Een eerlijke energierekening is niet zo moeilijk
Het kabinet zet fors in op verduurzaming, maar is bang dat de rekening niet eerlijk verdeeld wordt. Die zorg is terecht. Maar de oplossing ligt ook voor de hand. Dus Tweede Kamer, stop met klagen en pas het beleid aan. Zo moeilijk is het niet.
In Nederland investeren we in een schone energievoorziening en dat is een goede zaak. Maar die transitie kost geld. Zoals ik eerder heb betoogd zijn de kosten goed te dragen, maar worden de kosten ook eerlijk verdeeld? Dragen de sterkste schouders ook de zwaarste lasten?
Weerstand
Partijen als Groenlinks en SP vinden dat de industrie te weinig meebetaalt aan de energietransitie. CDA-leider Sybrand Buma waarschuwt voor een nieuwe 'kiezersrevolte' zoals in 2002 onder aanvoering van Pim Fortuyn, maar dit keer door dure klimaatmaatregelen die 'gewone Nederlanders' niet meer willen ophoesten. Er is dus weerstand tegen de oplopende energierekening.
De grootste kostenpost is op dit moment de subsidie voor duurzame energie. De SDE+ is de subsidieregeling waar bedrijven en organisaties aanspraak op kunnen maken als ze bijvoorbeeld aan de slag willen met (grote) zonneenergie-installaties, windmolens en biogasinstallaties. Er komen steeds meer installaties bij die subsidie krijgen, dus het bedrag dat de overheid uitgeeft aan deze projecten loopt verder op.
Dit jaar zijn de kasuitgaven opgelopen tot iets meer dan een miljard euro. Volgend jaar verwacht de regering dat het bedrag uitkomt op 1,7 miljard euro en volgens de nieuwste begroting lopen de kasuitgaven voor de SDE+ op tot zo’n 2,6 miljard euro in 2023.
Verdeling is niet fair
Nogmaals, deze bedragen zijn voor een welvarende samenleving prima te dragen. Maar hoe worden deze kosten verdeeld?
In 2013 besloot toenmalig minister Verhagen om het geld voor de SDE+ op te halen door een extra heffing op de energierekening van huishoudens en bedrijven. Deze heffing heet Opslag Duurzame Energie (ODE) en is terug te vinden op elke energierekening. Bedrijven en huishoudens dragen fifty-fifty bij.
Aan deze ODE kleven een aantal problemen. Allereerst het feit dat de ODE de komende jaren steeds verder zal oplopen. Dat betekent dus dat energierekening van huishoudens de komende jaren blijft stijgen. In 2019 stijgt de ODE voor een gemiddeld huishouden naar 133 euro en dat is 50 euro meer dan dit jaar.
Verder betaalt niet ieder huishouden hetzelfde aan de ODE. Zo betaal je geen ODE over stadsverwarming en zonnepanelen. Hoewel huishoudens met een lager inkomen doorgaans ook minder energie verbruiken, beslaan de kosten van energie en de ODE relatief een groter deel van hun inkomen.
Het Rijk wil ook andere CO2-reducerende maatregelen uit de SDE+ subsidiëren en dat maakt alles nog complexer. Gaan burgers straks meebetalen aan opslag van CO2 door de industrie? Willen we dat?
Koopkracht
Er is nog iets waar de Tweede Kamer niet zo graag over praat. De kosten van de SDE+ worden, zoals gezegd, via de ODE betaald via de energierekening van burgers en bedrijven. Dat raakt dus hun koopkracht. Maar in de koopkrachtcijfers van het Centraal Planbureau (CPB) komt dit niet op een eerlijke manier terug. Dat heeft het CPB zelf ook uitgelegd.
De hogere energiekosten komen namelijk terug in de koopkracht van huishoudens in de vorm van een hogere inflatie. Maar dit inflatiecijfer is een gemiddeld cijfer voor alle huishoudens, terwijl de energiekosten bij verschillende huishoudens wel degelijk een verschillende impact hebben. Het CPB zegt het zo: "Het energiebeleid heeft in 2019 een sterker negatief koopkrachteffect op lagere inkomens dan op hogere inkomens.”
Waarom is er dan toch in 2013 gekozen voor de ODE? De officiële reden was: dan wordt het voor burgers en bedrijven inzichtelijk wat de energietransitie kost. Maar de officieuze reden was: dan blijven deze uitgaven buiten de begroting van het ministerie van Economische Zaken.
Dit is de oplossing
En daar ligt dan ook meteen de oplossing. Want de voorgangers van de SDE+, namelijk de SDE en de MEP, werden wél uit de algemene middelen betaald. Daar moeten we weer naar terug.
Het moet duidelijk zijn waar we als samenleving ons geld aan uitgeven. We moeten dus stoppen met de ODE en de uitgaven gewoon weer via de begroting van het ministerie van EZK laten lopen. De kosten daarvan betalen we dan uit de algemene middelen. Dan moet de belasting omhoog, maar daar is niks mis mee. De kosten voor de SDE+ worden nu ook al door de burger betaald.
Door de kosten voor de subsidiëring van duurzame energiebronnen gewoon weer uit de algemene middelen te bekostigen, maken we het systeem eerlijker, simpeler en transparanter. De Tweede Kamer kan dan beter controleren en bijsturen. En dat is precies wat de Tweede Kamer wil. Toch?