Bierbrouwerij De Prael heeft vorig jaar een flinke tegenvaller te verwerken gehad. De bierbrouwinstallatie voor een nieuwe vestiging zou begin vorig jaar geleverd worden, maar is pas sinds twee weken binnen. Hoewel het goed gaat in de branche, zal het niet het enige bedrijf zijn dat in de financiële problemen komt, is de verwachting in de markt.
Speciale bieren gebrouwen door kleine brouwerijen zijn sinds een paar jaar razend populair onder het grote publiek, maar het aantal brouwerijen dat zijn deuren opent stagneerde vorig jaar, blijkt uit cijfers van Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur.
Er kwamen er vorig jaar weliswaar nog 88 nieuwe bij, maar dat zijn er veel minder dan de 126 brouwers die in 2017 begonnen. Het aantal brouwers dat stopte, steeg juist, van 22 naar 24. In totaal zijn er 656 brouwgerelateerde bedrijven, volgens de stichting.
In de cijfers zitten overigens ook brouwers zonder eigen installatie en bedrijven die bierbrouwworkshops aanbieden, vertelt Jan Ausems, voorzitter van de stichting en brouwer bij Hommeles. Daar brouwde hij vorig jaar zo'n 40.000 liter, goed voor een omzet van ongeveer 120.000 euro.
Knokken voor je biertje
"Het is voor brouwers veel moeilijker geworden", zegt Ausems. "Vijf jaar geleden kregen we met gemak al onze zes bieren op het schap, nu is het echt knokken."
En ook de verkoop via horeca is lastiger. "Cafés hebben weliswaar een plek voor vreemde bieren naast bijvoorbeeld Heineken, maar er zijn ook veel meer brouwers om uit te kiezen", legt Ausems uit. "Alleen al in Utrecht ging dat van 9 naar 54, die de deur plat lopen bij cafés."
Meer stoppers
Die ontwikkeling zorgt er voor dat het aantal brouwers dat ermee stopt, zal stijgen, denkt Ausems. "Veel brouwers hebben er vaak een baan bij, en moeten zich nu richten op de verkoop. Dat kost ze te veel tijd en dan gooien ze de roerstok erbij neer."
Dat zijn de zogenaamde brouwerijhuurders, zoals Ausems zelf. "Wij brouwen zelf, in potten en pannen. En als die proefbrouwsels goed uitpakken, dan brouwen we het." Daarvoor gaat Ausems met zijn collega's naar andere brouwerijen.
Voor deze categorie is stoppen geen ramp: "We hoeven alleen ons boeltje te verkopen en de voorraad en we zijn klaar." Hij verwacht dat deze trend doorzet, maar dat de overgebleven brouwers, al dan niet overgenomen door een grotere brouwer, wél meer zullen produceren.
Eigen brouwerij
Van de brouwerijen die vorig jaar stopten, is InBier de bekendste. Bij deze brouwerij in Sittard konden bierliefhebbers hun eigen recept laten brouwen, vanaf honderd liter. Door technische problemen ging het bedrijf begin december failliet.
Voor dit soort brouwerijen zijn de gevolgen van één tegenslag groter. "Als je net een paar ton in een brouwinstallatie hebt geïnvesteerd, maar die is nog niet geleverd, dan kun je de kosten voor bijvoorbeeld een pand nog niet terugverdienen", legt Ausems uit.
For Sale: luxueuze bierbrouwerij aan Utrechtse gracht
Pech voor De Prael
Dat is precies wat er bij De Prael gebeurde, vertelt Thomas Gesink, directeur marketing bij de Amsterdamse brouwer. Om te groeien, opende de brouwer een extra vestiging in de Houthavens in de hoofdstad. De bedoeling was dat die begin 2018 volledig in bedrijf zou zijn, maar waarschijnlijk kan er pas vanaf februari gebrouwen worden.
De vertraging is volgens Thomas Gesink, directeur marketing van de brouwerij, te wijten aan de leverancier. Wie dat is en wat de vertraging gekost heeft, wil hij niet zeggen. "Maar je kunt wel invullen dat als wij een ruimte huren die is ingericht op brouwen en verkopen van bier en dat de helft van het pand is begroot op een brouwerij die er niet staat, dat moet je goed zien te maken", zegt hij.
Meer dan winst maken
"Ons bedrijfsmodel is niet alleen ingericht op het brouwen en verkopen van bier, maar ook om met bier zo'n groot mogelijke maatschappelijke impact te maken", vertelt Gesink. Het bedrijf leidt mensen op die moeilijk aan een baan kunnen komen. De Prael heeft 160 plekken voor een werkleertraject om mensen klaar te stomen voor de arbeidsmarkt.
"Voor ons is het altijd al een uitdaging om alles in de zwarte cijfers te krijgen”, legt Gesink uit. "Vanwege ons bedrijfsmodel, moet je vet op de botten kweken. En soms zit het even tegen, dan moet je keuzes maken die leiden tot wat vertraging."
'Kwetsbaarder'
Het alternatief was om mensen uit het leertraject weg te sturen. "Ja, waar kies je dan voor: financieel of maatschappelijk rendement? Wij proberen altijd voor het maatschappelijke te gaan", vertelt Gesink. "Sociaal ondernemen kost veel geld en dan neem je met minder rendement genoegen en ben je kwetsbaarder voor tegenvallers."
Van een neergang in de branche is volgens hem absoluut geen sprake. "Wij zien de vraag naar kwaliteitsbieren, waar we zelf van vinden dat we ze maken, niet teruglopen”, aldus Gesink. Volgens hem is er nog een hoop te winnen in Nederland. "Daarom willen we ook opschalen, om meer mensen aan het werk te helpen."
Uitbreiding
Het bedrijf krijgt er nieuwe vestigingen bij in Groningen en Den Haag. Als die op volle kracht draaien, dan gaat de productie van 400.000 naar 600.000 liter, verwacht Gesink. Die bieren worden verkocht in supermarkten, slijterijen, cafés en de eigen proeflokalen van De Prael.
Hoe veel dat de brouwerij oplevert, wil Gesink niet zeggen. Het enige dat hij erover los wil laten, is dat een liter voor gemiddeld 3 euro wordt verkocht. Dat zou dan een omzet van 1,2 miljoen opleveren.