Ga naar de inhoud
Carrière

Van vluchteling tot ondernemer: ‘Je moet het zelf doen, hard werken’

Nilab Yonousi Beeld © Nilab Yonousi

Als vluchteling kun je soms maar moeilijk aarden, ondervond de Dordrechtse Nilab Yonousi (25). Een rugzak vol oorlog en onzekerheid bracht haar een burn-out, maar ook de bagage voor een eigen bedrijf. Nu zit ze aan tafel met de ceo's van Rabobank en Deloitte, om de bedrijven diverser te maken.

"Ik kreeg vroeger vaak te horen dat ik het niet ver zou schoppen, vanwege mijn afkomst en vooral omdat ik vrouw ben. Maar ik wilde dit niet geloven en accepteren. Ik beloofde mijzelf dan ook dat ik heel hard zou werken en het tegendeel zou bewijzen", deelde Yonousi drie maanden geleden op Linkedin toen ze haar bedrijf startte. Een post die 1,9 miljoen kijkers opleverde en ruim 17.000 reacties.

Het maakte blijkbaar iets los. Een meisje met een grote gunfactor en een multiculturele achtergrond dat er 'gewoon voor gaat'. Al vroegen sommigen zich ook af wie er dan zou hebben gezegd dat ze het niet ver zou schoppen. En waarom.

Minder talentvol

"Dat hoorde ik vooral van mijn omgeving", vertelt Yonousi in gesprek met RTL Z. "En ik denk dat velen zich herkennen in mijn verhaal." De maatschappelijke ladder beklimmen is lastig. Het heeft alles te maken met afkomst, cultuur en vooroordelen. "Ze denken dat vrouwen minder talentvol zijn, minder aankunnen. Een baan en gezin combineren bijvoorbeeld."

Obstakels genoeg, maar daarom mag je nog niet bij de pakken neer gaan zitten, wilde ze maar zeggen met die post. Het gaat over hoe je over die hobbels heen komt en je ambities najaagt. Ondanks de dingen die je meemaakt, of juist dankzij. "Je moet niet gaan zitten wachten op motivatie van buitenaf, maar het zelf doen. Hard werken."

'Stoppen kon niet'

Ze was vijf toen ze vluchtte voor de oorlog in Afghanistan. Te voet, soms stukjes met de auto. Met haar moeder, broer, oma, neven. 's Nachts verplaatste de karavaan zich, overdag werd er geschuild. "We trokken door de bossen, aten Mariakaakjes. Ik heb gezien hoe mensen werden meegesleurd door de rivier. Stoppen kon niet, we moesten door."

In Afghanistan was geen toekomst. "Mijn vader overleed bij een vliegtuigongeluk. Mijn moeder was kapster. In tijden van oorlog gaat niemand naar de kapper." Vluchten moest: er waren mannen in Jeeps met geweren. "De machteloosheid van mijn moeder vond ik denk ik het ergste. Ik hoop nooit in haar positie terecht te komen."

'Dieren in hokken'

De reis ging via Pakistan, Iran en een gevangenis in Turkije - "we zaten als dieren in hokken" - naar Bulgarije. Hier verbleef Yonousi een jaar, totdat ze naar Nederland verhuisde. "Veel vluchtelingen wilden naar Engeland. We wisten eerst niet eens dat Nederland bestond", zegt ze. "Maar ons geld was op en na twee jaar reizen waren we persoonlijk ook op."

Het gezin kwam terecht in het opvangcentrum van Ter Apel. "Waar je je soms ook wel een beetje een gevangene voelt." Yonousi was pas een jaar of zeven, maar weet zich het strakke eetregime nog goed te herinneren: "Twee boterhammen, één boter, één jam."

Stamppot en GTST

Ze kregen een huis in Dordrecht, waar ze een nieuw bestaan konden opbouwen. "Mijn moeder was dolblij dat we naar school konden en ons konden ontwikkelen. Ook zij ging werken, volgde een opleiding. Plus, we waren in Nederland: we aten stamppot en keken 's avonds naar GTST."

Moeilijk was het ook, vooral op school, vertelt Yonousi. "Ik had een taalachterstand en hoorde er totaal niet bij. Ik droeg niet de mooiste kleding en werd gepest. In mij rees steeds de vraag: ben ik Nederlands of Afghaans? Ik had het gevoel dat ik moest kiezen."

'Ik wist niet wie ik was'

Yonousi kreeg een vmbo-advies maar stroomde door naar het vwo, waar ze zich ook niet thuis voelde. "Afghanen hebben het gemaakt als ze dokters en ingenieurs worden", zegt ze. "Ik koos exacte vakken, maar was er niet goed in. Ik wrong me in bochten om me aan te passen, maar voelde me slecht. Ik besefte niet dat ik een verkeerde keuze had gemaakt. Ik was vooral ongelukkig."

Achteraf gezien had ze een trauma, maar dat wist ze niet. Thuis zweeg Yonousi over haar problemen, ze wilde haar moeder niet verdrietig maken. Op haar zeventiende kreeg ze een burn-out en belandde ze in een depressie. "Je moet blij zijn, je woont in Europa. Maar ik was niet blij. Ik kon niet mezelf zijn, maar ik wist ook niet wie ik was."

'Laten we een selfie maken, didi'

Ze ging naar een psycholoog en vond steun bij een docent. Maar de echte eyeopener was een reis naar India, met backpack. "Een Afghaans meisje dat alleen over de wereld reist? Ondenkbaar. Luister, mijn moeder is getrouwd toen ze vijftien was. Ik zei tegen haar: geef me één kans om iets te doen dat ik écht wil."

De ommekeer kwam hoog in de bergen van Ladakh, bij een Boeddhistisch klooster waar ze een maand verbleef. "Ik zat daar met kleine jongetjes die monnik wilden worden, praten, huilen, mediteren. De liefde van de mensen daar gaf mij zoveel energie. Toen ik wegging zei een van de jongetjes: je bent speciaal, laten we een selfie maken didi (zus, red.)."

'Alles kan geheeld worden'

Ze heeft een bachelor of business administration op zak, spreekt zes talen en heeft een netwerk van hier tot Afghanistan. Na een stage in, jawel, India kon niets anders volgen dan een eigen bedrijf, wist Yonousi. "Ik heb zoveel meegemaakt, maar dat is ook positief. Ik weet nu dat dat een kracht is. Alles zit van binnen en kan geheeld worden. Ik ben dankbaar voor alles dat me is overkomen."

Netwerken en manoeuvreren tussen culturen is een kracht geworden. Begin dit jaar was Yonousi Business Consultancy een feit. Ze wil bedrijven uit Nederland, Afghanistan, Pakistan, India en Bulgarije aan elkaar koppelen en haalt IT-talent voor Nederlandse bedrijven uit deze landen: de landen die ze als vluchteling en reiziger aandeed.

Coca-Cola en Rabobank

Met zo'n bak aan ervaring op je vijfentwintigste ligt er meer in het verschiet. Waar Yonousi binnenkomt gaan deuren open, zo lijkt. Er bloeit iets dat ze omschrijft als sociaal ondernemerschap: aan tafel met grote bedrijven wordt gesproken over diversiteit en 'women empowerment'. Meer kleur op de werkvloer en meer vrouwen aan de top.

"Ik werk ook met Deloitte en teken binnenkort een contract bij Rabobank. Allebei bedrijven die veel doen met diversiteit." Ook met Coca-Cola en andere grote namen voert Yonousi gesprekken.

Interview op Afghaanse TV

Het is niet alles. Yonousi is coach voor ondernemers bij het Erasmus Centre for Entrepreneurship, is actief voor het Erasmus Trust Fund en zit aan tafel bij de Verenigde Naties over deze onderwerpen. "Ik ben zelfs uitgenodigd voor een interview op de Afghaanse televisie. Ze zien mij als rolmodel voor Afghaanse jongeren."

Dat is precies wat Yonousi hoopt te zijn. Van het geld dat ze verdient gaat een deel naar een school voor weeskinderen in Afghanistan, van de rest kan ze prima leven, zegt ze. "Ik wil graag impact maken. Jongeren vinden het lastig om risico's te nemen, zijn bang voor afwijzing. Ik zeg: angst, verdriet en falen horen erbij. Het stelt je op scherp."