Ga naar de inhoud
Bedrijven

Rechtszaak tegen Essent en Eneco vanwege 'te hoge energierekening'

Beeld © ANP

Eneco en Essent zouden zakelijke klanten jarenlang een te hoge energierekening hebben gestuurd. Na een wetswijziging in 2011 gingen de kosten voor de energiebedrijven fors omlaag, maar dat voordeel werd niet doorgegeven aan de klant. 

Het bedrijf Pull, dat handelt in isolatiemateriaal, is daarom naar de rechter gestapt en een ander bedrijf, tafelzurenfabriek Van der Kroon, heeft ook een zaak aangespannen.

De energiebedrijven Eneco en Essent willen allebei niet reageren op de aantijgingen, zolang de zaak onder de rechter is, laten de twee bedrijven weten. 

'Tonnen te veel betaald'

Het gaat om serieuze bedragen, vertelt Tino Wullink, die de klagende bedrijven adviseert. Na jaren onderzoek kwam hij erachter dat de energiebedrijven hun klanten veel hogere kosten in rekening brachten dan ze zelf maakten. 

Die kosten willen de bedrijven nu via de rechter terugkrijgen. In april was er een zitting in de zaak van Pull tegen Essent, het vonnis is al drie keer uitgesteld door de rechtbank. Het bedrijf claimt ongeveer een ton terug, Van der Kroon zou voor 130.000 euro zijn benadeeld, vertelt Wullink, die met zijn bedrijf 'De Energieconsultant' bedrijven adviseert op energiegebied. 

Wetsverandering

Dankzij zijn kennis van de markt kwam hij erachter dat een wetsverandering in 2011 volgens hem is gebruikt door energiebedrijven om ten koste van hun klanten fiks te verdienen. Door de wetsverandering verloor gasleverancier GasTerra zijn monopoliepositie, waardoor energiebedrijven goedkoper gas konden inkopen en minder hoefden te betalen als ze ineens veel gas tegelijkertijd afnamen. Voor deze piekmomenten moesten hoge 'flexibiliteitskosten' betaald worden aan GasTerra, na de wetswijziging niet meer. 

Dat scheelde dus enorm voor de energiebedrijven, een voordeel dat ze niet doorgaven aan de klant. Essent reageerde met 'contract is contract', toen Pull aankaartte dat het nog steeds de oude tarieven betaalde in 2012 en 2013. Dat het om contracten ging die vóór de wetswijziging waren getekend, maakt volgens Wullink niet uit. Volgens hem is er jurisprudentie die het mogelijk maakt om een contract tussentijds open te breken. 

'Redelijkheid en billijkheid'

Voor de wettelijke spelregels en jurisprudentie verwijst mr. Noery Nijhoff, die als juridisch adviseur betrokken is bij de zaak, naar het contractenrecht, dat onder burgerlijk recht valt. "We gaan het aan de hand daarvan oplossen. Het gaat om redelijkheid en billijkheid: een contract moet meebewegen", legt hij uit. "Het is geen ijzeren harnas, je moet ook kijken wat er achterliggend speelt."

"Als de hele markt is veranderd, dan kun je niet met droge ogen beweren dat het contract nog geldt", vervolgt hij. "In die contracten staat bovendien ook dat als de tarieven omhoog gaan, de maatschappij dit mag doorbelasten aan de klant."

Door de zaak nu in de publiciteit te brengen, hoopt Wullink dat zich meer bedrijven melden, die ook benadeeld zijn door energiebedrijven. "We hebben gelijk, dat weet ik, maar het krijgen is iets anders", zegt hij. 

Bij nieuwe klanten is wel met de verlaagde kosten gerekend, voegt hij nog toe. Dat het vonnis in de zaak al meerdere keren is uitgesteld, komt volgens hem omdat het 'complex' is.