De onderliggende nettowinst van ING Bank daalde in het vierde kwartaal met 27,5 procent tot 1 miljard euro. Beleggers hadden op meer gerekend. Positieve uitzondering is Nederland, waar de winst wel wat steeg.
De inkomsten, bij een bank baten geheten, daalden in de maanden oktober tot en met december met 2,1 procent. Maar ING had de kosten niet in de hand, die stegen namelijk met 10,5 procent.
De personeelskosten, verreweg de belangrijkste kostenpost, stegen met 5,7 procent, terwijl ING ook meer geld kwijt was aan kosten vanwege onder meer regelgeving. De zogeheten kosten/batenratio van ING verslechterde in het vierde kwartaal.
Beleggers zijn teleurgesteld. De koers van ING daalt.
de tekst gaat verder onder de grafiek
Verder moest de bank meer geld opzij zetten voor slechte leningen. Als gevolg van dat alles daalde de onderliggende nettowinst met van 1381 miljoen euro tot 1001 miljoen euro.
De nettowinst, helemaal onderaan de streep, steeg wel, met ruim een derde tot 1015 miljoen euro. Maar dat kwam omdat de bank in hetzelfde kwartaal in 2016 enkele bijzondere lasten moest afboeken, tegenvallers die het vorig jaar niet had.
Nederland positieve uitzondering
Bij retailbanking, zeg maar bankieren voor particulieren, was Nederland een positieve uitzondering. De onderliggende winst vóór belasting steeg licht. Maar in de andere landen, met als belangrijkste Duitsland en België, daalde het resultaat. De totale onderliggende winst vóór belasting kromp bij retailbanking met 18 procent tot 749 miljoen euro.
Ook bij wholesale banking, bankieren voor bedrijven, daalde het resultaat in het vierde kwartaal: met een kwart tot 557 miljoen euro.
ING keert wel meer dividend uit, maar de toename is beperkt: één eurocent tot 67 eurocent per aandeel. Daarvan is al 24 eurocent uitgekeerd als interimdividend.