Ga naar de inhoud
Roderick Veelo

Het ontbreekt Halsema aan moed het 'boerkaverbod' te handhaven

De Brits-Idiaase schrijver Salman Rushdie is al zijn leven lang fan en advocaat van het multicultureel en multi-religieus samenleven in het moderne Westen. Het levert hem een rijk en boeiend leven op en een plek om - zo lang als het moet - te kunnen schuilen. 

Die schuilplaats stamt nog uit een andere tijd. Inmiddels is Groot-Brittannië geen vanzelfsprekend onderduikadres meer voor mensen op de vlucht voor een bloedorstige horde moslimradicalen. De Britse regering lijkt haar eígen moslimradicalen dat niet aan te durven doen.

Rushdie vreest al langer voor het verval van de good old multicultural society. Verval – volgens de schrijver – doordat westerse landen de eigen morele en culturele waarden verwaarlozen. "In plaats van die waarden te verdedigen zoeken we voortdurend naar manieren om tegemoet te komen aan anderen, die zeggen dat onze waarden hen van streek brengen", aldus Rushdie.

De beruchte avond waarop de Amsterdamse burgemeester Halsema een streep zette door de handhaving van het 'boerkaverbod' is een voorbeeld van dit spel waarin eigen waarden worden gerelativeerd, om anderen niet voor het hoofd te hoeven stoten.

Halsema werd namelijk aangesproken door een orthodoxe moslim, die zich geërgerd had aan de brief van de burgemeester, waarin zij tegenover de gemeenteraad haar zorgen uit over de radicalisering van jonge moslims en de snel groeiende invloed van salafistische organisaties in de stad. 

Ook het kabinet kijkt verscherpt naar personen en organisaties die vanuit salafistische hoek aanzetten tot haat, onverdraagzaamheid en afzondering en die de vrijheid van anderen proberen in te perken. "Ik deel die zorg", schrijft Halsema in haar brief.

Naast zorgen ook maatregelen. Zo wil zij de financiering van de orthodoxe islam vanuit de golfstaten aan banden leggen. Voor radicale predikers is geen plaats meer, ook als die strikt juridisch niet de fout in gaan. Halsema spoort politiek Den Haag aan haar daarbij met nieuwe wetgeving te helpen.

Deze voornemens, om de invloed van de radicale islam in te dammen, zijn een breuk met het beleid van haar voorganger Jozias van Aartsen. Hij zag de problemen niet en wilde vooral toenadering tot de salafisten.

De orthodoxe moslim die Halsema, op de avond in Amsterdam-West, aan haar brief herinnerde, vindt dat zij met deze aanpak een deel van de moslims - het orthodoxe deel - wegzet. 

De burgemeester vroeg om een specificatie en de man wilde uit de brief gaan citeren. Maar zover liet Halsema het niet komen.

Zij wierp zich op als een van de grote voorvechters van de geloofsvrijheid in Nederland. "Ik verdedig de orthodoxe islam. Er ontstaat pas een probleem als de grens van de democratische rechtsstaat wordt overschreden", draaide Halsema om de hete brei heen.

Want dat klinkt natuurlijk keurig, maar is niet hetzelfde als zorgen hebben over het radicale gedachtegoed waarmee de orthodoxe en salafistische islam z'n invloed aan het uitbreiden is. Richting de jongens en meisjes en de mannen en vrouwen uit de islamitische gemeenschappen in ons land. 

Dat hoeft niet altijd te resulteren in onverdraagzaamheid of haat, maar het zorgt in ieder geval voor afzondering en vrijheidsbeperking.  

Halsema liet het gaan en de salafisten in Amsterdam kregen er een vrijbrief voor de niqaab en de boerka gratis bij.

Als deze burgemeester het niet aan moed ontbroken had, had ze haar zorgen en de nieuwe aanpak nog eens uitgelegd. Dan was ze – oog in oog met de orthodoxe islam – trouw gebleven aan haar brief en aan de zegeningen van honderdvijftig jaar vrouwenemancipatie.

Als Halsema de moed gehad had, dan had ze misschien gezegd: 'U mag salafist zijn wat u wil, maar vrijheid van geloof betekent ook dat mensen uw geloof de rug toe mogen keren. En dat er grappen gemaakt mogen worden over uw geloof.

En nee, u mag uw vrouw niet thuis houden, want wij hechten aan individuele vrijheid en emancipatie. U bent hier in Nederland en hier worden geen vrouwen door hun man van top tot teen ingepakt. Wij hebben een wet die daar paal en perk aan stelt en uw overheid gaat er per 1 januari op toezien dat die wet wordt nageleefd. Welkom in het moderne Westen.'