Hoe lager de rente, hoe minder mensen sparen. Dat blijkt ook weer uit de cijfers van De Nederlandsche Bank over het spaargedrag van Nederlandse huishoudens. Er werd vorig jaar netto 300 miljoen gestort op een totaal gespaard vermogen van 339 miljard.
Dat is fors minder dan in 2016, toen de netto-inleg 2 miljard euro bedroeg, meldt De Nederlandsche Bank (DNB). Overigens steeg het totale spaargeld met 2,3 miljard euro, maar dat was vooral te danken aan de bescheiden rente die rekeninghouders nog net wel kregen.
Dat er minder geld werd gestort vorig jaar, is een trend die DNB al jaren ziet. Dat heeft meerdere redenen volgens de toezichthouder.
Minder geld om te sparen
Huishoudens hielden een aantal jaren simpelweg minder geld over om te sparen omdat het besteedbaar inkomen tussen 2012 en 2014 daalde. En daarnaast levert sparen door de lage rente nauwelijks rendement op. Bij alle drie de grote banken is de rente sinds oktober nog maar één stapje verwijderd van 0 procent.
En dus zoeken mensen alternatieven voor geld dat ze overhouden. Zij lossen bijvoorbeeld extra af op hun hypotheek, of kiezen voor beleggen. Of zij laten hun geld gewoon op de betaalrekening staan omdat het de moeite niet loont om het op een spaarrekening te zetten.
Woningmarkt
Daarnaast spelen de sterke prijsstijgingen op de woningmarkt en strengere hypotheeknormen een rol. Met name starters moeten daardoor meer eigen geld meebrengen om een huis te kunnen kopen.
Het overgrote deel van het spaargeld, 289 miljard euro, staat op vrij opneembare spaarrekeningen. De rest staat voor langere tijd vast, ook op rekeningen ten behoeve van bijvoorbeeld de aflossing van een hypotheek of de oudedagsvoorziening.