Directeur-grootaandeelhouders die grote sommen geld hebben geleend van hun eigen bedrijf, moeten daar straks flink voor betalen. Het kabinet zal daarvoor begin 2019 een wetsvoorstel indienen.
Het gaat om 23.000 ondernemers die meer dan een half miljoen euro hebben geleend bij hun eigen bedrijf. In totaal hebben zij een schuld uitstaan bij hun bedrijven van meer dan 30 miljard euro.
Belasting ontlopen
Door te lenen van het eigen bedrijf kunnen ondernemers voor zeer lange tijd belasting in box 2 uitstellen, of zelfs afstellen, schrijven Minister Hoekstra en staatssecretaris Snel. Dat is belasting die je betaalt over voordelen die gehaald worden uit het grootaandeelhouderschap van een onderneming. Denk bijvoorbeeld aan dividenduitkeringen.
Directeur-grootaandeelhouders hebben nu dus vaak de neiging om geen (of minder) winst uit te keren, maar in plaats daarvan een lening te verstrekken, waarover geen belasting wordt betaald.
Kost te veel tijd
Volgens het kabinet kost het toezicht hierop veel te veel tijd en leidt het tot veel discussies. Bovendien wil het kabinet belastingontwijking tegengaan.
Ondernemers krijgen tot 2022 de tijd om de schuld terug te brengen tot minder dan 500.000 euro. Daarna moet er over de schuld aan de bv boven de 500.000 euro belasting worden betaald in box 2. Vanaf 2021 is dat 28,5 procent.
Met andere woorden: vanaf 2022 moment beschouwt de Belastingdienst het geleende bedrag boven een half miljoen als inkomen uit een aanmerkelijk belang.
Schuld aflossen
De staat verwacht dat de maatregel, hoewel die pas in 2022 van kracht wordt, volgend jaar voor een eenmalige meevaller van 1,8 miljard euro gaat zorgen. Dat komt omdat ondernemers dan nog de mogelijkheid hebben om tegen het oude box 2-tarief van 25 procent een dividenduitkering te doen.
Met die (belaste) uitkering kunnen ze dan hun schuld geheel of gedeeltelijk aflossen. Structureel zorgt de maatregel voor 50 miljoen euro aan extra inkomsten voor de staat.