Ga naar de inhoud
Beurs

AEX 35 jaar: 'beetje rare index, maar leidde wel tot meer handel'

De Amsterdamse beurs in de jaren tachtig: veel handelaren op de vloer. Beeld © ANP

De bekendste index van de Amsterdamse beurs bestaat vandaag precies 35 jaar. Sinds 1983 is de AEX veel veranderd. Sommige beleggers negeerden de AEX jarenlang, maar de AEX heeft er wel voor gezorgd dat de handel in aandelen én die in opties een duwtje in de rug kreeg.

​De AEX-index werd niet bedacht door Amsterdamse aandelenbeurs, maar door de optiebeurs. Die was een paar jaar daarvoor ontstaan en om de handel in opties te stimuleren kwam het met de index. Hierdoor was het niet alleen mogelijk om in opties op afzonderlijke bedrijven te handelen, maar ook op een verzameling ervan, de index.

In 1983 heette de index dan ook niet AEX, maar EOE-index, genoemd naar de Amsterdamse optiebeurs, de European Options Exchange (EOE). Pas in 1994 veranderde de naam in AEX-index.

'Timing index was prima'

Aanvankelijk werd er afwachtend aangekeken tegen de EOE-index, zegt Tom Muller. Hij begon in 1969 op de beurs en was daarna jarenlang analist. Muller maakte de introductie van de index van dichtbij mee.

1983: 13 fondsen

Toen de AEX-index (toen nog EOE-index) van start ging zaten er 13 fondsen in, een aantal bestaat nog, maar sommige werden overgenomen of fuseerden:

ABN, fuseerde met Amro tot ABN Amro, daarna overgenomen en opgesplitst. Nu weer in uitgeklede vorm terug in de AEX 
Ahold
Akzo
Amro, fuseerde met ABN tot ABN Amro
Gist-Brocades, overgenomen door DSM
​Heineken
Hoogovens, fuseerde met British Steel en werd daarna overgenomen door Tata Steel
KLM, overgenomen door Air France, staat nu als Air France-KLM in de midkap-index
Koninklijke Olie, heet inmiddels Royal Dutch Shell
Nationale Nederlanden, fuseerde met NMB Postbank Groep tot ING. Inmiddels is dat weer gesplitst, zodat NN weer terug is in de AEX
Philips, nog altijd in de AEX, maar is nu wel een totaal ander concern
Unilever
Nedlloyd, fuseerde met Britse P&O en werd later overgenomen door het Deense Maersk

Inmiddels is hij gepensioneerd, maar Muller weet nog goed dat naarmate er meer werd gehandeld, de aandacht voor de EOE-index ook toenam.

De beurs en dus ook de nieuwe index hadden het tij mee, want vanaf 1983 begon de economie aan te trekken en de koersen gingen mee omhoog. Dat was mede omdat de rente begon te dalen. Tegelijkertijd gingen mensen ook meer beleggen.

EOE won het van CBS-index

Vóór de EOE-index bestond er al een andere index: de ANP/CBS-index. Uiteindelijk heeft de EOE-index de CBS-index volkomen overvleugeld. "Het is bijzonder dat een nieuwkomer de oude index verdringt", zegt Corné van Zeijl van Actiam.

Hij legt uit dat de CBS-index maar twee keer per dag werd berekend en op zo'n index kun je geen opties verhandelen. De EOE, daarentegen, werd doorlopend berekend. "Als het CBS met het berekenen van de eigen index daar actiever mee was omgegaan, dan weet ik niet of de EOE-index er nog wel was geweest."

AEX: 10,5 procent rendement per jaar en dat 35 jaar lang, laat beurscommentator Jacob Schoenmaker zien:

Niet iedereen meteen fan

Niet alle beleggers gingen om. Jaap van Duijn, oud-buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam en jarenlang het gezicht van Robeco, keek er lang niet naar. Hij bleef juist de CBS-index volgen.

"Die bestond al sinds medio jaren vijftig en had dus veel meer historie. Daar kon je allerlei patronen uit halen", zegt hij. Toen het CBS stopte met het berekenen van de CBS-index was Van Duijn er zelfs boos over, weet hij nog.

13 fondsen te weinig?

Muller vindt het geen probleem dat de EOE-index begon met maar 13 fondsen. "Je wilt een bepaald handelsvolume hebben, als er aandelen in zo'n index zitten waarin maar weinig wordt gehandeld, dan maakt dat een index kwetsbaar", zegt hij.

Als in een index ook kleinere fondsen zitten, waarin niet zoveel wordt gehandeld, dan kun je de hoogte van de index namelijk relatief eenvoudig beïnvloeden door veel orders in dat fonds op te geven.

AEX halveerde door introductie euro

De index begon met een stand van 100. In 1997 ging de AEX door de grens van duizend punten. Maar begin 1999 werden de koersen van onder meer aandelen en opties in euro's weergegeven en daardoor kelderde de index.

De AEX was immers een honderdste van de waarde in guldens van een bepaald mandje. Toen de euro kwam werd de stand van de index dan ook gedeeld door de omrekeningskoers van de euro ten opzichte van de gulden: 2,20371.

Handelsvolume

Muller heeft nog wel commentaar op de manier waarop wordt bepaald welke fondsen in de index zitten. Daarbij wordt gekeken naar het handelsvolume: de bedrijven waar de meeste handel in is komen in de index.

Maar als beleggers plotseling heel enthousiast zijn over een bepaald fonds of een sector, dan wordt er meer in gehandeld en wordt het dus opgenomen in de AEX-index. Vervolgens stuwt de animo voor zo'n fonds of sector de index omhoog, zegt Muller.

En als de koers vervolgens instort, dan drukt dat de index weer, aldus Muller. "In 2000 werd de index zo uit het lood getrokken", aldus Muller. Hij verwijst naar de koersontwikkeling van onder meer KPN, dat rond de eeuwwisseling plotseling enorm in de belangstelling stond, maar waar de koers later van kelderde.

Bekende namen die uit de AEX verdwenen:

Amev (later Fortis), Bührmann-Tetterode, DAF, Fokker, KNP, NMB, VNU, Wessanen (uit de index zoals die was in 1989).

Elsevier heet inmiddels RELX en VOC (Van Ommeren Ceteco) is met Pakhoed opgegaan in Vopak. RELX en Vopak zitten nog in de AEX. 

Een greep uit andere verdwenen namen: Océ, Polygram, Stork, Hagemeyer, Numico, Baan, Vendex, UPC, Gucci, KPNQwest, Versatel, Van der Moolen, Vedior, Tele Atlas, DE Master Blenders, Imtech.

Volgens Muller had beter gekozen kunnen worden voor het criterium beurswaarde. Daarbij zitten de ondernemingen die op de beurs het meest waard zijn automatisch ook in de index.

'AEX zegt niets voor dividendbeleggers'

Nog een nadeel van de AEX is dat het geen herbeleggingsindex is, vult Van Duijn aan. Als het dat wel zou zijn, dan zou ervan worden uitgegaan dat dividenden ook weer worden belegd. Als je veel in bedrijven belegt die flink wat dividend uitkeren, dan geeft een vergelijking met de AEX geen goed beeld.

Er bestaat wel een AEX-herbeleggingsindex, maar die staat veel minder in de belangstelling. Als beleggers het over de AEX hebben, dan hebben ze het over de AEX zonder dat rekening wordt gehouden met dividenden.

Shell en Unilever: maximaal 15 procent

Op de Amsterdamse beurs domineert een beperkt aantal aandelen. In de eerste plaats geldt dat voor Royal Dutch Shell, met een marktwaarde van meer dan 200 miljard euro. Een andere grootmacht is Unilever. Om de index niet te veel afhankelijk van deze twee te laten zijn, tellen ze voor maximaal 15 procent mee.

Maar de grote vier (ING en ASML zijn de andere twee) bepalen nog altijd ruim de helft van de AEX.

'Afgeleide van Wall Street'

Verder vond Van Duijn de 13 bedrijven uit de beginperiode te weinig. Een samenstelling uit 25 fondsen vindt hij wel beter. Bij Robeco keek hij trouwens weinig naar de AEX-index, 'omdat het een afgeleide is van wat er op Wall Street gebeurt'.

Verder wijzigt de samenstelling van de AEX geregeld. "Het idee is dat je met indexbeleggen weinig hoeft te doen", is volgens hem helemaal niet zo. Maar de AEX heeft wel zijn plaats verworven, geeft hij toe.

Wil je nog meer weten over de beurs? Kijk dan naar Beurs Inside, elke maandag live te zien om 20.00 uur - of later terugkijken.