Voor het eerst worden er offshore windparken gebouwd zonder subsidie van de overheid. De Deense energiemaatschappij Dong heeft een aanbesteding gewonnen voor de bouw van twee windmolenparken in het Duitse deel van de Noordzee zonder daarbij om een rijksbijdrage te vragen.
In opdracht van de Duitse overheid gaat Dong vanaf 2024 in totaal drie nieuwe windparken bouwen, waarvan twee zonder vergoeding. Voor het derde park ontvangt het Deense bedrijf 6 eurocent per KWh (kilowattuur).
De Nederlandse belastingbetaler is indirect wél bij de aanleg betrokken. Netbeheerder Tennet neemt de kosten voor het aansluiten van de windparken op het elektriciteitsnet voor zijn rekening. Het bedrijf is voor honderd procent eigendom van de Nederlandse staat.
Doorbraak
Samuel Leupold, directeur wind bij Dong, noemt de aanleg zonder subsidie een doorbraak. "Dit toont aan dat windenergie de hoeksteen is bij de transitie naar groene energie. Zowel overheden als consumenten zijn gebaat bij goedkopere schone energie. Dit helpt ons om klimaatverandering tegen te gaan."
Dat de Denen nu windparken kunnen bouwen zonder subsidie heeft meerdere redenen. Ten eerste zet het bedrijf vol in op schaalgrootte. Zo rekent Dong op turbines tot wel 15 megawatt per stuk, terwijl de molens de afgelopen jaren gemiddeld een vermogen hadden van z'n 5 megawatt.
Daarbij kan de energiemaatschappij kosten besparen doordat het tegelijkertijd drie parken aanlegt. Ook rekent het bedrijf op stabiele inkomsten door de relatief harde en constante wind in het gebied. Tenslotte kan Dong de parken onderhouden vanaf een al bestaande hub in het plaatsje Norddeich aan de Duitse Waddenzee.
Miljardenmeevaller
De prijs van windenergie is de afgelopen jaren al fors gedaald. Ook in Nederland. Zo sleepte een consortium van Shell, Eneco, Van Oord en Mitsubishi vorig jaar de aanbesteding van Borssele 3 en 4 in de wacht tegen een kostprijs van nog geen 5,5 cent per kWh.
Even daarvoor ging Dong er bij de tender van Borssele 1 en 2 met een bedrag van 7,3 cent per kWh vandoor. Beide projecten zorgden voor een meevaller voor de Nederlandse staat van in totaal meer dan 7 miljard euro.
