Ga naar de inhoud
Bedrijven

Belastingdienst moet zichzelf miljoenenheffing opleggen

De Belastingdienst moet zichzelf waarschijnlijk een boete opleggen van tientallen miljoenen euro's voor het laten vertrekken van duizenden oudere medewerkers.

De overheid wil graag dat mensen doorwerken tot hun pensioengerechtigde leeftijd. Bedrijven die werknemers tóch vlak voor hun pensioen laten afvloeien - bijvoorbeeld bij een reorganisatie - krijgen daarom een naheffing van de fiscus. Dat geldt óók voor de fiscus zelf.

En laat bij de omstreden reorganisatie van de Belastingdienst de uittocht onder zestigplussers massaal zijn. Zo'n 4000 medewerkers van zestig jaar of ouder hebben de keuze voor de een speciale regeling gemaakt, waardoor ze met een zak geld kunnen vertrekken. Dat levert de fiscus een extra kostenpost van zo'n 70 miljoen euro op, nog zonder de heffing vanuit de regeling voor vervroegd uittreden (RVU). Die heffing is 52 procent over de ontslaguitkering.

Wegens succes gestopt

In plaats van de oorspronkelijk ingeraamde 5000 medewerkers, ziet het ernaar uit dat 5200 à 5800 mensen de Belastingdienst gaan verlaten. De vertrekregeling die aan medewerkers is aangeboden werd in juni wegens succes gestopt, omdat duidelijk werd dat te veel mensen interesse hadden.

In reactie op Kamervragen liet staatssecretaris Wiebes van Financiën afgelopen maand al weten dat die vertrekregeling anders had gemoeten. "Achteraf bezien is deze brede openstelling een verkeerde keuze geweest en had een meer gerichte doelgroepbepaling en een afbakening in de tijd de voorkeur moeten hebben."