Niet de meest vervuilende grote bedrijven van Nederland maar mkb-ondernemingen betalen de vergroening van de de industrie. Milieudefensie noemt dat 'onbegrijpelijk'. Grote industriebedrijven vinden dat juist terecht en zeggen dat ze de milieuorganisatie 'een beetje een scheef beeld' schetst.
Milieudefensie baseert haar claim op informatie die het verkreeg met een beroep op de Wet openbaarheid bestuur (wob).
De Nederlandse industrie moet bijdragen aan een subsidiepot die oploopt tot 550 miljoen euro per jaar in 2030 (SDE++). Bedrijven kunnen geld uit deze pot geld krijgen als ze een investering willen doen die die hun bedrijf duurzamer maakt.
'Het mkb levert een onevenredig grote bijdrage aan het verbeteren van het milieu.'
De pot wordt vooral gevuld door de bedrijven zelf, via een heffing op elektriciteit en aardgas. Milieudefensie ontdekte dat de twaalf grootste industriebedrijven van Nederland voor minder dan 20 procent meebetalen aan het fonds.
Het gaat om staalfabriek Tata Steel, vijf olieraffinaderijen en zes chemiebedrijven waaronder een kunstmestfabriek. Zij zijn goed voor 21 procent van de Nederlandse CO2-uitstoot en 68 procent van uitstoot in de industriesector.

Metaalunie onthutst
De verhouding is vooral uit balans omdat de grote bedrijven minder bijdragen maar vervolgens veel meer gebruikmaken van de subsidies dan kleinere bedrijven, zegt Gerard Wyfker, secretaris energie bij de Koninklijke Metaalunie, die 14.000 ondernemers in de mkb-maakindustrie vertegenwoordigt.
Hij richt zich niet zozeer op de twaalf grootste bedrijven, maar op de top 300 van Nederland: 'de grote jongens'. "De verhouding is ongeveer 20-80. Grote bedrijven betalen bijna 20 procent van de subsidiegelden en ontvangen circa tachtig procent", zegt hij.
Hij wil maar zeggen: dit is geen kwestie van ietsje meer terugkrijgen dan je erin stopt. "Het mkb levert een onevenredig grote bijdrage aan het verbeteren van het milieu, terwijl minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat aan de Tweede Kamer heeft beloofd dat grote bedrijven evenredig zouden bijdragen."

Meeste winst behalen
Volgens de VNCI, de branchevereniging van de chemische industrie, is het logisch dat grotere bedrijven meer profiteren van de subsidies.
Het ligt nu eenmaal voor de hand om eerst de investeringen te doen die relatief gezien het minst kosten en het meest opleveren aan CO2-besparing, stelt Martijn Broekhof, verantwoordelijk voor klimaat, energie, innovatie & duurzaamheid bij VNCI.
"En dan heb je het onder meer over CO2-opslag of grote warmtepompinstallaties. Dat zijn investeringen die alleen grote bedrijven kunnen doen", zegt hij. "Al zou ook ik graag zien dat de SDE++-pot veel ruimer voor meer technologieën wordt opengesteld."

Meer verbruik, lager tarief
De reden dat grote bedrijven relatief weinig betalen aan de subsidiepot van SDE++, is dat de heffingen zijn gekoppeld aan hoeveel energiebelasting ze betalen.
Nederland kent een 'degressief systeem' voor energiebelasting. Het lijkt op de inkomstenbelasting - met verschillende schijven - maar werkt precies andersom: hoe meer je verbruikt, hoe goedkoper de belastingschaal waarin je terechtkomt.
De verschillen zijn aanzienlijk. Over de eerste 10.000 kilowattuur (kWh) betaal je 2,73 cent per kWh. Over alles boven de 10.000 megawattuur (mWh) betaal je 0,04 cent per mWh. Oftewel: het tarief in de laatste schijf is 1,4% van dat van de eerste schijf.
In verhouding betalen grote energiegebruikers dus veel minder energiebelasting, en dragen ze relatief dus ook minder bij aan de subsidiepot.
Daar komt nog bij dat grote industriebedrijven soms eigen energiecentrales hebben, waarvan het verbruik niet meetelt voor de energiebelasting. En de Europese staalindustrie is bijvoorbeeld helemaal vrijgesteld van energiebelasting.

Vestigingsklimaat
Broekhof van VNCI benadrukt dat Nederland hier niet uniek in is. Volgens hem hebben veel landen een 'degressief systeem' en bieden omliggende landen ook allerhande fiscale voorzieningen voor bedrijven, 'al zijn ze daar vaak niet transparant over'.
Het is een kwestie van vestigingsklimaat, zegt Broekhof. "Dat is een politieke keuze, die ons land economisch ook veel heeft opgeleverd."
De conclusie van Milieudefensie vindt hij 'een beetje scheef', omdat die alleen kijkt naar de bijdragen van industriebedrijven aan de subsidiepot van SDE++. Terwijl zij ook andere heffingen betalen op CO2-uitstoot.
De grootste 300 industriebedrijven vallen bijvoorbeeld onder het Europese emissiehandelssysteem, waardoor ze moeten betalen om CO2 te mogen uitstoten. Binnenkort komt daar nog een Nederlandse CO2-heffing overheen. Mkb-bedrijven zijn hiervan in principe vrijgesteld.
Dat grote bedrijven meer profiteren van subsidies dan kleinere, is vanuit klimaatoogpunt logisch. Maar dan zou het wel zo eerlijk zijn, dat zij daar ook meer voor betalen.

Profiteren? Dan ook betalen
Freek Bersch, campagneleider bij Milieudefensie, is daar niet van onder de indruk: "Ook bij de Europese CO2-heffing zijn er veel vrijstellingen." Hij legt uit dat de hoogte van de Nederlandse heffing nog niet bekend is. "Maar de heffing is niet bedoeld om geld op te halen voor de overheid. Meer als boete voor bedrijven die niet snel genoeg gaan. Als een bedrijf gewoon volgens plan verduurzaamt, kost het niks extra's."
Dat grote bedrijven meer profiteren van subsidies dan kleinere, is vanuit klimaatoogpunt inderdaad best logisch, erkent ook Bersch. "Maar dan zou het wel zo eerlijk zijn, dat zij daar ook meer voor betalen."