Van het verkopen van plantaardige hamburgers vanuit een bakfiets naar grote festivals als Lowlands, restaurants en supermarkten. Dutch Weed Burgers, op basis van zeewier en micro-algen, verkochten als een raket. Maar voor een internationale doorbraak had oprichter Mark Kulsdom meer nodig.
En dat 'meer' heeft hij nu, in de vorm van een overname door het Livekindly Collective.
Jarenlang met foodtrucks op pad
Livekindly Collective, een fabrikant van vleesvervangers, neemt Dutch Weed Burger over. Livekindly noemt zichzelf een beweging en wil een van de grootste bedrijven in plantaardig voedsel ter wereld worden. En daar moeten de plantaardige burgers, nuggets en hotdogs van Dutch Weed Burger bij helpen.
De missie sluit aan bij die van Dutch Weed-oprichter en ceo Mark Kulsdom. "We zijn een Amsterdams merk en zijn jarenlang met foodtrucks op pad geweest om mensen hier te verlekkeren met onze burgers. Hoe gaaf is het om nu deel uit te maken van zo’n globale beweging", zegt Kulsdom.
Vleesvervangers zijn hot
Livekindly Collective is amper een jaar oud en haalde al 535 miljoen euro aan groeikapitaal op. Dit jaar nam het al vier andere merken over, waaronder The Fry Family Food Co, LikeMeat en Oumph!, die in meer dan 40 landen worden verkocht. Voor welk bedrag Livekindly Dutch Weed overneemt, willen de bedrijven niet zeggen.
Twee jaar geleden zei Kulsdom al dat groeien van startup naar scale-up de grootste uitdaging was voor zijn bedrijf. En daar is deze overname het resultaat van, zegt hij nu. "Ik heb al drie jaar echt het idee dat we moeten aanhaken bij een partij die een distributienetwerk heeft, sales en productiecapaciteit. De vegamarkt groeit zo hard en is zo enorm veranderd."
Big guys geven gas
Wie de afgelopen jaren in de supermarkt komt, ziet die verandering. De markt voor vleesvervangers groeit al een tijdje en de schappen van de verschillende vleesvervangende producten worden steeds groter.
Nederlanders kochten vorig jaar 20 procent meer vleesvervangers dan het jaar ervoor. In drie jaar tijd is de vleesvervangersmarkt verdubbeld. Niet gek dat grote voedselreuzen de afgelopen jaren de innovatieve bedrijven overnamen die vleesvervangers maken.
Goed fatsoen
In 2016 kocht Nestlé het vegetarische merk Garden Gourmet. Drie jaar geleden kocht Unilever de Vegetarische Slager en dit jaar nog nam de Braziliaanse reus JBS het Holtense Vivera over voor 341 miljoen euro.
"The big guys geven er flink gas op", zegt Kulsdom. "Het werd ook wel eens tijd dat er geld naartoe ging. Uit goed fatsoen ook. Omdat we op een andere manier met de planeet en dieren moeten omgaan."
Lees meer: Vleesvervangers steeds populairder: 'Ik proef geen verschil'
Inspiratie in NYC
Het verhaal van zijn burgers op basis van zeewier begon in 2012, toen hij in New York met zijn zakenpartner Lisette Kreischer een documentaire maakte over plantaardig voedsel. "Dat was een roadtrip langs veganistische restaurants. Super gezond en lekker en dat sprak ons aan", zegt hij.
Terug in Nederland ging hij op zoek naar een product met zeewier als nieuwe eiwitbron. Zo kwam hij op de vleesloze burger. Fan van de term vleesvervanger is hij niet. "Het is geen vleesvervanger, dit is gezonder. Het is de eerste optie die we zouden moeten kiezen. Die zoektocht was echt persoonlijk. Ik eet geen vlees maar wil ook gewoon burgers hakken."
Van Mystery Land tot restaurant
Binnen drie maanden kwam de Dutch Weed Burger. "De eerste keer verkochten we de burgers op Mysterlyand. En aan het einde van de dag was het uitverkocht en waren we een culthit."
De volgende stap was een bakfiets die hij voor 200 euro kocht van een vriend, waar een keuken op werd getimmerd. "We gingen op events staan, bij een kunstbeurs en zo hebben we het langzaam opgebouwd. Nu staan we al vijf jaar met een grote zeecontainer op Lowlands en leveren we aan restaurants."
Lockdown: nieuwe markten
Net als veel andere ondernemers wordt ook Kulsdom geraakt door de lockdowns in de coronacrisis. Geen festivals, geen restaurants: dus de voorraden bleven liggen. "Toen alles dicht moest, hebben we een webshop geopend om de voorraad te kunnen verkopen."
Dat was een succes, dus volgde een stap richting de winkels. "Daar schijnt 80 procent van de markt te liggen. Dat begon bij online supermarkt Crisp en de Albert Heijn. Maar ook Thuisbezorgd en groothandels als Hanos."
Op naar het buitenland
De volgende stap voor de Dutch Weed Burger is het buitenland. "Vega doet het goed in Zweden, Finland en de UK. Die markt is meer volwassen dan hier. De Appie was een goede test-case. Maar om de volgende stap te kunnen zetten, heb je toch de grote jongens nodig."
En dat is waar Livekindly om de hoek komt kijken. Want het liefst wil Kulsdom zeewier produceren in de buurt van de winkels waar de burgers straks in liggen. Duurzamer, omdat lokaal geproduceerde ingrediënten dan niet over de hele wereld vervoerd hoeven worden. "Hoe gaaf zou het zijn om in Noord-Amerika met zeewierboeren samen te werken om die lijnen in die keten zo kort mogelijk te houden?"
De hele wereld als reikwijdte
Dan helpt het om contacten te hebben. "Natuurlijk brengen we zelf een heel netwerk mee. Maar stel dat iemand in Australië het product interessant vindt. Dan hebben zij wel de contacten. Dat is zo cool. De reikwijdte gaan ineens de hele wereld over."
Kulsdom en zijn team van 6 werknemers gaan mee naar het nieuwe bedrijf en blijven daar werken aan de weed burger en de andere plantaardige producten.
