Ga naar de inhoud
Voorbarig besluit Jetten

Verplichte Gazprom-overstap gemeenten kost staat 74 miljoen

Minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten. Beeld © ANP Foto

Het ministerie van Economische Zaken dwong gemeenten en andere publieke instellingen afgelopen najaar om hun contract bij de Russische gasleverancier Gazprom op te zeggen, uit angst voor het overtreden van Europese sancties tegen Rusland. Dat bleek een overhaaste beslissing die de staat nu 74 miljoen euro gaat kosten aan compensatie.

Het ministerie eiste afgelopen september van onder andere gemeenten dat zij voor 10 oktober hun contract bij de Duitse tak van gasleverancier Gazprom zouden opzeggen. Op die datum zouden nieuwe sancties ingaan tegen Rusland. Minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten was bang dat de contracten een overtreding zouden zijn van deze sancties.

Veel duurder

Duitsland had toen al de controle overgenomen bij Gazprom Germania, de naam gewijzigd naar SEFE en bezworen dat er geen cent naar Rusland zou vloeien. Contracten met SEFE konden gewoon door de beugel en dus was het niet meer nodig voor publieke instellingen om halsoverkop een overstap te maken.

Veel publieke instellingen, zoals de gemeente Utrecht en een tiental gemeenten in Twente, hadden echter al naar Jetten geluisterd en wisselden hun oude contract in voor een veel duurder nieuw contract. Voor de compensatie van de extra kosten die zij hebben gemaakt, trekt Jetten nu 74 miljoen euro uit.

Chagrijn
Lees ook:
Chagrijn bij gemeenten die gedwongen overstapten naar nieuwe gasleverancier

De instellingen krijgen de tegemoetkoming voor de meerkosten die zij hebben gemaakt sinds 10 oktober tot de einddatum van hun oorspronkelijke gascontract. Ook als die datum later is dan 1 januari 2023, iets waar in november nog een vraagteken bij stond.

Betaald uit meevaller

Jetten betaalt gemeenten met een miljardenmeevaller. Het kabinet is minder geld kwijt dan verwacht aan de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE), een subsidie aan bedrijven en non-profitorganisaties. Door de hogere energieprijzen zijn de investeringen met zo'n subsidie sneller rendabel. De overheid hoeft dan minder bij te dragen, omdat de subsidie alleen voor het onrendabele deel van de investering geldt.

De tegemoetkoming wordt uitgekeerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en moet voor het einde van het jaar zijn overgemaakt.