Ga naar de inhoud
Henri Bontenbal

De energietransitie is niet te duur

De overgang van fossiel naar duurzaam gaat onze samenleving te veel geld kosten, vinden sommigen. Maar het is maar hoe je het bekijkt. De vraag is niet zozeer óf de energietransitie betaalbaar is - want we kunnen het prima betalen - maar of we bereid zijn haar te betalen.

Hoeveel de energietransitie ons precies gaat kosten, weten we nog niet. Maar dat er flinke investeringen gedaan moeten worden, is duidelijk. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), de organisatie die door het Rijk als onafhankelijke rekenmeester wordt ingeschakeld, heeft recent becijferd dat er in 2030 zo'n 2 tot 3 miljard euro per jaar extra nodig is om de klimaatdoelen uit het regeerakkoord te halen.

Een paar maanden eerder zei minister Wiebes dat de energietransitie ons jaarlijks zo'n 1 tot 3 procent van het bbp gaat kosten. Hij baseerde zich daarbij op een rapport van (opnieuw) het PBL uit 2017 waarin wordt geschat dat in 2050 de kosten ergens rond de 20-25 miljard euro per jaar zullen zijn.

Stel: we gaan uit van 2 procent van het BBP. Gerekend naar het huidige BBP (ca. 700 miljard euro), hebben we het dan over 14 miljard euro per jaar.

Een heleboel geld.

Dat geld wordt ergens in de samenleving opgehoest, bij burgers en bedrijven. Maar daar staan ook weer allerlei opbrengsten of vermeden kosten tegenover. Bijvoorbeeld vermeden energiekosten (olie, gas, kolen), nieuwe werkgelegenheid, innovatie, economische groei, een betere handelsbalans, enzovoorts. Je moet dus niet alleen naar de kosten kijken, maar ook naar de baten.

De vraag is dus niet zozeer: zijn het forse investeringen? (ja, dat zijn het), maar zijn het verstandige investeringen die ook voldoende opleveren? En bedenk: de kosten van niets doen zijn ook hoog.

Kortom, het totaalplaatje van de kosten van de energietransitie is moeilijk te maken. Wat we wél kunnen doen, is kijken naar de uitgaven en inkomsten van de Rijksoverheid. Wie de Miljoenennota bekijkt, ziet dat het Rijk jaarlijks 80 miljard euro aan de zorg besteed, 79 miljard euro aan sociale zekerheid en arbeidsmarkt, 35 miljard aan onderwijs, cultuur en wetenschap, 8 miljard aan defensie.

De belangrijkste uitgavenpost als het gaat om duurzame energie is stimuleringsregeling SDE+. De uitgaven wordt via de energierekening van bedrijven en huishoudens betaald via de Opslag Duurzame Energie. Deze uitgaven lopen sterk op, van 100 miljoen euro in 2013 naar ca. één miljard in 2018 en ruim 2,6 miljard euro in 2021.

Ook daarna zullen de uitgaven waarschijnlijk nog stijgen. Stel nou eens dat de kosten stijgen tot 4 miljard euro, is dat dan veel? Als je kijkt naar de andere overheidsuitgaven, valt dit eigenlijk best mee; dat is dan nog steeds maar de helft van wat we als land besteden aan Defensie.

Ja maar, zegt u, het gaat erom hoe mensen dat in hun portemonnee voelen. Daar kunnen we natuurlijk ook naar kijken. Volgens de laatste schatting wordt de energierekening in 2021 zo'n 175 euro hoger ten opzichte van 2017. Dat bedrag kan ook na 2021 nog verder oplopen.

Dat lijkt veel. Maar is dat ook zo? Laten we eens willekeurig een paar uitgaven van huishoudens bekijken.

  • Huishoudens besteden jaarlijks zo’n 6.000 euro aan ontspanning. Daarvan wordt aan vakanties gemiddeld 2.200 euro besteed, aan horecabezoek 1.300 euro, en het overige aan games, speelgoed, planten, huisdieren, muziekles, enzovoorts. 
  • Nederlanders gaven in 2015 in totaal ruim 5,7 miljard euro aan goede doelen, waarvan 2,6 miljard direct door huishoudens. Dat komt overeen met zo'n 340 euro per huishouden. 
  • Nederlanders besteedden in 2016 zo’n 2,5 miljard euro aan kansspelen. Dat is zo'n 320 euro per huishouden. 
  • In 2017 gaven we ruim 2,6 miljard euro uit aan cosmetica. Dat is zo'n 330 euro per huishouden. 
  • In 2015 besteedden huishoudens gemiddeld zo'n 550 euro aan tabak (sigaretten, sigaren, etc.). 
  • En tenslotte: een abonnement op De Telegraaf kost 282 euro per jaar.

Stel nou eens dat de extra kosten voor huishoudens in 2030 oplopen tot 1.000 euro per jaar, is dat dan te veel? Als ik naar het bovenstaande lijstje kijk, denk ik: veel mensen kunnen het prima betalen.

Maar voor andere mensen is dat een heel groot bedrag dat ze niet zomaar kunnen missen. Deze groep mensen mogen we niet voor zo'n groot deel van de kosten van de energietransitie laten opdraaien.

Hoe doen we dat dan met andere overheidsuitgaven? Als je de zorgkosten uitsmeert over alle huishoudens, dan kom je uit op een gemiddeld bedrag van meer dan 10.000 euro per jaar. Maar ook Defensie kost ons meer dan 1.000 euro per jaar per huishouden.

We verdelen deze kosten echter niet op die manier, maar we smeren die eerlijk uit over alle huishoudens in Nederland, waarbij de hoge inkomens meer betalen dan de lage inkomens. Simpelweg omdat zij bijvoorbeeld meer inkomstenbelasting en btw betalen.

Dat moeten we ook voor de kosten van de energietransitie zo gaan regelen. Niet alle kosten van de energietransitie moeten we op de energierekening blijven leggen. Dat is niet vol te houden. De zorgkosten verdelen we immers ook niet over alle behandelingen, evenmin als dat we de kosten van cultuur uitsmeren over alle gekochte museum- en concertkaartjes.

Kunnen we de energietransitie betalen? Jazeker, als we maar willen. Maar we moeten – en kunnen – dat wel eerlijk doen.