Het Nederlandse modemerk G-Star is slaags geraakt met een van zijn voormalige kledingleveranciers. Omdat G-Star plotsklaps geen bestellingen meer deed, stapte de kledingfabriek naar de rechter met een schadeclaim van 16 miljoen euro.
Uit een vrijdag openbaar geworden tussenvonnis blijkt dat de rechtbank Amsterdam vindt dat er inderdaad sprake is van een 'grove schending' van de productieafspraken door G-Star.
G-Star moet schade betalen
Ook is het modemerk volgens de rechters verantwoordelijk voor de schade. Op een aantal punten becijfert de rechtbank de schade echter véél lager dan de oorspronkelijke claim. De precieze hoogte van andere schadeposten moet nog worden vastgesteld.
Bij een tussenvonnis wordt alvast een definitieve uitspraak gedaan op bepaalde onderdelen van de zaak. Na het tussenvonnis volgt een eindvonnis, maar op welke termijn is nog niet duidelijk.
Modegigant
G-Star, dat in 1989 werd opgericht als jeansmerk door ondernemer Jos van Tilburg, is een van de grootste modemerken van Nederland. Het bedrijf groeide uit tot modeconcern met winkels over de hele wereld.
Naar verluidt boekte het concern op zijn hoogtepunt een jaaromzet van zo'n 800 miljoen euro. Gedetailleerde financiële cijfers over G-Star zijn echter niet bekend, want het bedrijf heeft zichzelf zo georganiseerd dat het geen jaarrekeningen openbaar hoeft te maken.
Problemen
In 2020 kwam G-Star mede door de coronapandemie in de problemen. In de zomer van dat jaar ging de Zweedse tak van G-Star failliet en vroegen de dochterbedrijven in de VS en Australië uitstel van betaling aan. Een ingrijpende reorganisatie volgde, waarbij het concern een deel van zijn winkels sloot.
Uit het Amsterdamse tussenvonnis blijkt dat G-Star nu in aanvaring is gekomen met productiebedrijf Vert Asia uit Hongkong. Dat bedrijf maakte in zijn Vietnamese kledingfabriek Vert Fashion jarenlang grote hoeveelheden kleding voor het modemerk.
Vert leverde onder meer enkele honderdduizenden winterjassen van het type Whistler, maar ook zomerjassen, zwembroeken en shirts.
Verplichting
Aanvankelijk bestond tussen de bedrijven een afspraak die G-Star niet verplichtte tot het doen van bestellingen. Maar eind 2018 sloot het modemerk een nieuwe deal waarbij het zich verplichtte drie jaar lang Whistler-jassen af te nemen.
Na het uitbreken van de coronacrisis liet G-Star de producent in april 2020 weten uitstaande bestellingen deels terug te schroeven, en deels helemaal te annuleren. In augustus kondigde G-Star aan geen herhaalorders voor 2021 te zullen geven. En niet lang daarna ging ook een streep door de bestelling van Whistler-jassen voor 2021.
Naar de rechter
Toen kledingproducent Vert daartegen protesteerde, zei G-Star eventueel nog wel de al gereedstaande bestellingen en de orders waarvoor de stoffen al waren ingekocht af te willen nemen. Dat ging om kleding ter waarde van 865.000 dollar, omgerekend zo'n 800.000 euro.
Met dat 'lapmiddel' nam Vert echter geen genoegen. In oktober 2020 stelde de producent G-Star aansprakelijk voor de schade. Het bedrijf stapte vervolgens naar de rechter met een schadeclaim van ruim 17,5 miljoen dollar, omgerekend ruim 16 miljoen euro.
Fabriek gesloten
Volgens het kledingbedrijf had G-Star de afspraken geschonden door de samenwerking abrupt te verbreken, waardoor het zijn fabriek in Vietnam had moeten sluiten en medewerkers daar brodeloos waren geworden.
Volgens G-Star was er helemaal geen sprake geweest van afnameverplichtingen. De schade van de producent zou niet zijn ontstaan door het uitblijven van de bestellingen, maar omdat de kledingproducent slecht gefinancierd was, zich te afhankelijk had gemaakt van G-Star en zijn fabriek te snel zou hebben gesloten.
Grove schending afspraken
In het tussenvonnis haalt de kledingproducent grotendeels zijn gelijk. Volgens de Amsterdamse rechtbank was de aankondiging dat G-Star geen Whistler-jassen meer zou afnemen in 2021 'een evidente en grove schending' van de afspraken. Te meer omdat het modemerk vervolgens wel 56.000 van die jassen in Bangladesh bestelde.
Ook vinden de Amsterdamse rechters dat G-Star de leverancier met de andere orders veel te plotseling en hard liet vallen, waardoor de fabriek in Vietnam moest sluiten en de medewerkers op straat kwamen te staan.
Verantwoord ondernemen
Daarbij liet de rechtbank meewegen dat het modemerk zelf zegt een zogenoemd CSR-beleid te voeren. Die afkorting staat voor Corporate Social and enviromental Responsibility, zeg maar maatschappelijk verantwoord ondernemen.
De rechtbank vindt eveneens dat G-Star aansprakelijk is voor de schade die Vert heeft geleden. Maar enkele schadeposten becijfert de rechtbank véél lager dan de producent. Zo claimde Vert een totaal omzetverlies van bijna 15 miljoen euro. Volgens de rechtbank bedroeg de schade echter alleen de misgelopen winst op die omzet. Die zou zo’n 224.000 dollar bedragen, ofwel ruim 200.000 euro.
Schadeposten
Over de precieze omvang van andere schadeposten, zoals een compensatie voor lager dan verwachte bestellingen van jassen en de waardedaling van de fabriek in Vietnam, moeten de partijen nog extra informatie aanleveren op basis waarvan de rechtbank dan kan oordelen.
Woordvoerster Suzanne de Jong van G-Star zegt dat het bedrijf trots is de onzekere en turbulente periode rond de covid-crisis met zijn partners goed te hebben doorstaan. "Vert is de enige partner met wie de samenwerking wel tot een einde is gekomen, maar daar lagen andere redenen aan ten grondslag waar we - zo lang het geschil onder de rechter is - niet verder op in kunnen gaan."
Onder de rechter
G-Star zegt het te betreuren dat de zaak voor de rechter is gekomen, en wijst erop dat de uitspraak een tussenvonnis betreft dat nog niet op alle punten een definitief oordeel is. "Wij zien het eindvonnis met vertrouwen tegemoet."
Advocaat Marc van Rijswijk van Vert zegt dat de kledingproducent 'geen commentaar wenst te geven zolang de zaak nog onder de rechter is'.
