De gemeente Amsterdam komt terug van haar besluit om de deelfiets te verbieden. Vanaf 1 maart 2019 krijgen maximaal drie partijen een vergunning voor een proefperiode van maximaal drie jaar om hun deelfietsen aan de man te brengen.
Dat schrijft verkeerswethouder Pieter Litjens in zijn 83-pagina tellende Nota Deelfiets. Om draagvlak onder de bevolking te creëren roept hij Amsterdammers via een inspraakprocedure op mee te denken om de proef te laten slagen. Naast drie deelfietsaanbieders is er ook ruimte voor twee bedrijven voor (elektrische) deelscooters.
"Met de inrichting van een deelfietssysteem maken we het voor een gebruiker gemakkelijker om een deelfiets te pakken", schrijft Litjens in zijn inleiding. "En met de uitgifte van een beperkt aantal vergunningen zorgen we als gemeente samen met de aanbieders voor een goed en gebalanceerd aanbod van deelfietsen.
Ergernis onder Amsterdammers
Het is de tweede keer dat de gemeente het roer honderdtachtig graden omgooit. Nadat het in eerste instantie welwillend stond tegenover de komst van deelfietsen, veranderde dat toen verschillende (buitenlandse) partijen zicht stortten op de Amsterdamse deelfietsmarkt.
Dit jaar verspreidden verschillende aanbieders in totaal zo'n zevenduizend deelfietsen over de stad. Niet in speciale rekken zoals in het buitenland, maar tussen de stadsbarrels van de Amsterdammers. Dit tot grote ergernis van veel bewoners, die hun plekjes in de fietsrekken opeens ingenomen zagen door felgekleurde fietsen met namen als Flickbike, Donkey Republic en Obike.
Gereguleerde deelfietsen
Toen de gemeente in oktober bekendmaakte dat alle deelfietsen vóór 20 oktober uit het straatbeeld moesten verdwijnen, gooide Flickbike als eerste de handdoek in de ring en haalde al haar duizend fietsen van straat. Een groot deel daarvan staat nu opgeslagen, de rest doet mee aan pilots op bedrijventerreinen en natuurgebieden van Staatsbosbeheer.
Flickbike-oprichter Vikenti Kumanikin, die afgelopen maanden meedeed aan een gemeentelijke marktconsultatie, is blij met de beslissing van de gemeente om een pilot te doen met gereguleerde deelfietsen. Omdat hij als Amsterdammer de stad goed kent en Flickbike de eerste speler was, schat hij zijn kansen hoog in. "Wij weten hoe het werkt. Het zou stom zijn om nu niet mee te doen."
Je moet wel stimuleren
Dat geldt niet voor Obike. Voor het van oorsprong Singaporese deelfietsenbedrijf, dat in Nederland ook in Rotterdam actief is, is de hoofdstad niet heilig, zegt Hugo Knuttel, verantwoordelijk voor de Benelux. "We kijken naar steden die ons willen helpen. Je moet de deelfiets wel stimuleren en omarmen."
Knuttel vraagt zich hardop af of de gemeente Amsterdam haar hand niet overspeelt door te strenge regels te stellen. Of Obike mee gaat dingen naar een vergunning, zal de tijd uitwijzen, zegt hij. "We willen graag met de gemeente samenwerken. Hoe en onder welke voorwaarden zal in de aankomende tijd duidelijk worden."
