Het gaat slecht met de speelgoedbranche. Het aantal winkels neemt in rap tempo af. De gemiddelde omzet daalt net zo hard mee. De naderende feestdagen zullen voor veel winkels de reddingsboei zijn. Al komen ze voor sommige zaken te laat.
De Utrechtse speelgoedwinkel Pim's Olifant lijkt bij lange na niet op een Intertoys of Bart Smit. Hier vind je niet de bekende merken, die zeker rond de feestdagen massaal adverteren op kinderzenders.
Geen 'made in China'-prul
Het speelgoed bij Pim's Olifant is zelden van plastic, meestal van hout. Batterijen of opladers zijn ook niet nodig. Het klinkt een stuk verantwoorder dan menig 'made in China'-prul. Anno 2018 niet heel gek, zou je denken. Toch gaan de deuren half december dicht.
"Dat besluit is genomen door teruglopende omzet", vertelt mede-eigenaresse Ineke Stuivenberg (67). Samen met compagnon Marion (54) begon ze in 1996 met de zaak. In 2011 werd die nog verkozen tot Kwaliteitsspeelgoedwinkel van het Jaar.
Maar kinderen of hun ouders zitten blijkbaar niet meer te wachten op kwaliteitsspeelgoed. "Kinderen vragen wat ze op televisie voorbij zien komen." En tegen de grote speelgoedreuzen is de kleine zaak niet opgewassen.
Branche krijgt al jarenlang rake klappen
Dat zien ook de economen van ABN Amro, die onderzoek deden naar de speelgoedbranche. Sinds 2009 groeit de offline speelgoedbranche niet meer. Het aantal fysieke winkels daalt in rap tempo. In Zeeland is het aantal winkels zelfs gehalveerd sinds 2005.
Het komt, niet heel verrassend, grotendeels door de verschuiving naar online. Daar zit wel groei. In de eerste helft van 2018 gaven we in webshops samen 18 procent meer uit aan speelgoed dan in het eerste halfjaar van 2017.
De helft van al onze uitgaven aan speelgoed gaan naar Bol.com, Intertoys.nl en consorten. Dat was vier jaar geleden nog maar een kwart.
Investeren in webshop te duur
Ook Pim’s Olifant heeft een kleine webshop, 'maar dat ging niet zo hard'. "Wij zijn digitaal niet zo onderlegd. We hadden het gewoon niet zo goed in de vingers", geeft Stuivenberg eerlijk toe.
Investeren in online zat er niet in, omdat de omzetten al tijden terugliepen. "Je komt dan in een negatieve spiraal." Eigen geld in een nieuwe webshop stoppen vonden de ondernemers te riskant.
Concurrentie van Lidl en Kruidvat
Maar er zijn meer kapers op de kust voor speelgoedwinkels, zien zowel Ineke als de economen van ABN Amro. "Bij de Lidl en de Kruidvat kun je ook speelgoed kopen. Wat ik heel vervelend vind is dat ze steeds onder de prijzen duiken. Een doos Kapla moet 49,95 euro kosten. Nu zie je ze soms voor 35 euro. Ze hoeven er geen winst op te maken."
Gemeente Utrecht, voor al uw bereikbaarheidsproblemen
De gemeente Utrecht werkte ook niet echt mee, merkt Ineke op. De bereikbaarheid van hun winkel en überhaupt de hele binnenstad zijn slecht. "Ze zijn al jaren bezig met Hoog Catharijne. De singel hebben ze opengegooid. De bewegwijzering staat vaak verkeerd. Keer maar weer om!"
De eigenaar van het pand heeft de afgelopen jaren meegewerkt door de huur te verlagen, maar dat bleek onvoldoende. Als 15 december het huurcontract afloopt hopen de ondernemers dat al het speelgoed dat er staat alsnog verkocht is. "Dan hebben we tenminste nog een leuke eindejaars."

Zo red je het wél
Maar hoe red je het wel als fysieke speelgoedwinkel, vroegen de economen van ABN Amro zich af. Ze zagen dat er nog veel winst valt te behalen bij een oudere doelgroep: de opa's en oma's die speelgoed kopen voor hun kleinkinderen. Die hebben minder geld over voor speelgoed, maar komen vaker in fysieke winkels.
Een andere manier om klanten te lokken: zorg voor interactiviteit. Laat kinderen het speelgoed in de winkel uitproberen. Kleed de winkel mooi aan. Precies de dingen die een webshop niet kan bieden.
Voor Ineke en Marion komt het allemaal te laat. Ineke gaat na de sluiting met pensioen. Marion zoekt nu naar een nieuwe baan.
