Het logo van de ruimtevaartorganisatie NASA is de laatste tijd veelvuldig op straat te zien. En dan niet op een astronautenpak maar gewoon op een T-shirt, sweater of jasje van H&M of Primark. Ook luxemerken gebruiken het logo graag. Alleen wordt NASA zelf er geen cent rijker van.
"Het is met al die verzoeken om ons logo te gebruiken een gekkenhuis, zegt Bert Ulrich, verantwoordelijk voor het logo en mediamarketing van NASA, tegen RTL Z.
Want ook Ralph Lauren, Calvin Klein, Urban Outfitters, C&A, Pull&Bear, Asos, Nike, Puma, Zara en vele anderen hebben de NASA ontdekt en lanceerden eenmalig of voor langere tijd creaties met het ruimtevaartlogo. Voor de kledingmerken is het logo gezien het straatbeeld een groot commercieel succes.
Overheidsinstelling
Voor NASA zelf is het dat helemaal niet. "NASA is een overheidsinstelling en mag het logo daarom niet verkopen. Maar bedrijven mogen het wel gebruiken", zegt Ulrich.
NASA moet ieder gebruik wel goedkeuren en heeft daar wat regels voor. "Het logo mag bijvoorbeeld niet in verband worden gebracht met andere logo’s, omdat NASA geen merken wil voortrekken. De letters mogen niet veranderd worden. En de twee NASA-logo's mogen niet door elkaar worden gebruikt, omdat ze uit een ander tijdperk komen."
Meatball
Het beroemde logo stamt uit 1959, een jaar nadat dat de ruimtevaartorganisatie werd opgericht. Het wordt ook wel de 'meatball' genoemd. James Modarelli, een medewerker van het bedrijf, was verantwoordelijk voor het ontwerp.
NASA gebruikte het vervolgens 16 jaar. In 1975 kwam er een nieuw logo slechts bestaande uit de vier letters van het woord NASA. Het moest een modernere uitstraling geven en kreeg al snel de bijnaam 'worm'.
In 1992 was dat alweer uit de mode en keerde het oorspronkelijke logo terug. Beide logo’s zijn nu terug te vinden op modeartikelen.
Geen electronica
Ulrich houdt in de gaten of bedrijven zich aan de afspraken met NASA houden. Een logo op kledingstukken en souvenirs vindt hij vaak wel goed. Maar NASA op elektronica bijvoorbeeld niet. "Dat zou de indruk kunnen wekken dat het NASA-elektronica is, en dat gaat ons te ver."
Hij heeft het er maar druk mee. "Tot drie jaar geleden kwam er een enkele keer per maand een verzoek tot gebruik van het logo. Toen kwam het merk Church er als eerste mee. De modebladen schreven daarover. En sindsdien gaat het helemaal los. We krijgen wel zo’n tien verzoeken per dag nu. Ik heb een extra medewerker aangenomen om dat allemaal te verwerken."
Nostalgie
Ruimtevaartexpert Dwayne Day vermoedt dat kleding met het logo vooral populair is omdat het een retrochic modestatement afgeeft. Zoals de logo's van Coca-Cola of Kodak.
Maar ook films van enkele jaren terug zoals The Martian en Hidden Figures dragen er volgens hem aan bij. "Hidden Figures is gedraaid bij de NASA en het meatball-logo is veelvuldig te zien", zo schreef Day in The Space Review.
"Wat die films laten zien is dat het NASA-merk tegelijkertijd nostalgisch en futuristisch is, zowel patriottisch als apolitiek. Daarnaast is het 'een wereldmerk' en is landen op de maan, vliegen rond Jupiter en Mars en Pluto ontdekken heel cool."
Films versterken populariteit
Ulrich erkent dat de films met NASA erin de populariteit van het logo versterken. "We speelden alleen vorig jaar al een rol in 143 documentaires. Er zijn 25 films gemaakt. En in 41 talkshows in de Verenigde Staten waren we onderwerp van discussie."
NASA maakt zelf geen merchandise. Ruimtevaartcentra van de organisatie in de VS zoals het Kennedy Space Center in Florida en Space Center Houston hebben een merchandise-winkel die volledig wordt geëxploiteerd door een externe partij.
Retro sowieso populair
Volgens woordvoerder Veerle Maris van H&M is de herkenbaarheid van het logo belangrijk. "De verschillende soorten herkenbare prints zijn geliefd bij onze klanten. We hebben deze nu in de collectie opgenomen omdat het vijftig jaar geleden is dat de maanlanding plaatsvond."
H&M zegt al twintig jaar te werken met retrologo's en merken. Het bedrijf heeft de licentie voor kledingstukken met onder meer Pink Panther, PlayStation en Pringles.