Tussen maart 2020 en september 2021 heeft de Nederlandse overheid voor zo'n 31 miljard aan coronasteun aan bedrijven gegeven. Sinds de lockdown die in december begon kwam daar nog eens 1,1 miljard euro bij. De horeca is de grootste ontvanger van de steun.
Dat blijkt uit cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Van de coronasteun die van maart 2020 tot en met september 2021 werd gegeven ging 5,9 miljard euro naar de horeca.
De handel was met een bedrag van 5 miljard euro de in grootte tweede sector waar steun naar toe ging.
Vanwege de lockdown die in december inging, werd er voor nog eens 1,1 miljard steun gegeven. Een verdeling van dit bedrag naar sectoren geeft het CBS niet.
Lockdowns
Tijdens de coronapandemie hadden veel bedrijven het moeilijk, mede omdat sommige sectoren tijdens lockdowns zelfs dicht moesten. Om niet veel bedrijven te laten omvallen, schoot de overheid te hulp.
Zo konden bedrijven een vergoeding krijgen voor loonkosten (NOW, Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid) . Verder konden ze aanspraak maken op een vergoeding voor vaste lasten, via de regeling Tegemoetkoming voor Vaste Lasten (TVL) en Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS).
Bedrijven kregen ook nog mogelijkheid tot uitstel van belastingbetaling. Verder bestaan er er diverse garantiestellingen, leningen en kleinere subsidieregelingen. Maar die laat het CBS nu buiten beschouwing.
Loonkosten en vergoeding vaste lasten
In totaal werd er tot september vorig jaar bijna 23,6 miljard euro vergoed aan loonkosten en nog eens voor een kleine 7,4 miljard euro aan vaste lasten.
De horeca werd door lockdowns hard geraakt en ontving bijna 3,9 miljard aan tegemoetkoming voor loonkosten en nog eens bijna 2,1 miljard euro voor een tegemoetkoming van vaste lasten.
Meeste naar restaurants
Binnen de horecasector ging de meeste steun naar restaurants: 2,1 miljard euro. Bedrijven die hotel en restaurant combineren ontvingen nog eens ruim 1,2 miljard euro en cafés ruim 800 miljoen euro.
Andere horeca, zoals fastfoodrestaurants en ijssalons kregen 500 miljoen euro.
Handel
Bij de handel ging in totaal bijna 2 miljard naar de detailhandel (autobedrijven niet meegerekend). Winkels moesten ook gedurende een tijd dicht. De groothandel kreeg 2,4 miljard euro.
