Het financiële drama rond de Nederlandse sportdrankmaker O'sonyq is veel groter dan gedacht. Omdat het failliete bedrijf méér verplichtingen aanging dan eerder bekend, kan de schuldenlast tot vier keer hoger uitkomen. Het is onwaarschijnlijk dat gedupeerden veel van die 8,5 miljoen euro terugzien.
Dat blijkt uit het nieuwste faillissementsverslag van curator Frederik Barthel.
Spectaculair
In 2018 bestormde nieuwkomer O'sonyq uit Rijswijk de markt voor sportdranken, door in korte tijd een spectaculaire hoeveelheid sponsorcontracten af te sluiten met prominente voetbalclubs, sportbonden en individuele sporters.
Zo werd het bedrijf partner van de Italiaanse voetbalgigant Juventus en andere grote clubs als Vitesse, AS Monaco, VfL Wolfsburg, West Ham United en Rangers. Het bedrijf wist zich eveneens zich te verbinden aan de judobond, de zwembond en de Johan Cruyff Foundation.
Failliet
Eind maart meldde RTL Z dat het bedrijf ondanks het veelbelovende begin op de fles was gegaan. Het faillissement was te wijten aan aanloopverliezen, geldgebrek en ruzie tussen oprichter Marcel Kraaibeek en investeerder Roy Thakoerdin.

Organisaties die zich aan O'sonyq hadden verbonden, gingen het schip in. Zo bleek dat de Johan Cruyff Foundation nooit een cent sponsorgeld had ontvangen. Voetbalclubs Juventus en Vitesse sleepten het bedrijf voor de rechter, om toegezegde betalingen af te dwingen.
Miljoenenschulden
Uit onderzoek dat curator Barthel afgelopen maanden deed, blijkt dat de schuldenlast als gevolg van de toezeggingen waarschijnlijk veel hoger ligt dan eerder gedacht. Aanvankelijk bleek uit de boekhouding dat schuldeisers zo'n 2 miljoen euro van het failliete bedrijf tegoed hadden.
"De curator heeft nader onderzoek gedaan, waaruit volgt dat door het failliete bedrijf en haar dochter aanvullend voor een bedrag van 6.603.450 euro aan verplichtingen zijn aangegaan, waarvoor geen financiële dekking was", schrijft Barthel in zijn verslag. "De schuldenlast zou dan richting 8,5 miljoen euro stijgen."
Stroef en arbeidsintensief
Verder constateert de curator in het verslag dat de administratie onvolledig is en dat de afwikkeling van het faillissement 'stroef verloopt en zeer arbeidsintensief is', mede omdat 'diverse betrokkenen en geïnteresseerden' elkaar de intellectuele eigendomsrechten van O’sonyq niet gunnen.
Omdat een van die partijen een rechtszaak is gestart, wil de curator nog niets kwijt over zijn onderzoek naar mogelijke onregelmatigheden in de aanloop naar het faillissement.