Ga naar de inhoud
Economie

Wat gebeurt er als Google het overneemt van ING?

In een nieuw rapport schetst De Nederlandsche Bank drie scenario’s Beeld © ANP

Tech krijgt een steeds grotere rol in de financiële sector. Wat gebeurt er als grote techbedrijven het echt overnemen van banken? De Nederlandsche Bank ziet dat scenario als een serieuze bedreiging voor de financiële sector en neemt de bijbehorende risico’s onder de loep in een nieuw rapport.

Banken zijn flink in de weer en ook De Nederlandsche Bank (DNB) begint zich te roeren: fintech, een overkoepelende term voor techbedrijven die financiële diensten verlenen, wordt steeds belangrijker. Investeringen in fintechstartups rijzen de pan uit (ongeveer 20 miljard dollar in 2015) en grote techbedrijven begeven zich steeds meer in het financiële domein.

Dat zou zo maar eens grote gevolgen kunnen hebben voor de financiële sector. In een nieuw rapport schetst DNB drie scenario’s: van een financiële sector die door snelle aanpassingen in handen blijft van dezelfde instellingen tot grote techbedrijven die de boel overnemen.

Scenario 1: Banken passen zich aan en overleven
Een business as usual scenario bestaat niet in het rapport van DNB, maar dit komt misschien wel het meest in de buurt. "De gevestigde instellingen adopteren technologische innovaties en brengen deze in hoog tempo op de markt." Banken investeren in kennis, gaan partnerschappen aan met fintechstartups en grote techbedrijven of nemen ze over. Ze brengen daardoor nieuwe producten op de markt. Een alternatief is de toetreding van gevestigde buitenlandse partijen op de Nederlandse markt.

Nieuwe producten en partijen zorgen voor meer concurrentie en daarmee betere en goedkopere producten, voorziet de toezichthouder. Gevestigde partijen gaan misschien wel moeite hebben met het invoeren van nieuwe processen en IT-systemen. Dit kan financieel pijn gaan doen en leiden tot hogere afschrijvingen.

Verzekeraars kunnen last gaan krijgen van andere technologische ontwikkelingen. Door de komst van de zelfrijdende auto of the internet of things zou de verzekeringssector wel eens te maken kunnen krijgen met  dalende premieomzet.

Scenario 2: Fragmentatie door de komst van fintechstartups
Fintechstartups focussen zich in dit scenario op één tak van sport en nemen juist die onderdelen van de sector over. Er ontstaat marktfragmentatie: banken leveren marktaandeel in, nieuwe fintechondernemingen nemen stukken van de taart over.

De toetreding van nieuwe marktpartijen is op zich positief, stelt DNB, en 'maakt het financiële landschap veelzijdiger, waardoor het systeemrisico afneemt'. Kortom: hoe meer financiële instellingen van elkaar verschillen, hoe minder ze blootstaan aan gezamenlijke risico’s. 

Als banken niet snel genoeg zijn en ingehaald worden door nieuwkomers, komt het businessmodel van banken 'onder druk te staan op meerdere terreinen'. Wanneer nieuwe partijen ervoor zorgen dat klanten minder vaak contact hebben met de bank, wordt het moeilijker om extra producten aan de man te brengen: denk aan een hypotheek verstrekken aan klanten die ook al een betaalrekening hebben. 

Ook beleggingsinstellingen zouden nog wel eens minder contact met klanten kunnen krijgen door nieuwkomers. Dit kan leiden tot dalende marges. Anderzijds kunnen deze instellingen dankzij nieuwe technologie wel meer beleggers (met kleine vermogens) bedienen.  

De komst van fintechstartups brengt ook risico’s met zich mee op gebied van cybersecurity. Het feit dat Looppay (het bedrijf achter Samsung Pay) in 2015 gehackt werd is daar een voorbeeld van, zegt DNB. 
 

Scenario 3: Grote techbedrijven nemen het over     
Techreuzen zoals Google en Apple gaan in dit scenario steeds meer financiële diensten aanbieden. "Deze partijen verdringen de huidige binnen- en buitenlandse gevestigde spelers over de gehele waardeketen door gebruik te maken van hun schaal en innoverend vermogen."

Neemt zo’n grote speler een flink deel van de markt over, dan ontstaan er nieuwe concentratierisico’s, denkt de toezichthouder. "Hierdoor ontstaat afhankelijkheid wat betekent dat deze speler per definitie systeemrelevant wordt." Komt het techbedrijf in de problemen, net als een grote bank in 2008, kan dat tot instabiliteit leiden. Digitalisering van het contact met de klant zou ook nog eens kunnen leiden tot privacy-issues, waardoor we minder vertrouwen krijgen in de bedrijven.

Worden Nederlandse betaalinstellingen overgenomen door techreuzen, dan ontstaan er bovendien politieke vraagstukken, want een belangrijk stuk infrastructuur wordt weggekaapt, en worden we afhankelijker van buitenlandse toezichthouders.

Voor alle drie de scenario’s geldt: hoe sneller de transitie, hoe groter de kans op financiële instabiliteit. Daarnaast voorziet DNB dat nieuwe producten en diensten het speelveld complexer kunnen maken. "Dit maakt controle en toezicht moeilijker en vergroot en risico op niet-integer gedrag." Het zou bijvoorbeeld moeilijker kunnen worden om witwaspraktijken en terrorismefinanciering op te merken. 

DNB neemt innovaties op in analyses
Op welke uitkomst we ook afstevenen, DNB wil er vanaf nu bovenop zitten en wijzigt haar toezichtsbeleid. De toezichthouder gaat vaker in gesprek met financiële instellingen om te weten te komen op welke manier ze bezig zijn met innovatie. Daarnaast gaat DNB technologische innovaties opnemen in haar risico-analyses.

Ook het vergunningenbeleid wordt onder de loep genomen: een veelgehoorde klacht van nieuwkomers is dat ze moeten voldoen aan onredelijke eisen en dat daarmee innovatie wordt geremd. Een mogelijkheid volgens DNB: proeftuinen, waarin – onder een verlicht toezichtsregime – nieuwe innovaties kunnen worden getest. Ook komt de toezichthouder met een eigen innovatielab, gaat het een beleidsvisie op innovatie ontwikkelen en gaat het nog meer onderzoek doen naar de mogelijke risico’s.