Taxi-app Uber ondergraaft over de hele wereld traditionele taximodellen maar is desondanks niet echt 'disruptive', zegt Clayton Christensen, die de theorie achter 'disruptive innovation' bedacht.
Christensen is een professor aan de Harvard Business School en volgens hem wordt de 20-jaar oude term die maar al te graag door tech-ondernemers wordt gebruikt vaak niet goed begrepen.
Uber niet disruptive
De theorie loopt het risico het 'slachtoffer te worden van zijn eigen succes', schrijft hij samen met twee co-auteurs in de Harvard Business Review. Desondanks heeft de theorie wel nog steeds de kracht om te voorspellen welke jonge bedrijven zullen slagen, zeggen ze.
Uber, vaak genoemd als voorbeeld van een marktontwrichtende dienst, is niet echt een 'disruptive innovation, stellen de auteurs. Dat komt doordat het bedrijf niet opgekomen is uit de onderkant van de markt die werd verwaarloosd door gevestigde bedrijven. Ook heeft Uber geen markt gecreëerd die nog niet bestond.
De UberSELECT service daarentegen zou meer binnen de theorie vallen, omdat het bedrijf daarmee de aanval opent op de limousinemarkt , argumenteren de auteurs.
Tesla ook niet disruptive
Ook Tesla Motors, vaak genoemd als een bedrijf dat met zijn elektrische auto's de auto-industrie uitdaagt, is niet echt disruptive omdat het zich richt op de bovenkant van de markt met dure modellen, vinden de auteurs.
Als de theorie correct wordt toegepast, dan zal Tesla in de toekomst worden overgenomen door een veel groter bedrijf of een jarenlange strijd leveren om een betekenisvolle plek te veroveren in de automarkt.
Wat is wel disruptive?
Wat is dan wel een disruptive innovation? Volgens Chistensen is dat een uitvinding die een product dat voorheen alleen beschikbaar was voor de rijken der aarde ook beschikbaar maakt voor een groot publiek. Denk aan mobiele telefoons en de pc. Dat zijn echte marktontwrichters omdat ze de markt voor vaste telefonie en main frame computers ontwrichtten, aldus Christensen.
In deze video zet de professor zijn theorie uiteen.
Chistensen's artikel volgt op een artikel in The New Yorker, waarin collega Jill Lepore, geschiedenisprofessor aan de Harvard universiteit zijn theorie 'twijfelachtig' noemt. Chistensen zette de academische pennenstrijd al eerder voort door professor Lepore lik op stuk te geven en in een artikel gepubliceerd door Bloomberg te beschuldigen van een 'criminele daad van oneerlijkheid'.