Ruim een kwart omzetverlies voor de autobranche

De Nederlandse auto- en motorbranche heeft in het tweede kwartaal een flinke knauw gekregen door de coronacrisis. De omzet kwam ruim 25 procent lager uit dan in dezelfde periode vorig jaar, de grootste krimp in meer dan 25 jaar.
Met name importeurs van nieuwe personenauto's waren het haasje, blijkt uit de nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Zij zetten ruim 40 procent minder om dan in het tweede kwartaal van 2019.
Gekelderde omzet
Door het coronavirus sloten fabrieken de deuren en nam de vraag naar nieuwe auto's flink af. Omdat de fabrieken sloten, in binnen- en buitenland, kelderde de omzet van de handel in auto-onderdelen ook, met 28 procent. Van bedrijfswagens en bussen gingen er 26 procent minder over de toonbank.
In het eerste kwartaal liet de handel en reparatie van auto's als enige nog positieve cijfers zien, in het tweede kwartaal belandde ook deze branche in de rode cijfers en zette 21 procent minder om.

Autoverkopen gekelderd: 23 procent minder nieuwe auto's verkocht
De enige deelbranche die niet in de dubbele rode cijfers terechtkwam, was de handel in en reparatie van motoren. Met bijna 6 procent bleef het omzetverlies hier beperkt.
Toch zien ondernemers in de auto- en motorbranche het nu minder somber in dan aan het begin van het eerste kwartaal. Toen stond het ondernemersvertrouwen met -46,9 heel erg laag. Aan het begin van het derde kwartaal was het vertrouwen toegenomen naar -9. Iets meer dan 3 procent van de ondernemers denkt dat de omzet de komende 3 maanden zal toenemen.
Over alle bedrijfstakken was het ondernemersvertrouwen aan het begin van het derde kwartaal -19,3 (ten opzichte van -37,2 in het tweede kwartaal).
