Zelfstandigen die gebruik willen maken van de speciale bijstandsregeling voor ondernemers moeten in de toekomst aan strengere regels voldoen. Bij de beoordeling of je recht hebt op steun van de overheid, wordt straks ook gekeken naar het inkomen van je partner.
Dat bevestigen bronnen in Den Haag, na berichtgeving van het Financieele Dagblad.
TOZO
De Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO) is bedoeld om zelfstandig ondernemers die opeens geen geld meer verdienen te ondersteunen.
Het is geen vetpot: zzp'ers krijgen een aanvulling op hun inkomen tot bijstandsniveau. Voor getrouwden en samenwonenden betekent dat maximaal 1500 euro en voor alleenstaanden 1050 euro.
Partnertoets
Toen de regeling twee maanden gelden snel werd opgetuigd, koos de regering ervoor om hem zo eenvoudig mogelijk te maken in de uitvoering, zodat mensen die in acute geldnood kwamen snel het geld gestort kregen.
Het kabinet besloot de partnertoets achterwege te laten die bij normale bijstandsregelingen wel verplicht is. Dat betekent dat een ondernemer die een TOZO-aanvraag deed, niet hoefde aan te tonen dat zijn of haar partner niet genoeg verdient om samen rond te komen.
Aantonen
Als de regeling wordt verlengd, verandert dit. Ondernemers krijgen dan alleen steun als blijkt dat hun partner geen inkomen heeft of minder verdient dan het bijstandsniveau.
Tot nu deed de regering alleen een moreel appel op ondernemers om geen gebruik te maken van de regeling als de partner voldoende inkomen had. Maar nu de eerste paniek voorbij is, vindt het kabinet dat de eisen aangescherpt kunnen worden.
Anders dan BBZ
Voor de TOZO bestond er ook al een sociaal vangnet voor zelfstandig ondernemers, de BBZ-regeling. De TOZO wijkt op een aantal fronten daar vanaf.
Groot verschil is dat de TOZO-steun een gift is, waar de BBZ in principe een lening is. Ook kent de TOZO geen toets of je bedrijf levensvatbaar is of niet.