Particuliere beleggers dreigen starters van de woningmarkt te verdringen. Investeerders jagen ook op starterswoningen, alleen dan niet om in te wonen, maar om te verhuren. En in die biedingenstrijd heeft de belegger betere papieren.
"Zij hebben als voordeel dat ze eigen geld meebrengen, minder afhankelijk zijn van krediet en sneller tot actie kunnen overgaan. Juist op een krappe markt is het noodzakelijk om vlot te handelen en hoge bedragen te bieden", verklaart sectoreconoom Philip Bokeloh van ABN Amro bij de presentatie van de Woningmarktmonitor van de bank, die vandaag uitkomt.
Kaas van het brood
Als je kijkt naar de totale woningvoorraad stijgt het deel dat in eigendom is van particuliere investeerders en bestemd is voor verhuur. Vorig jaar hoorde 13,3 procent van alle huizen tot de particuliere huursector, blijkt uit statistieken van het CBS. In 2012 was dat nog 11,5 procent.
"Starters hebben het moeilijk op de huizenmarkt, om verschillende redenen. Dat komt deels door beleggers die de kaas van hun brood eten", aldus Bokeloh. Door het lage aanbod stijgen de huizenprijzen de afgelopen jaren flink. Als beleggers zich ook bewegen op de markt voor starterswoningen hebben starters het nog moeilijker.
In tegenstelling tot ING verwacht ABN Amro niet dat het einde van de forse prijsstijgingen in zicht is, al volgt er volgend jaar wel een 'lichte afvlakking'. Dit jaar stelt de bank zijn raming zelfs naar boven bij: in plaats van 8,5 procent verwacht Bokeloh dat de huizenprijzen met 9 procent stijgen.
'Optimistisch over economische vooruitzichten'
Volgend jaar komt de bank uit op 7 procent stijging, net als de Rabobank. ING verwacht 'slechts 4,4 procent' en voorspelt dat de huizenmarkt volgend jaar wat afkoelt. "Erger dan dit wordt het niet", zei een econoom van ING deze week tegen RTL Z.
"Een stijging van 4,4 procent lijkt me stug", zegt Philip Bokeloh van ABN Amro. "Wij zijn wellicht iets optimistischer over de economische vooruitzichten", verklaart hij de verschillende ramingen.
