen weinig mensen zijn die een reis naar Luxemburg op hun bucketlist hebben staan. En dat is zonde, want ook al zal deze hoofstad nooit zo bruisen als grote broers Londen of Berlijn, je hoeft je er zeker niet te vervelen.
Vesting en riviertjes
Het eerste wat opvalt aan de kleine stad, waar zo'n 115.000 mensen wonen, is dat je hier flink je kuiten kunt trainen. Luxemburg heeft veel hoogteverschillen doordat de kenmerkende vesting, waar de stad in het jaar 963 mee gesticht werd, tegen een heuvel is aangebouwd en de daaronder lopende riviertjes Alzette en Pétrusse, die ooit grote stromen waren, een kloof in de vallei uitgesleten hebben.
Wie geen zin heeft om zichzelf in het zweet te werken, kan gebruik maken van de gratis liften om uit het dal naar boven te komen. Sinds vorig jaar heeft de wijk Pfaffenthal een panoramische lift die je vanaf 71 meter hoogte een goed uitzicht over de groene stad geeft. De wijk zelf is sinds de komst van deze glazen lift een stuk populairder geworden. In de charmante straatjes openen steeds meer barretjes en restaurants.
Veel is er verder niet te doen, dus na een mooi, maar klein wandelingetje is het door naar de volgende wijk: Kirchberg.
Tof museum verstopt achter Europese instituten
Van de fraaie straatjes en restanten van de oude vesting naar strakke, moderne architectuur en hoogbouw. In Kirchberg zijn onder meer het secretariaat van het Europees Parlement en de Europese Rekenkamer gehuisvest. Alweer iets wat wellicht veel mensen zal doen gapen van verveling, maar naast officiële instellingen vind je hier ook de Philharmonie, die de aandacht trekt door de 823 witte kolommen rondom het gebouw.
Achter de concerthal ligt het mooiste museum van Luxemburg: Het Musée d'art moderne Grand-Duc Jean, afgekort Mudam. Alweer een tof gebouw, waar in lichte ruimtes en leuke hoekjes het werk van hedendaagse kunstenaars te zien is. Het museum is ontworpen door de Chinees-Amerikaanse architect Ieoh Ming Pei, die dit voorjaar op 102-jarige leeftijd overleed en vooral bekend is van zijn piramide voor het Louvre.
Binnenstad werelderfgoed
De oude binnenstad van Luxemburg maakt samen met de vesting sinds 1994 deel uit van het UNESCO-wereldcultuurerfgoed. Aziatische toeristen die een flitsbezoek aan de stad brengen maken foto's bij het groothertoglijk paleis, lopen over de pleinen vol terrasjes en bezoeken de kazematten, het 17e eeuwse militaire, ondergrondse gewelf dat de stad beschermde.
Al die plekken zijn natuurlijk leuk om even te zien, maar het zijn juist de straatjes eromheen waar je Luxemburg écht leert kennen en - niet onbelangrijk - waar de leukste terrassen te vinden zijn. Rue du Nord is zo'n straatje en café Konrad heeft zo'n terras. Op de hoek van de straat zit Chiggeri, een restaurant met goede kaart, een indrukwekkende wijnkelder en je kunt er met mooi weer ook buiten eten.
Pittoresk en Michelinsterren
Een belangrijke tip voor het diner: bel vooraf even naar het restaurant, want de welgestelde Luxemburgers gaan graag en veel uit eten. Reserveren is daarom geen overbodige luxe. Um Plateau, even buiten het centrum, is een geliefde stek. In de pittoreske wijk Grund kun je onder meer aanschuiven bij Mosconi, het enige Italiaanse restaurant buiten Italië met twee Michelinsterren.
Sowieso is het laag gelegen Grund, in het groene dal en direct aan de rivier, niet te missen. Vanuit de Middeleeuws ogende straatjes loop je zo naar over de kinderkopjes naar de oude abdij Neimenster, nu een cultureel centrum, waar in de zomer openluchtconcerten te bezoeken zijn.
Vanuit daar is het lekker wandelen langs de rivier naar het wijkje Clausen, waar het voormalige terrein van een brouwerij is getransformeerd in een populair uitgaansgebied. Overdag kun je hier een kanon afvuren, maar in de avonduren trekt het veel mensen, vooral jongeren, aan. Restaurant Le Sud heeft een mooi dakterras. Hier zit je heerlijk met een 'kippchen', oftewel een glas crémant, de Luxemburgse mousserende wijn.
Avonduurtjes in de oude stad
Wie zin heeft in nog meer vertier, duikt in de avonduurtjes weer de oude stad in. Bij cafe de Gudde Wellen staan de kroeggangers zowel binnen als buiten in de knusse steeg te borrelen en te kletsen. Ook treden er soms bandjes op. Dat zou je niet zeggen als je de kleine bar betreedt, maar de barman vergelijkt het gebouw met Tardis uit Dr Who: het is een stuk groter dan de buitenkant doet vermoeden.
De avond afsluiten in stijl doe in Cafe des Artistes. Een piepkleine bar met posters tegen het plafond en schilderijtjes tegen de muur, waar na 22.00 uur iemand achter de piano kruipt. Van Edith Piafs 'Non, je ne regrette rien' tot Luxemburgse volksliederen, het wordt hier allemaal uit volle borst meegezongen. Allesbehalve saai en degelijk, maar gemoedelijk en vol levenslust.
Voor dit artikel is onze redacteur naar Luxemburg gereisd op uitnodiging van Visit Luxembourg. De inhoud van het artikel is redactioneel onafhankelijk bepaald.