Producent van elektrische fietsen Keola in Amersfoort groeide de afgelopen jaren hard, en dacht met de opening van een nieuwe Nederlandse fabriek de concurrentie uit lagelonenlanden te kunnen verslaan. Nu is het bedrijf failliet.
Keola werd in 2008 opgericht en groeide de afgelopen tien jaar uit tot een bekende producent van elektrische fietsen. Aanvankelijk liet het bedrijf haar e-bikes vooral produceren in een eigen fabriek in China. Maar in 2017 kondigde Keola aan de productiecapaciteit in Nederland flink uit te breiden.
Dichter bij huis
Naar eigen zeggen zou het bedrijf zo kunnen profiteren van zorgen bij afnemers over Europese maatregelen tegen het dumpen van goedkope producten uit lagelonenlanden. Afnemers zouden daardoor liever 'dichter bij huis' willen laten produceren.
Bovendien beweerde Keola dat ze door slimme, efficiënte productietechnieken de prijsconcurrentie uit goedkoop producerende landen het hoofd konden bieden.
Nieuwe fabricagehal
Een gloednieuwe fabricagehal in Roosendaal moest de productiecapaciteit van Keola opkrikken tot 60.000 elektrische fietsen per jaar. Naast assemblage in Nederland timmerde de fabrikant ook aan de weg, door een premium e-bike onder de naam VanDijck te ontwikkelen.
De ambities van Keola waren groot. In 2016 zei directeur Victor Weng dat hij zijn elektrische fietsen vanuit Nederland wilde gaan exporteren tot in China, Japan en de VS. Enkele maanden geleden nam het bedrijf deel aan een trainingsprogramma voor bedrijven die een beursnotering aan de Amsterdamse effectenbeurs willen.
Zakelijk conflict
Vorige week blijkt Keola echter uitstel van betaling te hebben aangevraagd, in sneltreinvaart gevolgd door een faillissement. Daardoor verliezen 30 werknemers van de fietsproducent hun baan.
Een oorzaak van het faillissement lijkt een conflict tussen de zakenpartners achter het bedrijf te zijn. Volgens vakwebsite Nieuwsfiets.nu liet de manager van de Chinese fabriek Steve Zhu beslag leggen op de voorraden van het Nederlandse bedrijf, dat wordt geleid door Weng. Die zou vervolgens uitstel van betaling hebben moeten aanvragen.
Weng wil geen commentaar op het faillissement en het conflict geven, en verwijst naar curator Jan Verwiel. De curator was wegens vakantie onbereikbaar; zijn kantoorgenoot Paul Kerkhof belde niet terug voor een toelichting.
