De vergeten kiezer is het morele vingertje beu
In 2002 viel een groot deel van Nederland als een blok voor de flamboyante en voor niks terugschrikkende Pim Fortuyn. De 'oude' partijen haalden hun neus op voor de man en zijn boodschap. Hetzelfde gebeurt nu in Duitsland, schrijft Roderick Veelo. Wanneer gaat de politiek nou eens leren dat dat morele vingertje niet werkt?
De regionale verkiezingen in Duitsland afgelopen weekend zijn als de Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen van 2002. De schrik, de afrekeningen en de mokerslag in Duitsland zijn dezelfde als bij ons 14 jaar geleden. Is AfD-leider Frauke Petry de Duitse Pim Fortuyn? Voor zover zinvol, een vergelijking waar je een heel eind mee komt.
We lijken zeker niet in alles op de Duitsers. Ruilen met de Duitse geschiedenis? Dat nooit, maar trots op de houding van Nederland in WOII hebben we nooit kunnen zijn. Op de rol van échte verzetshelden na, overheerst altijd de schaamte over de 'efficiënte' deportatie van Joden uit Nederland. Een mentaliteit tegenover een minderheid waar we na de oorlog nog niet zo een twee drie vanaf waren. Met deze bagage wil je het nooit meer fout doen. En om daar zeker van te zijn was kritiek op de immigratie van nieuwe minderheden taboe. We hadden wat goed te maken.
Tot Fortuyn. Toen hij in het openbaar begon over waar het op straat al jaren over ging - criminaliteit onder Marokkaanse en Antilliaanse jongeren en de groei van de Islam in Nederland - werd hij door de gevestigde politiek onmiddellijk als extreem-rechts gediskwalificeerd. Uit schaamte voor vroeger. De welbespraakte taboedoorbrekende Fortuyn was de onbehouwen buitenstaander, die door de keurig aangeharkte polder banjerde en het afgesproken zwijgen niet langer respecteerde. De Paarse partijen noemden hem gevaarlijk en bekeken Fortuyn met weerzin en dedain. Als ze 'm al bekeken.
De schaamte voor het Duitse verleden is nog oneindig veel groter. En hoewel de oorlogsgeneratie in Duitsland op sterven na dood is, smoort die oorlog nog altijd een open debat over immigratie in de kiem. Zoals we weten is het niet hébben over problemen niet hetzelfde als er zíjn geen problemen. Het oplossend vermogen van taboes is nul.
Frauke Petry van de rechts-nationalistische partij Alternative für Deutschland snijdt op eenzelfde ongegeneerde manier als Fortuyn dezelfde taboes aan. Haar belangrijkste punt: wegkijken bij problemen met migranten en de wijdverbreide cultuur van politieke correctheid brengt de rechtstaat in gevaar. Daarmee verwoordt ze de zorgen van veel Duitsers; zorgen die bij de andere partijen verboden zijn.
Met grote weerzin bekijkt de gevestigde politiek deze welbespraakte dame uit Saksen. De confrontaties op Duitse televisie doen denken aan het ongemak en de aversie tegenover Fortuyn. In een debat bij de publieke ARD moet Petry het opnemen tegen vier tegenstanders en een presentator. Een ongelijke strijd die van haar een sympathieke underdog maakt. Elders bij de ARD noemt SPD-er Ralf Stegner de partij van Petry een vijand van de democratie, die verboden moet worden. Maar de verveelde blik en onderuitgezakte houding geven zijn pleidooi geen kracht.
Het is inmiddels een klassieke fout van gevestigde partijen tegenover the new kid in town: jij deugt niet en je hoort hier niet. We zagen het in 2002 gebeuren bij ons en we zien het gebeuren vandaag in Duitsland. De vergeten kiezer is de morele vingertjes en onderuitgezakte sociaal-democraten allang beu. Hij is blij dat er eindelijk iemand praat over zijn zorgen.
Volgend jaar landelijke verkiezingen in Duitsland, in Nederland trouwens ook.