Ga naar de inhoud
Personal finance

Hoge Raad schiet spaartaks af, maar je krijgt waarschijnlijk geen geld terug

Leuker kunnen ze het niet maken. Maar de Hoge Raad vindt van wel. Beeld © ANP

Meer belasting moeten betalen dan je aan spaarrente vangt. Dat voelt niet alleen oneerlijk. Dat is het ook, zo concludeerde de Hoge Raad vandaag. Die vindt dat het tijd wordt voor een modernere vermogensrendementsheffing. Op termijn gunstig voor alle belastingbetalers. Maar nu heb je er nog weinig aan.

De Hoge Raad vindt dat de belasting op spaargeld en beleggingen, de zogenoemde vermogensrendementsheffing, oneerlijk is. Vandaag kwam de rechter met een langverwachte uitspraak in een zaak aangespannen door de Bond voor Belastingbetalers. Die vindt de heffing te hoog in een tijd dat de rentes laag zijn, en er dus relatief weinig rendement wordt gemaakt.

Hoge
Lees ook:
Hoge Raad vindt belasting op spaargeld en beleggingen (ook) oneerlijk

Buitensporig zware last

Volgens de rechter was het in 2013 en 2014 onmogelijk om zonder veel beleggingsrisico's te nemen een rendement van 4 procent te halen. De fiscus ging er wel bij iedere belastingplichtige vanuit dat er 4 procent rendement werd gehaald.

Over die 4 procent moest 30 procent belasting betaald worden. Een buitensporig zware last, noemt de Hoge Raad die heffing nu.

'Opvallende uitspraak', maar je krijgt geen geld terug

Een opvallende uitspraak van de Hoge Raad, vindt emeritus hoogleraar fiscale economie Leo Stevens. Hij had niet verwacht dat de rechter plaats zou nemen op de stoel van de wetgever. "De rechter zegt nu dat de wetgever met een oplossing moet komen", aldus Stevens.

Maar heb je daar als belastingbetaler ook iets aan? "Ik vrees van niet", zegt Stevens. Om nu geld terug te krijgen van de fiscus, moet je bewijzen dat de spaartaks inderdaad ook voor jou een buitensporig zware last was.

En daar zit de crux. De Hoge Raad heeft geen duidelijke criteria gegeven om dat te bewijzen. Het zal 'een forse kluif zijn' om geld terug te krijgen, denkt Stevens.

Nog steeds scheef

De bal ligt nu dus bij het kabinet, dat al langer onderzoek doet naar een eerlijkere vermogensrendementsheffing. De bedoeling is dat dit jaar de resultaten naar buiten komen. Het vorige kabinet zei in 2020 een belasting op het daadwerkelijke rendement in te voeren.

Inmiddels is de belasting op vermogen veranderd. Nu gaat de fiscus ervan uit dat mensen met veel vermogen meer beleggen, en dus een hoger rendement halen dan mensen met weinig vermogen, die voornamelijk sparen. Toch is het rente die de fiscus rekent over spaargeld hoger dan de rente die je krijgt bij de meeste banken.

Toch goed nieuws voor de belastingbetaler

Daar zit de winst voor alle belastingbetalers. Want de Hoge Raad vindt dat het kabinet iets moet gaan doen aan die scheve verhouding tussen vermogenstaks en spaar- en beleggingsrendement.

"De wetgeving is hier duidelijk niet op orde en zal moeten worden aangepast. De Hoge Raad laat merken het beu te zijn. De huidige regeling is niet meer rechtvaardig", vertelt Stevens.

'Er moet een nieuwe wet komen'

Stevens: "Dat wisten we al lang. Maar de politiek heeft al die tijd niks gedaan. Nu zegt de rechter: schiet eens op, er moet een nieuwe wet komen." En dat mag volgens de Bond voor Belastingbetalers, die de zaak aanspande, als een overwinning worden gezien.

"We zijn er heel positief over dat de Hoge Raad vaststelt dat de box 3-heffing, die 4 procent die Gerrit Zalm invoerde, voor drie miljoen belastingplichtigen niet haalbaar is", reageert Jurgen de Vries, bestuurslid van de Bond.