Vrachtwagenbouwer Scania krijgt een boete opgelegd van ruim 880 miljoen euro voor het maken van verboden prijsafspraken. Ook de Nederlandse fabrikant DAF deed daaraan mee.
De andere leden van het kartel – DAF, Volvo/Renault, Daimler en Iveco – werkten mee met het onderzoek en troffen eerder dit jaar al voor ruim 2,9 miljard euro een schikking met de Commissie. Daardoor kregen zij een korting op de boete. Daarvoor kwam Scania niet in aanmerking, omdat de Zweden niet meewerkten aan het onderzoek.
In beroep
Scania heeft de beslissing van de Commissie net ontvangen en gaat zich verdiepen in de bevindingen, zegt Karin Hallstan, woordvoerder van het Zweedse bedrijf, tegen RTL Z.
"Maar tenzij er nieuwe informatie gevonden is, zijn we van plan om in beroep te gaan tegen de beslissing", zegt Hallstan. Het standpunt van Scania blijft dat het bedrijf geen afspraken heeft gemaakt met andere bedrijven die de Europese kartelregels schenden, zegt ze.
Duidelijk schuldig
Volgens Europees Commissaris voor mededinging Margrethe Vestager was het overduidelijk dat Scania verboden dingen deed. Zo zou het een aantal vergadering hebben georganiseerd en daarbij hebben vermeld dat 'informatieuitwisseling de basis moet zijn voor de bijeenkomst'. "Wij verwachten fatsoenlijke voorbereiding", zou Scania daaraan hebben toegevoegd.
In totaal is er nu 3,8 miljard euro aan boetes opgelegd aan het kartel, nooit eerder werden bedrijven voor zo'n hoog bedrag aangeslagen voor verboden afspraken.
Veertien jaar zwendel
De kartelbedrijven bespraken over een periode van veertien jaar hoe en wanneer ze prijzen zouden verhogen. Ook werd er met elkaar afgesproken hoe ze zouden omgaan met strengere emmissiestandaarden.
Zowel de prijs die zij rekenden voor het implementeren van schonere technologie als de timing daarvan, stemden de vrachtwagenbouwers met elkaar af. Dat is allebei kwalijk, vindt de Commissie.
Truckbouwer MAN maakte ook onderdeel uit van het kartel, maar kreeg geen boete opgelegd omdat zij de verboden club hebben gemeld bij de Commissie.