Ga naar de inhoud
Personal finance

Betalen in het buitenland: zo voorkom je problemen op vakantie

Beeld © ANP

Je gaat op vakantie en neemt mee: een uitpuilende portemonnee, met het risico om gerold te worden? Of gok je op je pinpas, terwijl je niet weet of je daar overal mee kunt betalen? Dit moet je weten voor je op vakantie gaat. "Cash mee is vaak echt niet meer nodig."

Veel vakantiegangers nemen voor de zekerheid flink wat cash geld mee op vakantie, of halen in het buitenland contant geld uit de muur. Want je weet nooit of je in de winkel wel kunt pinnen, toch?

Uit een peiling van creditcardmaatschappij Mastercard blijkt dat hoe onervarener reizigers zijn, hoe vaker ze met cash betalen: twee tot vier keer zo vaak.

Maar dat is vaak echt niet meer nodig. "Wij adviseren altijd om voldoende contant geld op zak te hebben om van het vliegveld naar je hotel te komen", zegt Berend Jan Beugel van Betaalvereniging Nederland. "Maar verder kun je tegenwoordig vrijwel overal geld opnemen of met een pas in winkels en restaurants betalen."

Eurolanden geen extra kosten

Ga je naar een ander euroland, dan hoef je je sowieso weinig zorgen te maken. Pinnen in winkels kost je niets extra. Check welk logo er op je pinpas staat - voor de meeste Nederlanders is dat Maestro of Cirrus - en als je die in winkels tegenkomt, dan weet je dat je er kunt pinnen.

Anders kun je altijd nog naar de geldautomaat om - ook zonder extra kosten - te pinnen. Schrik niet: in sommige landen kun je een 6-cijferige pincode intoetsen op de betaalautomaat. Geen paniek, je 4-cijferige doet het ook, dan laat je de laatste twee vakjes gewoon leeg.

Eigenaardigheidjes

Maar er is wel een uitzondering binnen de eurozone. "In Duitsland is een grote aversie tegen pinnen, in veel winkels kan dat dus niet eens. Maar geld opnemen bij een automaat kost dan op veel plaatsen weer geld", legt Beugel uit. "Vooral op plekken met weinig opties. Mijd daarom geldopnames op drukke plekken met weinig keuze, zoals tankstations langs de snelweg, luchthavens of stations."

Dat kan volgens de Betaalvereniging Nederland behoorlijk in de papieren lopen: zes euro per transactie is geen uitzondering. Het geld gaat naar de exploitanten van de pinautomaten.

Betaalcheques

Er zijn meer zaken om rekening mee te houden. Wie in Frankrijk in de rij voor de kassa staat, kan nog wel eens iemand voor zich treffen die een cheque uitschrijft. "Het is een kostbaar en fraudegevoelig betaalmiddel, maar de Fransen houden vast aan die traditie", zegt Beugel. Maar je oude chequeboek uit Nederland meenemen heeft geen zin, die worden niet meer geaccepteerd. Maar ook in Frankrijk pinnen de meeste mensen, volgens correspondent Stefan de Vries. "Dat kan overal, de Fransen hebben de betaalpas namelijk uitgevonden", zegt De Vries. "Sommige winkeliers, als bakkers en cafés, hebben een minimumbedrag waarvoor gepind kan worden (meestal tien euro). Dat staat dan aangegeven met 'CB minimum €10'. Geldautomaten vind je overal. In de steden soms op iedere straathoek, maar ook in dorpjes hoef je niet lang te zoeken naar een ‘distributeur automatique’."

In Italië geldt is de betaalautomaat in winkels heel normaal. Maar daar moet je volgens Betaalvereniging Nederland dan weer opletten. In veel winkels kun je wel pinnen, maar alleen met Italiaanse bankpassen.

Griekenland

Dan is er nog Griekenland, dat worstelt met de gevolgen van de Griekse crisis. Er geldt een opnamelimiet bij geldautomaten. "Die ligt op zestig euro per dag", zegt Beugel. "In winkels en restaurants kun je wel gewoon pinnen, maar als ze merken dat je buitenlander bent, vragen ze weer vaak of je contant wilt betalen. Trap er niet in, het is meestal een smoesje. Ze hebben liever cash omdat ze zelf ook maar beperkt kunnen pinnen en er soms belasting mee willen ontduiken."

Mocht je van andere landen iets willen weten over geldzaken? Bij de ANWB kun je dat per land opzoeken.

Buiten de eurozone

Ga je op reis naar een land met een andere munteenheid dan de euro? Dan moet je even oppassen. Want neem je daar geld op bij een automaat, dan brengen banken vaak een vast bedrag in rekening, bij de meeste banken 2,25 euro. Bovendien brengen ze dan vaak ook een koersopslag in rekening, een percentage van de wisselkoers. Je krijgt altijd een waarschuwing met de kosten voor de vaste toeslag op het moment dat je geld opneemt. Je wordt dus niet thuis achteraf verrast.

Ook voor het betalen in winkels en restaurants in niet EU-landen rekenen banken een koersopslag per transactie. Maar dan ben je toch goedkoper uit dan dat je geld opneemt.

Je kunt natuurlijk ook al in Nederland geld omwisselen, al zijn daar ook kosten aan verbonden en is het meestal duurder dan ter plekke geld opnemen. Hier zie je waar je dat het beste kunt doen.  

Pinnen in plaatselijke valuta

Nog een instinker: bij veel buitenlandse banken vraagt de geldautomaat of je een 'dynamic conversion' wilt. In dat geval staat het bedrag dat je wilt pinnen in euro's. "Niet doen", zegt Beugel. "Altijd geld opnemen in plaatselijke valuta. De andere optie is veel duurder."

En daarvoor hoef je niet ver te reizen: dat vind je al binnen de EU. Bijvoorbeeld in Groot-Brittannië, waar je met ponden betaalt, en in Zwitserland. "Daar vind je het ook vaak als je in hotels met je pas wilt afrekenen. Altijd het bedrag in Zwitserse Franken doen en niet in euro's", waarschuwt Beugel nogmaals.

Tot slot: vergeet niet om je pas buiten Europa op 'werelddekking' te zetten, want pinnen buiten Europa is meestal geblokkeerd om fraude tegen te gaan.