Voormalig bestuursvoorzitter Kees van Dijkhuizen van ABN Amro wordt door het Openbaar Ministerie als verdachte gezien in het onderzoek naar overtredingen van de antiwitwaswet bij de bank.
Dat bevestigt ABN Amro aan RTL Z na berichtgeving van het Financieele Dagblad (FD). Van Dijkhuizen is hiermee de vierde verdachte in het strafrechtelijk onderzoek.
Eerder waren zijn voorganger Gerrit Zalm en de toenmalige bestuurders Joop Wijn en Chris Vogelzang al verdacht.

2016 tot en met 2019
De advocaat van Van Dijkhuizen is niet bereikbaar voor commentaar. Tegen het FD zegt ze dat ze niet wil ingaan op de vraag sinds wanneer Van Dijkhuizen op de hoogte is gesteld door het OM en of hij al is gehoord als verdachte.
Het strafrechtelijk onderzoek richtte zich aanvankelijk op de periode van 2014 tot en met 2016, maar nu Van Dijkhuizen ook verdachte is, lijkt het onderzoek ook te gaan over de jaren tot en met 2019. Van Dijkhuizen was van 2013 tot 2017 financieel bestuurder bij de bank in het team van Zalm, en daarna tot april 2020 de CEO.

ABN Amro schikte in 2021
In april vorig jaar schikte ABN Amro voor 480 miljoen euro met het Openbaar Ministerie omdat de bank tekortschoot bij het tegengaan van witwassen. Banken moeten nagaan wie hun klanten zijn en of hun klanten zich niet schuldig maken aan het witwassen van geld. De bank gaf toe dat het daarin is tekortgeschoten.
ABN Amro werd ervan verdacht onvoldoende te hebben gedaan om witwassen te voorkomen.

Bij het onderzoek waarin onder meer Van Dijkhuizen wordt verdacht gaat het om een onderzoek naar de rol van individuele bestuurders.
Staatsbank
ABN Amro is nog altijd in meerderheid (56,3 procent) in handen van de staat. Tussen de nationalisatie ten tijde van de kredietcrisis in 2008 en de beursgang eind november 2015 was het zelfs volledig in handen van de staat.