Door overnamepogingen van AkzoNobel, Unilever, PostNL zijn beschermingsconstructies centraal komen staan. Volgens sommige analisten zorgt dat voor lagere beurskoersen in Amsterdam, maar anderen denken dat zo'n 'Dutch discount' onzin is.
Eind jaren '90 waren veel Nederlandse beursbedrijven 'dichtgetimmerd'. Aandeelhouders hadden weinig macht en algemeen werd aangenomen dat dit de koersen aan de Amsterdamse beurs drukte. Dit verschijnsel wordt Dutch Discount genoemd.
Tegenwoordig is dit fenomeen volgens veel beleggers weer terug. Dat komt omdat aandeelhouders weer minder macht lijken te hebben bij mogelijk bedrijfsovernames.
Bang voor bescherming
Sinds de strijd om AkzoNobel klagen beleggers weer dat Nederlandse bedrijven te veel zijn beschermd. Zij zijn vooral bang dat de politiek voor nóg meer bescherming zorgt.
Eén belegger dreigde maandag impliciet bij de zaak van activistische belegger Elliott tegen AkzoNobel bij de Ondernemingskamer dat hij geld uit Nederlandse bedrijven zou terughalen als de rechter in het voordeel van AkzoNobel zou besluiten.
Maar is de Dutch Discount echt terug of niet?
Daar zijn de meningen over verdeeld. ''Nee hoor, binnen Europa hoort de AEX tot de duurdere beurzen'', maakt Bob Homan van het ING investment office daar korte metten mee. De koerswinstverhouding, het aantal keren dat je de winst betaalt voor een bedrijf, is volgens hem hoger dan bij de DAX of de CAC40, de Duitse en Franse indexen van meest verhandelde beursfondsen.
'Overbelicht'
Ook Corné van Zeijl van Actiam gelooft niet in het bestaan: "Het is één van de meest overbelichte termen die er is.'' Volgens hem was er eerder wel sprake van, maar dat is nu grotendeels verdwenen.
Bovendien moet je niet vergeten dat toen de koersen in Amsterdam lager waren dan in veel andere landen er hier veel financials en Shell waren genoteerd. Die zijn vaak goedkoper, maar daarvoor gecorrigeerd was er nagenoeg geen Dutch Discount, aldus Van Zeijl.
'Gaat om perceptie buitenland'
Volgens Rients Abma van Eumedion, een organisatie van institutionele beleggers, is moeilijk te berekenen hoe groot de Dutch Discount zou zijn. Mogelijk wordt deze groter nu de politiek denkt over strengere regels.
Maar het gaat vooral om de perceptie die buitenlandse beleggers hebben, zegt hij. Als zij denken straks minder invloed te hebben, dan willen ze minder betalen voor aandelen. Dat betekent een lagere koers.
Zo'n 87 procent van de aandelen van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven is in handen van buitenlandse institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen en verzekeraars. Die beleggers komen vooral uit Groot-Brittannië, de VS, Canada en Ierland. Het is dus belangrijk hoe zij erin staan.
Neerwaartse spiraal
Door een lagere koers kan het gewicht van Nederlandse aandelen als onderdeel van de wereldwijde index dalen. Daardoor kunnen zij zelfs uit zo'n index vallen, aldus Abma.
In beide gevallen zullen beleggers die de index volgen minder aandelen van zo'n fonds kopen of zelfs een deel moeten verkopen en dat drukt de koers weer verder, zegt hij.
'PPG en KraftHeinz melden zich niet zomaar'
Ook Koen Bender, van Mercurius Vermogensbeheer, is negatief over beschermingsconstructies en ook over pogingen van de overheid om overnames lastiger te maken. Maar of Nederlandse bedrijven nu een lagere waardering hebben dan beursfondsen in het buitenland kun je volgens Bender eigenlijk niet zeggen.
Dat komt mede doordat bedrijven uit sommige sectoren, zoals de automotive-industrie, in Nederland eenvoudigweg ontbreken.
Maar eigenlijk is het heel simpel, zegt Bender: ons 'tafelzilver' moet alleen beschermd worden als het zijn glans heeft verloren. In zijn ogen hoeven bedrijven die het goed doen niet na te denken over beschermingsconstructies en de overheid hoeft zich er dan ook niet mee te bemoeien.
Kritiek op Kamp
PPG of KraftHeinz kloppen niet aan bij AkzoNobel of Unilever omdat ze het een kwartaal slecht zouden doen of omdat ze het een jaar slechter doen dan de concurrentie, zegt Bender.
En minister Kamp, die is van minister van Economische Zaken verworden tot de minister van Sociale Zaken voor slecht presterende bestuursvoorzitters, aldus Bender.