Kledingconcern H&M Group boekte in het derde kwartaal een mooie omzetstijging, terwijl ook de winst toenam. De periode waarin de resultaten juist hard terugliepen lijkt daarmee achter de rug. De ommezwaai wordt veroorzaakt doordat er minder korting minder hoog zijn.
De nettowinst van H&M Group steeg met maar liefst 24,5 procent tot bijna 3,9 miljard Zweedse kroon (356 miljoen euro). Vorige maand maakte H&M Group al bekend dat het in de maanden juni tot en met augustus 12 procent meer kleding had verkocht en dus kwam de totale omzet uit op 171 miljard kroon.
Onder H&M Group vallen niet alleen de winkels van H&M, maar ook die van COS, Monki, & Other Stories, Weekday, H&M Home en Afound. In totaal heeft het concern bijna 5000 winkels. Bijna 90 procent daarvan is een vestiging van H&M.

Minder in de uitverkoop
H&M Group had eerder een lastige tijd. Zo kwamen er minder klanten in de winkels en moest het overtollige voorraden in de uitverkoop doen. Over 2018 daalde de nettowinst.
Maar er is sprake van een opgaande lijn. De logistiek is verbeterd en er hoeft minder te worden afgeprijsd. De omzetten stijgen al een jaar en nu neemt dus ook de winst toe.
Zomercollectie
De zomercollecties werden goed ontvangen en het marktaandeel nam toe, aldus topman Karl-Johan Persson. Verder worden er winkels geopend landen met een relatief snelle groei van de economie.
Doordat de collectie goed liep hoefde er deze week minder kleding in de uitverkoop en steeg de winst.
Zo steeg in het jaar tot nu toe het aantal winkels in de regio Azië Pacific per saldo met 18, terwijl in Europa juist per saldo 18 winkels verdwenen.
Mee online shoppen
Ook kunnen klanten in meer landen online shoppen bij één van de ketens. Zo begon H&M in Mexico een webshop, terwijl in India kleding nu ook via webwinkel Myntra wordt verkocht. De totale online omzet nam in het derde kwartaal toe met 25 procent in lokale valuta's.
In India steeg de omzet met 29 procent, in Rusland met 12 procent en in Chili met 32 procent. Ook in landen waar H&M al groot is steeg de omzet in een aantal landen trouwens flink: in de VS (na Duitsland de belangrijkste land) in lokale valuta met 19 procent, in Italië (het zevende land) met 15 procent en in Polen (de nummer tien) met 20 procent.