Het wordt spannend voor de bewoners en bestuurders van de provincie Utrecht. De gemeenten en de provincie doen een nieuwe poging om 300 miljoen euro extra op te eisen uit de verkoop van energiebedrijf Remu aan Eneco. Tegen een eerdere afwijzing van hun claim blijken zij in hoger beroep te zijn gegaan.
De provincie en de gemeenten in Utrecht verkochten Remu in 2002 voor ruim één miljard euro aan branchegenoot Eneco. Daarbij bedongen zij een winstdelingsregeling. Als koper Eneco vóór 2011 verkocht zou worden, zouden zij nog een percentage van die opbrengst krijgen.
Splitsingswet
Daar leek het inderdaad van te komen, omdat de zogenoemde splitsingswet uit 2006 verplichtte dat energiebedrijven hun netwerken moesten afsplitsen van het bedrijf dat elektriciteit en gas aan klanten verkoopt.
Branchegenoten als Nuon en Essent splitsten hun netwerk inderdaad af, en verkochten het resterende commerciële bedrijf. Eneco verzette zich echter jarenlang tegen de splitsing met juridische procedures die het uiteindelijk verloor. Inmiddels is het netwerk toch afgesplitst, en staat de rest van Eneco in de verkoop.
Miljoenen door de neus geboord
Hoewel de verkoop dus niet plaatsvindt vóór 2011, vinden de Utrechtse gemeenten en provincie dat zij toch recht hebben op de winstdeling. Volgens hen had Eneco veel eerder verkocht kunnen worden, als het zich niet tegen de splitsing had verzet. In andere woorden: Eneco heeft de Utrechters honderden miljoenen door de neus geboord.
Begin dit jaar oordeelde de Amsterdamse rechtbank echter dat de verkopers van Remu geen recht hebben op die enorme zak geld. Nu blijkt dat de twee stichtingen, die de belangen van de gemeenten en de provincie Utrecht behartigen, tegen die uitspraak in hoger beroep zijn gegaan.
Claim van 300 miljoen
Vorige week dienden zij hun lijst van grieven tegen het eerdere vonnis in bij het gerechtshof in Amsterdam. "Daarmee staat de zaak weer helemaal open", zegt advocaat Hans de Savornin Lohman, die optreedt voor de stichtingen. "Het gebeurt regelmatig dat een hof tot een hele andere conclusie komt dan een rechtbank."
Voor de gemeenten en provincie Utrecht staat er veel op het spel. Begin dit jaar bedroeg de claim nog 264 miljoen euro, maar inclusief rente is dat inmiddels opgelopen tot bijna 300 miljoen, aldus De Savornin Lohman. "Elke maand komt er zo'n 2 miljoen bij."
Rente op rente
Die flinke aangroei verklaart de advocaat uit de handelsrente van 8 procent, die de oud-aandeelhouders vorderen. "Die is hoger dan de gewone rente van 2 procent. Ook is sprake van rente op rente."
Eneco wil geen commentaar geven op het hoger beroep. "Wij geven geen commentaar op zaken die onder de rechter zijn", aldus woordvoerder Edwin van de Haar.
Geldgebrek
Voor zowel de provincie als de gemeenten gaat het om veel geld. De provincie en de stad Utrecht zouden volgens eerdere mediaberichten elk 88 miljoen claimen. Voor de kleinere gemeenten gaat het nog steeds om enkele miljoenen.
Daartegenover staat dat veel gemeenten in Zuid-Holland en elders dat bedrag kunnen mislopen, omdat het van hun verkoopopbrengst van Eneco af zou gaan.
Dat is geld dat gemeenten heel graag zouden ontvangen, of niet makkelijk kunnen missen. Vandaag luidden Nederlandse gemeenten de noodklok over geldgebrek. Omdat zij meer taken krijgen, maar minder geld, zouden zij de komende vier jaar minstens een half miljard euro tekort komen. Daardoor zouden bibliotheken, zwembaden en sportvoorzieningen met sluiting worden bedreigd.