Ga naar de inhoud
Bedrijven

Bavaria-brouwerij Swinkels voortaan 'Koninklijk': wat levert dat op?

Swinkels bestaat dit jaar driehonderd jaar. Beeld © Swinkels

Familiebrouwerij Swinkels (voorheen Bavaria) heeft het predicaat Koninklijk gekregen. Het eervolle keurmerk is zeer gewild onder Nederlands oudste bedrijven. "Een kwaliteitsstempel dat je niet zomaar krijgt."

Het predicaat Koninklijk: je moet er groot, oud en vooral betrouwbaar voor zijn. Ook mag je bijvoorbeeld geen overheidsinstelling, advocatenkantoor of ziekenhuis zijn. Voldoe je aan al die eisen, dan kun je als bedrijf, vereniging of stichting een onderbouwde aanvraag indienen bij je eigen burgemeester. 

In navolging van bedrijven zoals Shell, Philips, KLM (direct vanaf de oprichting in 1919) en BAM deed ook brouwerij Swinkels een klein jaar geleden zo'n aanvraag, waarbij het onder meer ook financiële gegevens moest overleggen. Met succes, het Koninklijk Huis stemde in met het keurmerk dat slechts ter gelegenheid van een bijzonder jubileum wordt verleend.

Hoe word je als bedrijf Koninklijk?

  • Het bedrijf moet een 'zeer vooraanstaande plaats innemen' in Nederland.
  • Bij voorkeur een internationale uitstraling hebben.
  • Geen vestiging van buitenlandse multinational of mkb-bedrijf zijn.
  • De bedrijfstop moet van onbesproken gedrag zijn.
  • De bedrijfsvoering moet 'onberispelijk' zijn.
  • Een bijzonder jubileum vieren (in principe minstens 100 jaar bestaan).

Voorrecht 

Swinkels, voluit Swinkels Family Brewers, viert dit jaar het driehonderdjarig bestaan. Directievoorzitter Jan-Renier Swinkels, die binnenkort afzwaait, reageert verheugd op de toekenning en noemt het een voorrecht.

"Driehonderd jaar brouwerij Bavaria is een mijlpaal om bij stil te staan en om te vieren, en dat we daarbij ons bedrijf nu ook Royal Swinkels Family Brewers mogen noemen, maakt het feest compleet. Ik ben zelf ook enorm trots dat ik dit mee mag maken als directievoorzitter, een absoluut hoogtepunt uit mijn carrière", zegt hij tegen RTL Z.

Duidelijke regels

Overigens is Swinkels niet de eerste bierbrouwer die zich Koninklijk mag noemen. Concurrent Grolsch, dat sinds 1615 brouwt, kreeg het predicaat in 1995. Daar is het bedrijf nog altijd trots op, zo laat het in een reactie weten. "Dit draagt nog steeds bij aan de reputatie van Grolsch in binnen- en buitenland. Ook ons Japans moederbedrijf Asahi Group Holding hecht veel waarde aan het Koninklijk predicaat."

Grolsch voert het predicaat naar eigen zeggen met trots in bedrijfsuitingen. "Hierbij kun je denken aan ons bedrijfslogo, briefpapier en onze gebouwen. Er gelden een aantal zeer duidelijke regels en afspraken voor. Zo mag dit predicaat onder meer niet toegepast kan worden in commerciële uitingen of acties. Daar voldoen we vanzelfsprekend volledig aan."

Bedrijven willen het

Maar wat levert dat eigenlijk op, zo'n koninklijk predicaat? Volgens merkendeskundige Bas Kist is het voor een bedrijf zowel een kwaliteitsstempel als een waardevolle marketingtool. "Het predicaat wordt binnen veel bedrijven erg belangrijk gevonden. Als ze eenmaal in aanmerking komen, doen ze er heel erg hun best voor. Het is toch een heel oud en degelijk keurmerk. Een kwaliteitsstempel dat je niet zomaar krijgt."

Of het predicaat in de praktijk ook meer omzet oplevert, is moeilijk te meten. Maar dat het niet altijd een garantie is voor een gouden toekomst, bleek wel nadat de van oorsprong Rotterdamse juweliersketen Siebel het predicaat in 2013 ontving ter ere van het 100-jarig bestaan. Nog geen jaar later werd het bedrijf failliet verklaard, al kon het binnen een maand onder een nieuwe eigenaar een doorstart maken.

Dat Swinkels de erenaam krijgt, verbaast merkenexpert Kist niet. "Het past goed bij een bedrijf als Bavaria, dat het predicaat onder meer kan gaan voeren op de etiketten van bierflesjes. Dat is leuk voor de uitstraling van het bedrijf en voor de werknemers. Verder is het pure marketing: je kunt het als kwaliteitsstempel uitdragen."