Er staat niks op. En het heeft niet eens een kleur. Maar een simpel T-shirt moet ondernemers bewust maken van een belangrijke trend: het versterken van hun bedrijfsimago én het beschermen van de natuur. Dat is niet alles: het kledingstuk is helemaal duurzaam gemaakt.
Sinds het instorten van een kledingfabriek in Bangladesh drie jaar geleden, staan de arbeidsomstandigheden van werknemers hoog op de publieke agenda. Alhoewel bedrijven er alles aan doen om aan het publiek te laten zien dat deze misstanden inmiddels verholpen zijn, is dat niet het geval.
'Green washing', noemt oprichter Chris Slappendel van Icons of Nature, het bedrijf achter de T-shirts het. "Ze steken bijvoorbeeld veel geld in reclamecampagnes voor wedstrijden om duurzame initiatieven te promoten, maar in de praktijk komt daar weinig van terecht." Hij is daarom begonnen met een crowdfundingscampagne om zijn bedrijf van de grond te helpen. Alle winst van de T-shirts gaat naar het beschermen van wilde dieren.
Focus op natuur in kledingindustrie ontbreekt
Zijn shirts zijn niet alleen gemaakt door werknemers met een eerlijk loon, maar ook met het oog op milieu. Mensen weten te weinig van de catastrofale gevolgen van de verontreinigende kledingindustrie, vindt hij. "99 procent van het katoen is niet zuiver; vaak worden er kunstmest en pesticiden gebruikt. Voor de productie van katoen is echter heel veel water nodig. Uiteindelijk komen deze verontreinigende stoffen in het grondwater of de lucht terecht."
Daarnaast worden de chemicaliën, die gebruikt worden voor het verven van kleren, in de rivier gedumpt. "In India zie je bijvoorbeeld rivieren die daardoor helemaal blauw of geel gekleurd zijn", vertelt hij. De shirts zijn daarom gemaakt zonder grootschalige vervuiling van water, milieuverontreiniging, kinderarbeid, met respect voor arbeiders, 100 procent biologisch en CO2-neutraal.
Bedrijfsleven kan zichzelf én de natuur helpen
Alhoewel Slappendel inmiddels expert is geworden in het ontrafelen van de kledingindustrie, heeft hij een groter doel: het redden van de ernstig bedreigde diersoorten. Het T-shirt is vooral een middel om het probleem weer op de kaart te zetten, vertelt hij. "Ik zocht een product dat veel mensen aanspreekt." Slappendel reisde eerder al door 24 landen om mensen bewust te maken van het probleem. En het bedrijfsleven kan daarbij helpen.
Er zijn heel veel bedrijven die wilde dieren als logo gebruiken, zoals Puma. “Ik heb wat onderzoek gedaan en het zijn er echt meer dan honderdduizend.” Zij doen niets of nauwelijks iets aan het uitsterven van deze diersoorten en weten daar niets vanaf, terwijl het probleem steeds nijpender wordt. Hun (financiële)hulp zou daarom goed van pas komen. En dat werpt niet alleen vruchten af voor de natuur.
'Klanten willen maatschappelijk geëngageerd merk'
"Klanten willen steeds vaker een maatschappelijk geëngageerd merk. Ben je dat niet, dan raak je uit de gratie van het publiek", vertelt hij. Veel bedrijven denken dat het helpt om een poster in de winkel op te hangen, maar daar prikken klanten doorheen.
Ze willen écht verschil zien, zegt hij. "Als je nu inspringt op deze trend en daadwerkelijk een fundamenteel bedrag apart zet voor de bescherming van natuur, dan kan je jezelf als bedrijf nog onderscheiden. Over drie tot vier jaar ben je één van de velen."
Hij ziet daarom vooral kansen voor bedrijven met een wild dier in hun logo of naam. Het zou voor beide partijen een goed idee zijn om natuurbescherming in hun businessplan op te nemen, vindt hij. "Kijk eerst naar je visie; waar hecht je als bedrijf waarde aan? Kijk naar de kern van de organisatie. Ben je gekoppeld aan een wild dier, houdt daar dan rekening mee. Stel een missie op en laat het dier daarin terugkomen. Uiteindelijk denk je na over hoe je dat communiceert naar je klanten toe, bijvoorbeeld door hen bewust te maken van het probleem via social media."
Grote natuurorganisaties laten kansen liggen
Organisaties als het Wereld Natuurfonds werken al samen met het bedrijfsleven, maar stellen te weinig eisen, vindt Slappendel. "Ze vergeten dat bedrijven er ook wat aan hebben om het te steunen." Daarom nemen ze volgens hem genoegen met veel te lage bedragen. "Er is te weinig commitment van het bedrijfsleven, de natuur wordt te vaak vergeten. De echte samenwerking is er niet of nauwelijks."
Daarom gaat hij binnenkort aan de wandel: vanaf 15 mei loopt hij 100 dagen lang ongeveer 20 kilometer per dag om aandacht te vragen voor de crowdfundingscampagne én om bedrijven te informeren over de kansen die hij ziet. "Ik denk dat mensen pas handelen als ze het probleem onder ogen zien en het middel onder handbereik hebben. Met mensen in gesprek komen doet wonderen."
