Ga naar de inhoud
Belangenverstrengeling voorkomen

Reisorganisaties wilden invloed op afwikkeling bankroet D-Reizen

Reisbureau D-Reizen ging begin april op de fles. Beeld © ANP

Reisorganisaties als TUI Nederland, Prijsvrij en het garantiefonds SGR wilden invloed op de wijze waarop het faillissement van reisbureau D-Reizen wordt afgewikkeld. Invloed kregen zij, alleen véél minder dan gewild. Daardoor werd belangenverstrengeling voorkomen.

Dat blijkt uit recent openbaar geworden uitspraken van de rechtbank Noord-Holland in Haarlem.

Reisorganisatie D-Reizen, die 285 reisbureaus en ruim 1150 werknemers telde, ging begin april failliet. Sindsdien werken curatoren Ton Tekstra en Karel Willemse aan de afwikkeling van het faillissement.

Veel geld

Met die afwikkeling is veel geld gemoeid. Uit het onlangs gepubliceerde curatorenverslag bleek dat D-Reizen alleen al 22.000 vouchers met een waarde van 43 miljoen euro uitgaf aan klanten die hun reis moesten uitstellen door de pandemie.

Het grootste deel van die vouchers wordt gedekt door het garantiefonds SGR. Dat fonds en andere organisaties uit de reisbranche vrezen dat de afwikkeling van het faillissement zo ingewikkeld is, dat de kennis van de curatoren tekort schiet.

Geld doorstorten

Zo werden vlak voor het faillissement rechtszaken gevoerd en voorbereid, onder meer over de vraag of D-Reizen geld van consumenten moest doorstorten naar touroperators.

Ook was het de vraag of het reisbureau voor haar uitgegeven tegoedbonnen aanspraak kan maken op de maximale financiering uit het voucherfonds, dat reisbedrijven financieel gaat steunen bij de uitbetaling van corona-vouchers.

Invloed reisorganisaties

Om de belangen van de schuldeisers van D-Reizen te beschermen, blijken SGR en reisbedrijven als TUI Nederland en Prijsvrij te hebben aangedrongen op de vorming van een commissie, die de curatoren moet adviseren. Branchegenoten Corendon, Sunair, Travel Trend en De Jong Intra sloten zich bij hen aan.

Boekers
Lees ook:
Boekers losse tickets failliet D-reizen in onzekerheid over compensatie

Voor de rechtbank voerden de reisorganisaties aan dat de 'aard van de failliete onderneming niet voldoende kan worden begrepen zonder specifieke branchekennis'. Daarbij wezen zij op de wet- en regelgeving, de voorwaarden van branchevereniging ANVR, de reglementen en coronabesluiten van het garantiefonds SGR, en de voorwaarden van het voucherfonds.

Volgens hen zouden er in de adviescommissie vijf afgevaardigden uit de reissector moeten zitten. Dat zou volgens de reisbedrijven 'ook passen in de tijdgeest waarbij meer invloed van schuldeisers op de afwikkeling van een faillissement wenselijk is'.

Dreiging belangenverstrengeling

D-Reizen en de curatoren zelf brachten daartegen in dat de door de reisbedrijven voorgestelde samenstelling veel te eenzijdig was. Dat kan volgens hen ten koste gaan van andere belanghebbenden, zoals de werknemers, de Belastingdienst, de verhuurders van de winkelpanden en de consumenten.

Ook kon de aanwezigheid van de reisbedrijven in de commissie volgens hen leiden tot risico's op belangenverstrengeling, omdat sommige branchegenoten interesse hebben in een doorstart. Ten slotte zou een commissie met vijf leden de slagkracht ervan verminderen.

De rechtbank vond dat ook, en koos daarom voor een kleinere en meer diverse schuldeiserscommissie. In plaats van vijf afgevaardigden uit de reisindustrie is uiteindelijk een commissie van drie leden samengesteld.

Invloed beperkt

Slechts een van die leden is afkomstig uit de reisbranche, en bovendien niet rechtstreeks van een van de reisbedrijven zelf. Dat is adjunct-directeur Walter Schut van branchevereniging ANVR.

"Met een vertegenwoordiger van de ANVR (…) is de reisbranche adequaat vertegenwoordigd", oordeelt de rechtbank. "Bovendien bestaat dan niet het gevaar van ongewenste belangenverstrengeling bij de verkoop van onderdelen van de onderneming."

Belastingdienst en vakbonden

De andere twee leden zijn afkomstig van de grootste preferente schuldeiser de Belastingdienst en van vakbond FNV, als vertegenwoordiger van de werknemers.

Bedrijfsjurist Maarten van Os van Prijsvrij, een van de bedrijven die aandrong op de commissie, zegt zich bij de samenstelling ervan neer te leggen. "Wij hadden inderdaad leden voorgesteld uit alle disciplines van de reiswereld, waarmee er ook diversiteit zou zijn. We hebben nog even overwogen om hiertegen te ageren, maar dat uiteindelijk niet gedaan. We zien dit niet als nederlaag."

Prijsvrij, dat onderdeel is van het Duitse REWE-dochter DER Touristik, is volgens Van Os nog in de race om door te starten met een deel van D-Reizen. "Dat zijn we zeker, maar we kunnen daarover echter nog niets zeggen."