Uber is een taxibedrijf en geen techbedrijf, vindt het Europese Hof van Justitie. Dit betekent dat het bedrijf in iedere Europese lidstaat aan de regels voor personenvervoer moet voldoen.
In het vonnis schrijft de hoogste Europese rechter dat 'de door Uber geleverde dienst zich niet laat herleiden tot louter een bemiddelingsdienst'.
De hele zaak is begonnen met een gang naar de rechter van de belangenorganisatie Asociacion Profesional Elite Taxi uit Barcelona. Het stelde dat Uber niet het recht had om Uberpop, waarbij particulieren met hun eigen auto via de app van Uber ritten maken, in Barcelona aan te bieden.
Vervoersdienst
Het Amerikaanse bedrijf verdedigde zich altijd met het argument dat het een techbedrijf is en geen taxibedrijf. Maar daar maakt het Hof korte metten mee: "Deze bemiddelingsdienst moet worden beschouwd als een integrerend deel van een dienstenpakket waarvan het hoofdelement bestaat in een vervoerdienst."
Daarom is het volgens het Hof een 'dienst op het gebied van vervoer' en niet een 'dienst van de informatiemaatschappij'.
De bemiddeling die Uber levert tussen klant en taxichauffeur valt daarom niet onder de Europese wetgeving voor het vrij verrichten van diensten of elektronische handel, maar onder het vervoersbeleid, waarvoor de bevoegdheid nu bij de EU-lidstaten ligt. Zij mogen dus de voorwaarden vaststellen.
Uberpop al verboden in Nederland
In onder meer Nederland, Duitsland en Spanje was Uberpop al door rechters verboden, Uber biedt die dienst in geen enkel Europees land meer aan.
Het bedrijf laat in een reactie op het vonnis weten dat de uitspraak 'niets verandert omdat Uber zich in de meeste EU-lidstaten al houdt aan vervoerswetgeving'.
Slecht nieuws voor Uber
Hoewel de uitspraak voor Uber niet veel verandert, is deze beslist niet in hun voordeel. "Ze worden nu als taxidienst beschouwd, waardoor ze zich aan de regels voor die branche moeten houden", aldus Jotte Mulder, universitair docent en onderzoeker van de Universiteit Utrecht.
De uitspraak past volgens Mulder in een trend in Europese lidstaten om nieuwe bedrijven zo veel mogelijk onder oude vormen van regulering te brengen: "Dat wordt vaak ervaren als beperking van de innovatieve kracht van bedrijven."
'Verborgen protectionisme'
Hij ziet een link tussen de uitspraak en de discussie tussen Europa en de Verenigde Staten over 'verborgen protectionisme'. "Als je kijkt naar het scorebord dan worden Amerikaanse bedrijven vaker aangepakt met bijvoorbeeld het mededingingsrecht", aldus Mulder.
Bedrijven die innovatieve ideeën hebben, zullen die eerder in de VS dan in de EU ontwikkelen, zegt Mulder. "Hier is het risico groter dat het niet van de grond komt, in de VS is er meer vertrouwen in de markt en krijgen initiatieven zo veel mogelijk ruimte", legt hij uit. "In de EU zijn meer regels die dat moeilijker maken, vaak ook nog gecombineerd met politieke macht van traditionele branches, zoals nu de taxi's."
Gevolgen voor uitbreidingsplannen techbedrijven
De lobbyclub van techbedrijven, de Computer & Communications Industry Association (CCIA), heeft flinke kritiek op de uitspraak. Het besluit kan volgens de CCIA grote gevolgen hebben voor uitbreidingsplannen van techbedrijven in Europa. CCIA vertegenwoordigt naast Uber onder meer Amazon, Google, Facebook en Samsung.
Vooral de nieuwe generatie startups zal er volgens de CCIA last van krijgen, omdat Uber zich inmiddels al aan de regels houdt. "We betreuren de uitspraak omdat die een bedreiging is voor geharmoniseerde EU-regels voor online bedrijven", aldus Jakob Kucharczyk. Volgens hem is het zelfs een klap voor de plannen voor één Europese digitale interne markt.