Met een nieuw actieplan wil de Europese Commissie de salariskloof tussen mannen en vrouwen verkleinen. Daar is ook nog wel wat werk aan de winkel, want er wordt binnen Europa heel verschillend gekeken naar het verschil tussen man en vrouw.
Eén van de manieren waarop de commissie de 'gender gap' wil aanpakken is door loontransparantie. Het idee is dat als bedrijven bekend maken wat mannen en vrouwen gemiddeld verdienen, ongelijkheid sneller wordt aangepakt.
Daarnaast wil de Commissie verschillen binnen beroepen en sectoren aanpakken en ook het glazen plafond slechten. Ook moet de 'straf op zorg' worden aangepakt door een betere balans tussen werk en privé voor moeders.
Goedkeuring nodig
Dat wil de Commissie onder meer bereiken door het zo snel mogelijk laten invoeren van het plan om kersverse vaders minstens tien dagen vaderschapsverlof te geven.
Hoe snel de maatregelen uit het actieplan ingaan, is overigens onder meer afhankelijk van de goedkeuring van het Europees Parlement en de lidstaten.
Nog lange weg te gaan
Tegelijkertijd met het actieplan heeft de Europese Commissie de barometer Gender Gelijkheid 2017 gepubliceerd. Inwoners van alle EU-lidstaten hebben hierin tal van vragen beantwoord over de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. En daaruit blijkt dat er nog een lange weg te gaan is.
De belangrijkste conclusies (in gemiddelden):
- 69 procent denkt dat vrouwen vaker dan mannen beslissingen nemen gebaseerd op hun emoties.
- 44 procent gelooft dat de belangrijkste rol van vrouwen is om voor huis en gezin te zorgen. (In Nederland is dit 15 procent)
- 35 procent denkt dat mannen meer ambities hebben dan vrouwen.
- 54 procent denkt dat er meer vrouwen op beslissende posities moeten zitten binnen de politiek.
Voor de kinderen zorgen
Uit het onderzoek blijkt verder dat 90 procent het onacceptabel vindt dat vrouwen minder betaald krijgen dan mannen voor hetzelfde werk. Maar gevraagd naar de belangrijkste rol van vrouwen, antwoordt 44 procent van de ondervraagden dat dit is om voor gezin en huis te zorgen.
Vooral in Oost-Europese landen denken mensen dit. In Nederland geldt dit echter voor 15 procent van de ondervraagden. In landen als Bulgarije, Hongarije en Litouwen wordt ook veel meer aan stereotypering gedaan dan in Nederland, Denemarken en Zweden.
Tweederde van de mensen, vooral in Nederland, Zweden en Slovenië is voor het publiceren van het gemiddelde loon per werknemers, uitgesplitst naar soort werk en geslacht. Een kwart is tegen. In Denemarken en Estland geeft één op de twintig aan dat dit al gebeurt.
Ook over de denkwijze van de politiek lopen de meningen binnen Europa sterk uiteen:
Verschil in salaris niet overal reden voor protest
Stel dat het openbaar maken van salarisgegevens zou laten zien dat vrouwelijke werknemers voor hetzelfde werk veel minder betaald zouden krijgen, dan zou niet iedereen daar wat van zeggen. Eén op de drie Grieken, Portugezen en Litouwers zou niets zeggen. In Nederland is dat 9 procent.
Vrouwen in de EU verdienen volgens de commissie gemiddeld zestien procent minder per uur dan mannen. In Nederland is dat verschil weliswaar kleiner, maar volgens het CBS nog steeds zo'n 7 procent.