In 2004 vroeg het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) aan Nederlanders wat zij verwachtten voor 2020. Maar zijn die voorspellingen uitgekomen? RTL Z nam de proef op de som en toetste vijf verwachtingen ten aanzien van de Nederlandse arbeidsmarkt.
Wat voor samenleving krijgt Nederland in 2020 en hoe denken Nederlanders zelf dat hun toekomst eruit ziet? Het SCP ondervroeg ruim 2000 Nederlanders voor het in 2004 verschenen rapport Het zicht van de toekomst en breidde de verwachtingen uit met die van wetenschappers en deskundigen.
Het rapport zit er niet ver naast, al is het SCP soms uiterst voorzichtig met beweringen als: "Of er grote migratiestromen op gang komen, is overigens nog maar de vraag." RTL Z toetste vijf verwachtingen ten aanzien van de Nederlandse arbeidsmarkt.
1. Aantal banen voor laagopgeleiden daalt
Bijna de helft van de ondervraagden van de enquête verwachtte dat in 2020 het aantal banen voor laagopgeleiden zou zijn afgenomen. Hoewel er geen cijfers zijn over het aantal banen dat er specifiek voor laagopgeleiden is, blijkt uit cijfers van het CBS dat het aantal werkende én werkloze laagopgeleiden al jaren daalt. Het CBS verstaat onder 'laagopgeleid' het alleen te hebben afgerond van basisschool, vmbo, de eerste drie jaren van havo/vwo of mbo 1.
Waar de laagopgeleide beroepsbevolking in 2004 bestond uit 2,3 miljoen Nederlanders (waarvan 8,5 procent werkloos), bestond deze in 2018 uit 1,9 miljoen Nederlanders (waarvan 6,6 procent werkloos). Dit betekent dat er in 2004 2,1 miljoen laagopgeleide Nederlanders aan het werk waren (inclusief zzp’ers). In 2018 waren dit er bijna 1,8 miljoen.
Dat betekent dat er de afgelopen 15 jaar zo’n 300.000 minder Nederlanders in laagopgeleide functies werken. Ook ligt hun werkloosheidspercentage een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde (respectievelijk 5,7 procent in 2004 en 3,8 procent in 2018). Dat het aantal werkende laagopgeleiden is afgenomen, terwijl ook het werkloosheidspercentage is gedaald, doet vermoeden dat ook het aantal banen is gedaald.

2. Meer thuiswerken
Het SCP voorspelde in 2004 ook een toename van het aantal flexibele arbeidsplekken, waarbij het 'inpluggen van de draagbare computer volstaat om aan het werk te gaan.' Bijna driekwart van de ondervraagde Nederlanders vermoedde dat in 2020 de mogelijkheden om thuis te werken zullen zijn toegenomen.
Het CBS heeft over 2004 geen cijfers van het aantal mensen dat vanuit huis werkt (incidenteel, op vaste dagen of altijd). Maar in 2013 (het eerst gemeten jaar door het CBS) werkten 2,8 miljoen Nederlanders vanuit huis, waarvan ruim 1 miljoen mensen vrijwel altijd vanuit huis. Sindsdien is het aantal thuiswerkers toegenomen. In 2018 werkten ruim 3,2 miljoen Nederlanders vanuit huis, waarvan dit voor 1,2 miljoen Nederlanders de standaard was. De rest werkte incidenteel of enkele dagen vanuit huis.

3. Toenemende vraag opvang, schoonmaakwerk en kant-en-klaarmaaltijden
In 2020 zal de vraag naar bepaalde goederen en diensten zoals kinderopvang, schoonmaakwerk en kant-en-klaarmaaltijden, in toenemende mate stijgen, zo schrijft het SCP in 2004. Hoewel deze voorspelling niet is voorgelegd aan geënquêteerden, is het wel een opvallende voorspelling die is uitgekomen.
Hoewel Nederland een hoge supermarktdichtheid kent (4.800 supermarkten op ongeveer 17,3 miljoen inwoners), is er al jarenlang een groei te zien in thuisbezorging van eten en drinken.
Volgens het FoodService Instituut werd er in 2018 voor meer dan 3,2 miljard euro aan eten thuisbezorgd en dat is een stijging van twintig procent ten opzichte het jaar ervoor. Hieronder valt niet alleen boodschappenbezorging door supermarkten (1 miljard euro), maar ook maaltijdboxen (155 miljoen euro), en bezorging via online platforms als Deliveroo, Thuisbezorgd.nl en Ubereats. Er werd voor ruim 650 miljoen euro aan eten besteld.
Ook de vraag naar kinderopvang is toegenomen. In 2019 gingen er volgens het ministerie van Sociale Zaken 815.000 kinderen naar de kinderopvang (inclusief de buitenschoolse opvang). Dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2004, toen er nog bijna 340.000 Nederlandse kinderen gebruik maakten van kinderopvang.

Schoonmakers
Volgens het CBS zijn er 249.000 Nederlanders die zichzelf schoonmaker noemen. Dit gaat zowel om mensen die voor een schoonmaakbedrijf werken, als zelfstandigen (drie op de vier schoonmaakbedrijven betreft een eenmanszaak), flexwerkers en mensen die zwart schoonmaken. Dat zijn er niet perse meer dan in 2004, toen 247.000 Nederlanders zichzelf schoonmaker noemden. Mogelijk is er geen stijging te zien, omdat het werk vaak wordt gedaan door (ongedocumenteerde) migranten.
Onderzoeksbureau Panteia becijferde in 2014 dat ruim 700.000 Nederlandse huishoudens een schoonmaakster (m/v) hebben, maar het is onbekend hoe dat in 2004 was en of er de laatste jaren een stijging is waar te nemen. De verwachting is dat de komende jaren de vraag naar schoonmakers zal stijgen, maar harde cijfers over het aantal huishoudens dat er gebruik van maakt, zijn er niet.
4. Stijgende werkdruk
Twee derde van de door het SCP ondervraagde Nederlanders vermoedde dat in 2020 de werkdruk zou zijn toegenomen, inclusief overwerk in het weekend en ’s avonds. Volgens de meest recente Arbobalans van TNO (waarvoor 42.000 werknemers werden geënquêteerd) ervaren werknemers inderdaad steeds meer druk.
In 2007 vond 35 procent nog dat ze moest voldoen aan hoge taakeisen, zoals snel moeten werken of heel veel werk moeten doen. In 2017 was dit gestegen naar 40 procent van de ondervraagde werknemers. Waar in 2007 nog 11 procent van de werknemers burn-outklachten ervoer, was dit in 2018 16 procent.
Het CBS voerde in 2015 een onderzoek uit naar de beroepsgroepen waarin de meeste druk werd ervaren. De top drie bestaat uit koks, artsen en juristen. Leerkrachten basisonderwijs staan op de vijfde plek.
5. Toegenomen gebruik computers op het werk
In 2004 vermoedde 91 procent van de ondervraagden dat er in 2020 meer computers op het werk zouden worden gebruikt. Ook daarin hebben ze gelijk gekregen. Volgens het CBS maakte in 2018 73 procent van de personen in een bedrijf met meer dan tien werknemers gebruik van een computer met toegang tot internet. In 2000 werkte nog 43 procent van de werkzame beroepsbevolking met een computer.
Ook denken bedrijven steeds meer na over ICT-veiligheidsmaatregelen. Hoewel antivirussoftware in 2005 bijna net zo populair was in 2018, is volgens het CBS gebruik van encryptie toegenomen: van 16 procent in 2005 naar 34 procent in 2018. Ook wordt er anno 2018 buiten de deur door 56 procent van de bedrijven gebruik gemaakt van VPN-verbindingen.