Ga naar de inhoud
Hans de Geus

Zijn rechtse mensen niet gewoon gezelliger?

Ruim tien jaar loop ik hier alweer rond op Beursplein 5 voor RTL Z en ik mag zeggen: tot groot genoegen. De baan geeft alle vrijheid om mijzelf creatief en vertellend te ontwikkelen. Dit filmpje geeft een goed indruk hoe het er hier ook achter de schermen aan toegaat.

Eén facet komt in het filmpje niet aan bod: de mensen hier om me heen. De handelaars in aandelen en opties en futures, die ik ontelbare keren per dag tegenkom bij het spreekwoordelijke koffieapparaat. Wat mij elke keer opvalt, en waar ik al heel lang van denk, daar moet ik eens wat over schrijven, is dit: ze zijn zo vreselijk aardig, die beursbengels.

Niet op een slijmerige of bedachte manier, zoals je wel in organisaties ziet waar mensen carrière moeten maken (brr…). Ook niet op een softe manier, wat je wel tegenkomt in sectoren met een minder duidelijk doel die op subsidies draaien (ja ja, we generaliseren er maar eens lekker op los). Ze laten zich de kaas echt niet zomaar van het brood eten, de handelaren. Maar ze zijn wel recht door zee, betrouwbaar, van een woord is een woord, goed gebekt, niet bang, onafhankelijk, vrijdenkend, recht voor zijn raap.

Ik merk het hier op de beurs, maar ook vroeger toen ik nog bij banken op de dealing room werkte als sales-man: met de handelaren kon ik het eigenlijk het beste vinden. Het past ook bij hun werk: er valt niets op te fleuren, hun resultaat is onomstreden en geheel hun eigen verdienste. Ze hoeven geen organisaties te kantelen of medewerkers 'agile' te maken of klankbordgroepen te overtuigen of politiek te bedrijven.

Ook mooi: er mág een onvertogen woord vallen. Wat heet. Mijn huid werd regelmatig vol gescholden op de vloer. In het heetst van de strijd vallen er vloeken, maar het is nooit op de man en eind van de dag drink je het af. Ook leuk: handelaren kunnen zich zo héérlijk vervelen, want geloof mij, wachten is het voornaamste wat er op een dealing room gebeurt. Wachten op nieuws, op beweging, op klanten die wat moeten. En op de bonus natuurlijk, aan het eind van het jaar.

"Ze zijn zo vreselijk aardig, die beursbengels. In het heetst van de strijd vallen er vloeken, maar het is nooit op de man en eind van de dag drink je het af.¨

Nu is er iets geks aan de hand. Het zijn allemaal nogal selfmade mensen, die opereren in een typische laissez-faire omgeving. Laten we ze voor het gemak 'rechts' noemen. Hoe fijn ik deze omgeving persoonlijk dus ook vind, het strookt niet altijd met mijn maatschappij- en mensbeeld, waarin ik het juist graag opneem voor zwakken en rechten van werknemers, kletspraat van liberalen aanstip of roep om een sterkere regulerende overheid.

Het wordt nog gekker, want omgevingen waar ik qua politieke kleur wél meer mee samenval, zoals bepaalde omroepen en blaadjes waar ik wel voor gewerkt heb, maar ook bijvoorbeeld kunstenaars en muziekmakers, daar heb ik vaak op persoonlijk vlak veel meer moeite mee. We begrijpen elkaar niet, ik sla niet de juiste toon aan, ik vermoed gekonkel of schieten onder elkaars vleugels.

Ik geloof niet dat ik helemaal de eerste ben die zich afvraagt of rechtse mensen misschien gewoon gezelliger zijn. Zo vond ik deze anekdote van Lodewijk Asscher treffend. Toen hij als wethouder van Amsterdam 'gewonnen' had van minister Zalm door dwars voor de privatisering van Schiphol te gaan liggen.

"Zalm liet whisky aanrukken en proostte: op Fidel Castro aan de Amstel'. Ik heb dat vaker gezien bij VVD’ers. Zij kunnen sportiever met een nederlaag omgaan dan sociaal-democraten."

Wat er precies aan de hand is weet ik ook niet. De hoefijzertheorie, dat de extremen elkaar kunnen raken, zou een rol kunnen spelen. Zo vrees je van sommige linkse mensen dat als ze nog íetsjes verder doorschieten ineens erg eng rechts kunnen worden.

We moeten ook erkennen dat het 'rechtse' kameraadschappelijke kan doorslaan in uitsluiting, of zelfs corruptie. Zo kost het mij moeite om in de emails van de Libor-fraudeurs niet vooral te zien hoe fijn gebroederlijk de sfeer is. Iedereen zit wel eens scheef, en dan help je elkaar een handje...

Of misschien zit de tegenstrijdigheid wel in mijzelf opgesloten, want progressief als ik dan misschien ben, moet ik vaak zuchten om linkse opportunistische larie.

Hoe het ook zij, misschien is dit wel de les: alles is relatief, en niemand is voor altijd wat hij eens leek. Nu nog even bedenken welk goed voornemen voor het nieuwe jaar daarbij te formuleren valt. Alvast fijne dagen toegewenst!