De meeste beursfondsen willen helemaal niet overgenomen worden. Maar als er een bod is dat de aandeelhouders aantrekkelijk vinden, gaan ze daar gewoon mee akkoord en verkopen ze hun aandelen. Je kunt er wel wat aan doen om de kans dat een ander zijn oog op jouw bedrijf laat vallen een stuk kleiner wordt.
Unilever, 'onze' op één na grootste onderneming, ligt onder vuur van Kraft Heinz. En AkzoNobel, een ander groot Nederlands AEX-fonds, heeft het Amerikaanse PPG in zijn nek hijgen.
Wat kun je als beursfonds doen om geen overnamedoelwit te worden? Jaap Koelewijn, parttime professor Corporate Finance aan Nyenrode Business Universiteit, is heel duidelijk: als een ander bedrijf je per se wil hebben en er alles voor over heeft, dan stopt het. Het enige dat het management van de belaagde partij dan nog kan doen is een zo'n hoog mogelijk bod eruit proberen te slepen voor de aandeelhouders.
Goede strategie
Je kunt wel degelijk iets doen om de kans dat een ander je wil kopen, kleiner te maken. ''Wat helpt is een goed geformuleerde strategie maken over waar je naar toe wilt'', zegt Koelewijn. Uit die strategie vloeit een strategische focus voort en je moet ervoor zorgen dat je voldoende rendabel bent.
''Je ziet dat juist bedrijven die geen duidelijke focus kiezen en niet hun rendement in de gaten houden, problemen hebben''. Bij de strategie ging het fout bij ABN Amro, zegt Koelewijn. ABN Amro werd uiteindelijk door drie banken gekocht en opgedeeld. Nu is alleen nog de Nederlandse tak aan de beurs genoteerd.
Unilever
Maar ook Unilever heeft het volgens Koelewijn niet goed aangepakt. Zo wil Unilever nu de margarinedivisie verkopen, maar analisten zeggen al jaren dat het het concern daar goed aan zou doen.
Koelewijn vraagt zich ook af of de margarinedivisie wel genoeg toegevoegde waarde heeft. De trend is gezonder leven, maar dan is margarine wel ontzettend basaal, vindt hij. Er kan volgens hem van alles hebben meegespeeld dat Unilever de margarines niet eerder heeft verkocht. Misschien speelde mee dat margarine al vanaf het begin tot het concern behoorde, denkt Koelewijn.
Hij vraagt zich ook af of Unilever wel alles zelf moet produceren. Je kunt ook producten zelf bedenken en het maken ervan uitbesteden. Het geld dat nu vastzit in het produceren van margarine, had ook elders in het concern kunnen worden gebruikt, waar het rendement hoger is. Bijvoorbeeld in persoonlijke verzorging, zoals shampoos en deodorant, zegt Koelewijn.
AkzoNobel
Ook AkzoNobel heeft steken laten vallen, vindt Koelewijn. Zo had het bedrijf duidelijker moeten zijn over de strategie. En Akzo moet niet nu komen met allerlei sentimentele verhalen, zegt hij. Als AkzoNobel het belangrijk vindt om een conglomeraat te zijn, dan hadden ze beleggers ervan moeten overtuigen dat dat toegevoegde waarde heeft, aldus Koelewijn.
Maar ja, als Akzo de divisie Specialty Chemicals eerder had verkocht, dan was het een kleiner bedrijf geweest met minder status, denkt Koelewijn.
Hoe Nederlands zijn Nederlandse bedrijven?
Bij veel Nederlandse beursfondsen is de overgrote meerderheid van de aandelen niet meer in handen van Nederlanders, maar van buitenlandse beleggers. Zo zit maar 4 procent van de aandelen van Unilever in Nederland, bij Akzo is dat tussen de 8 en 13 procent.
Beleggers uit Groot-Brittannië en de VS hebben een veel groter belang dan die uit Nederland. En voor een belegger uit de VS telt als het om bijvoorbeeld Unilever gaat alleen het hoogste bod en geen sentimenten.
Rol voor pensioenfondsen
Toch ziet Koelewijn ook een belangrijke rol voor aandeelhouders, vooral voor pensioenfondsen. Zij beleggen vaak in aandelen, maar juist omdat pensioenfondsen een lange horizon hebben, zouden ze bij hun beleggingsbeleid ook de lange termijn voor ogen moeten houden, zegt Koelewijn. Zij hebben volgens hem meer belang bij een goede strategie voor de lange termijn dan bij wanneer ze op korte termijn veel geld kunnen verdienen.
Ook pensioenfondsen moeten veranderen, vindt Koelewijn: ''Als je belegt voor de lange termijn, maak dat dan ook waar, ze zouden zich dan moeten verstoppen tegen een bod van een buitenlands bedrijf.
Beschermingsconstructies
Als de tactiek om belagers vantevoren al af te schrikken niet heeft gewerkt dan kun je altijd nog terugvallen op beschermingsconstructies. Zo is er bij sommige beursfondsen een stichting in het leven geroepen die preferente aandelen kan kopen die door het belaagde bedrijf worden uitgegeven.
Omdat er dan veel aandelen bij komen, verwatert het belang van de belager, zodat hij buitenspel komt te staan. Dit gebeurde bij KPN. Het voordeel van die preferente aandelen is dat ze tegen een veel lagere koers dan de beurskoers van gewone aandelen worden uitgegeven.
Certificaten
Bij sommige bedrijven worden er geen aandelen verhandeld op de beurs, maar certificaten van aandelen. De aandelen zitten (met stemrecht) bij een administratiekantoor. Dat geeft voor elk aandeel een certificaat van aandeel uit. Als je die hebt, dan heb je wel recht op dividend, maar je mag niet meestemmen op de aandeelhoudersvergadering. Soms kun je certificaten omruilen voor de echte aandelen, zoals bij Unilever.
Veel aandeelhouders komen niet naar de aandeelhoudersvergadering en door te werken met certificaten kan (tijdelijk) worden voorkomen dat een bepaalde aandeelhouder de meerderheid heeft als veel andere aandeelhouders niet komen opdagen.
Verder zijn er prioriteitsaandelen. Dat is het geval bij ABN Amro. Aan deze aandelen zitten bijzondere rechten. Zo kan de Staat via deze aandelen een stokje steken voor een overname.