Platforms als LinkedIn, Deliveroo en Uber vormen een steeds grotere bedreiging voor de traditionele uitzendbureaus. Doen die niets, dan verliezen ze de komende 10 jaar 20 tot 70 procent van hun marktaandeel stelt ING. Zijn de dagen voor Randstad en Adecco geteld?
Schoonmaker, vakkenvuller, softwareontwikkelaar en callcentermedewerker: het zijn allemaal banen die prima aangeboden en gezocht kunnen worden via online platforms als Helpling (schoonmakers), Uber (chauffeurs) of Temper (horecapersoneel). Platforms die, mede dankzij hun algoritmes, sneller en goedkoper zijn dan de traditionele uitzendbureaus.
Innoveren die laatsten niet dan moeten ze vrezen voor hun voortbestaan, stelt het ING Economisch Bureau vandaag in het rapport 'Algoritmes versus de flexbranche'. Ze zouden dan in het ergste geval 20 tot 70 procent van hun marktaandeel verliezen.
Drie cruciale factoren
Hoewel de traditionele uitzendbranche volgens ING niet stilstaat, is de vraag of ze strijd gaan winnen. Het noemt drie cruciale factoren: zo hebben de uitzendbureaus een voordeel met kennis over arbeidsregelgeving, maar zijn de platformgiganten met technologie in het voordeel.
Nog een voordeel voor de platforms: zij hebben een wereldwijd netwerk en de capaciteit om op te schalen. De traditionele flexbranche zal het moeten hebben van de goede relaties met klanten, aldus ING.
'Waarom naar een muf uitzendbureau gaan?'
Technologische innovaties bij deze platforms zorgen er bovendien voor dat ze steeds beter worden in het automatisch koppelen van een vacature aan een werkzoekende. Er zijn er dan ook steeds meer, denk aan de app Wurcly, Google for Jobs en Temper.
Wurcly bijvoorbeeld brengt werknemers en werkgevers via een app bij elkaar, want zo zeggen ze zelf: "Waarom zou je anno 2018 nog bij een muf uitzendbureau langs moeten gaan om een nieuwe baan te vinden?"
Ze hebben zelf een berekening gemaakt van de kosten die werkgevers zo kunnen besparen. En die zitten vooral in het toeslagpercentage dat uitzendbureaus berekenen. Stel, een vakkenvuller krijgt 10 euro bruto per uur, dan kost dat een opdrachtgever via Wurcly 16,53 euro en via een gevestigd uitzendbureau 26 euro, zo claimen de makers van de app.
Investeren in technologie
De uitzendbureaus zelf noemen het rapport van ING geen verrassing. "De wereld zal er over tien jaar anders uitzien, net zoals het er nu anders uit ziet dan tien jaar geleden", zegt Dirk Veerman, woordvoerder bij detacheerder Recruit. "Wij hebben met de tak USG People veel minder fysieke vestigingen dan voorheen, maar investeren juist veel in technologie."
Als voorbeeld noemt hij Indeed, een zoekmachine voor vacatures die in 2012 werd gekocht door Recruit. "We maken ook al lang niet meer gebruik van een kaartenbak maar als een klant naar een bepaald profiel vraagt, hebben we daar ook online manieren voor om iemand te zoeken. LinkedIn is daar een voorbeeld van ja", aldus Veerman.
Bovendien, stelt hij, heef het bedrijf als grootste op de Nederlandse markt na Randstad voldoende vaste klanten. "We zijn een grote speler en doen wat we altijd deden, en kijken daarbij wel naar nieuwe instrumenten."
'Mensenwerk blijft nodig'
De ING schrijft de flexbranche ook niet helemaal af en zegt dat de uitzend- en detacheringsbureaus zich kunnen blijven onderscheiden door te focussen op activiteiten waar maatwerk nodig blijft.
Het noemt als voorbeeld het werven en selecteren van specialisten, begeleiding van reïntegratietrajecten en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, maar ook het herkennen en begeleiden van talent en de persoonlijke aanpak. Met name mkb-bedrijven zouden behoefte blijven houden aan een fysiek aanspreekpunt.
